Jeroen Dupont brengt na 51 jaar het Vioolconcert van Henkemans weer tot leven

World Doctors Orchestra o.l.v. Stefan Willich, m.m.v. Jeroen Dupont, viool. Henkemans: Vioolconcert; Mahler: Zesde symfonie. Gehoord 3/6, Concertgebouw, Amsterdam.

Weggewist. Dat is de toepasselijke naam van de documentaire over de Nederlandse pianist, componist en psychiater Hans Henkemans (1913-1995), die juni 1921 in première ging op het Muziekdocumentaire-festival In-Edit. In deze boeiende, door Henkemans achterneef Harro Henkemans gemaakte documentaire breken muziekjournalist Melchior Huurdeman en bekende musici als dirigent Ed Spanjaard, pianisten Lucas en Arthur Jussen en violiste Liza Ferschtman een lans voor de betekenisvolle muziek van de verguisde componist, die in de ban werd gedaan nadat hij het gewaagd had op 9 mei 1962 een artikel in het Algemeen Handelsblad te publiceren, waarin hij voorstelde de toenmalige avant-garde muziek een nieuwe naam te geven. Voor hem waren ‘deze muzikale experimenten’ namelijk wezenlijk iets anders dan wat men ‘al eeuwen muziek noemde’. Hij stelde voor die ‘exploraties van de klankchaos’, die volgens hem een ‘nieuwe auditieve kunstvorm’ waren, de naam Soniek te geven. Dat leidde tot een grote controverse. De Notenkrakers, waaronder Reinbert de Leeuw, Peter Schat en Jan van Vlijmen, zagen in de veelvoudig getalenteerde, welbespraakte en hyperintelligente Henkemans de duivel, waarna ook de publieke opinie zich tegen deze ‘conservatieve boeman’ keerde. In de zestiger jaren werd immers alles verworpen wat niet vernieuwend was, dus ook Henkemans, al viel schrijver Simon Vestdijk hem hartstochtelijk bij, maar dat mocht niet baten. Van het ene moment op het andere was Henkemans – wiens composities vaak werden uitgevoerd door het Concertgebouworkest en wiens pianocarrière zo’n hoge vlucht had genomen dat hij wereldwijd optrad met dirigenten als Van Otterloo, Van Beinum, Klemperer, Giulini en Gorge Szell – als musicus exit. Henkemans werd niet meer gevraagd en niet meer uitgevoerd, al bleef hij componeren. In het dagelijkse leven pakte hij de psychiatrie weer op. Hij behandelde talloze gekwelde musici en promoveerde op zijn 67e op een nu nog altijd interessant proefschrift over sublimatiestoornissen bij kunstenaars.

 

 

In het boek Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985 van Leo Samama, dat sinds de publicatie in 1986 wordt gebruikt als leidraad voor colleges Nederlandse muziekgeschiedenis in het propedeusejaar, besteedt de bekende musicoloog op pag. 128 en 129 enkele alinea’s aan Hans Henkemans. In zijn korte relaas prijst hij Henkemans’ vakmanschap, maar hij staat ambivalent tegenover de betekenis van zijn composities: ‘Zijn muziek laat niets na, zelfs geen wrevel…’, stelt Samama, en hij concludeert kritisch maar subjectief dat ‘de pianist Henkmans verre te verkiezen is boven de componist.’ Inderdaad was Henkemans getuige de opnames die van hem bewaard bleven een geweldige pianist, vooral in werken van Mozart, Debussy en Ravel, die hij vertolkte met ongekende helderheid, puurheid, elegantie en lichtvoetigheid. Henkemans kreeg pianoles van Bernhard van den Sigtenhorst Meyer en Georg van Renesse, terwijl hij compositielessen volgde bij Willem Pijper. Maar hij moest van zijn vader ook een serieus vak leren, en dus studeerde hij daarnaast medicijnen en later psychiatrie. Vanwege een longaandoening belandde hij na zijn studie in een sanatorium, maar direct na de oorlog trok zijn compositie Passacaglia en Gigue (1941- 1942) de aandacht van Eduard van Beinum. Toen Henkemans het stuk op de piano voor hem voorspeelde begreep de dirigent meteen dat de jonge componist ook een geboren pianist was. En daarmee begon piano carrière van Henkemans, die 63 keer soleerde met het Concertgebouworkest, dat op 92 concerten zijn composities uitvoerde. Volgens Bernhard Haitink kon Henkemans ‘menselijk emoties in muziek omzetten zonder dat het saai wordt.’ Voor Henkemans was muziek dan ook ‘een door mensen tot bloei gekomen klanktaal van harmonie, melodie en contrapunt.’ Altijd weer vroeg hij zich af: ‘Hoe kan het toch dat muziek mij zo raakt? Wat is het wezen van muziek? Dat is de belangrijkste vraag, die mij mijn leven heeft beziggehouden.’

 

 

Gisteravond klonk na een halve eeuw, voor het eerst na de première in 1951 in de Grote Zaal van Het Concertgebouw met violist Theo Olof en het Concertgebouworkest, in diezelfde zaal voor de tweede keer het Vioolconcert van Henkemans. Wel werd het Vioolconcert eerder nog eens uitgevoerd op 14 september 2007, door Liza Ferschtman en het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden in de de Central Studio’s in Utrecht in het kader van de Vrijdag van Vredenburg. In het Concertgebouw in Amsterdam werd de ‘heruitvoering’ van Henkemans Vioolconcert met virtuositeit en passie vertolkt door de opmerkelijke violist Jeroen Dupont (1987), die beter speelt dan menigeen in de gaten heeft en die zonder al teveel aan de weg te timmeren zijn eigen eigenzinnige weg gaat, waarbij hij zich laat regeren door zijn liefde voor muziek in het algemeen en zijn passie voor de viool en de grote violisten van de Gouden Eeuw van het Vioolspel – Heifetz, Kreisler, Menuhin enz.- in het bijzonder. Net als Henkemans is Dupont zelf ook een beetje componist, terwijl de muzikaal begaafde dokters van het World Doctors Orchestra o.l.v. de bevlogen epidemioloog en tevens professioneel opgeleide dirigent Stefan Willich zorgden voor de ‘medische entourage.’ Henkemans had het zich na ruim vijftig jaar dus niet beter kunnen wensen: zijn verguisde en vergeten Vioolconcert werd heruitgevoerd door een waarachtig en integer musicerend viooltalent en een orkest van bevlogen collega’s, die de bepaald niet makkelijke orkestpartijen ook nog aan bleken te kunnen.

Op zijn Tomaso Balestrieri viool uit 1775, op zicht van Florian Leonhard in Londen, spon Dupont het in alle vier de delen terugkerende grondthema uit tot een hecht geconstrueerd muzikaal web vol enerverende knooppunten, harmonische wendingen en poly metrische ritmiek. Met intelligentie en scherpzinnigheid verhelderde hij de muzikale bewegingen in uitgebalanceerde fraseringen en een zorgvuldig opgebouwde verhaallijn, waarbij solist en orkest elkaar niet alleen goed aanvoelden maar ook nog stimuleerden tot betekenisvolle dialogen. Toch maakte Dupont de meeste indruk met de prachtige klanken die hij op de soms tamelijk ontoegankelijke noten van Henkemans uit zijn Grancino wist te toveren, waarmee hij de muziek verrijkte met de glans van magie. Als Dupont en het World Doctors Orchestra één ding duidelijk maakten, dan was dat dat het allesbehalve ouderwetse of oubollige Vioolconcert van Henkemans, dat in 1953 nog werd bekroond met de Prof. Van Der Leeuw Prijs, het verdient om vaker gespeeld te worden.

Daarna stortte het World Doctors Orchestra, dat is samengesteld uit artsen uit heel Europa, Azie, Afrika en Amerika zich, zich na slechts een week samen repeteren, op de heftige en apocalyptische materie van Mahlers Zesde symfonie. Dirigent Stefan Willich, die opmerkelijk adequaat dirigeerde en daarnaast bijzonder muzikaal gesticuleerde, kende het hele stuk tot in de kleinste details van buiten. Zo wist hij het orkest zonder partituur probleemloos over alle kronkelwegen, bergtoppen en diepe dalen van Mahlers vierdelige existentiële symfonie te leiden, maar de toegewijd musicerende dokters konden Mahlers complexe noten soms maar ternauwernood behappen. De strijkers waren regelmatig ongelijk of onzuiver, de hout- en koperblazers klonken soms ronduit vals, de harpen mistten elegantie en het orkest als geheel reageerde maar gedeeltelijk op Willichs uitstekende aanwijzingen, omdat het al zoveel moeite kostte om überhaupt de juiste noten te produceren. Zo begon het uitzitten van dit heftige epos over leven en dood, dat voor een professioneel orkest al een immense  opgave is, na verloop van tijd toch een beetje een kwelling te worden. Dat Willich er in zijn praatje vooraf op gewezen had dat Mahlers noodlotsmuziek in deze tijden van oorlog wel erg toepasselijk was, mocht niet baten. Maar de inzet was hartverwarmend en de opbrengst gaat ditmaal niet naar de Oekraine, maar naar de Stichting Papageno van Jaap en Aaltje van Zweden, die geloven dat muziek de allerbeste therapie is om autistische kinderen in het leven vooruit te helpen. Al met al was het een mooie, heilzame en muzikaal bevlogen avond.

 

Info:

https://www.world-doctors-orchestra.org/conductor

https://www.papageno.nl

https://www.concertgebouw.nl

You May Also Like

Hortus Festival floreert met muziek uit Holland in meest brede zin

Freischütz in Stuttgart: oude regie herleeft

Jaap van Zweden kent Bruckners Vierde Symfonie tot in de kleinste details

Korean National Symphony Orchestra, Sumi Jo en Jaemin Han vieren Kae Chun Jul in Amsterdam