Absurdistisch, absurd, aangrijpend en steengoed op het Holland Festival

 

Muziekvoorstelling: Ribingurumu no Metamorufuoshisu, 7/6 Muziekgebouw aan t IJ, Euphoria, 10/6 Foodhallen Jan van Galenstraat (nog te zien t/m 25 juni), The Bacchae, 10/6 Muziekgebouw aan ’t IJ, Evolution of Fearlessness, 11 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ (nog te zien t/m 24 juni).

Door Wenneke Savenije

 

Wanneer ik na afloop van The Bacchae, een muzikale queer-versie van Euripides’ Bacchae door de Griekse regisseur Elli Papakonstantinou, zo snel mogelijk het Muziekgebouw aan ’t IJ verlaat om frisse lucht op te snuiven na deze absurde voorstelling, komt er een meisje op me afgestapt: ‘Wat vond u ervan mevrouw?’ ‘Verschrikkelijk!’, reageer ik spontaan. Het meisje moet lachen en zegt: ‘In de pauze hadden onze leraren Grieks en Latijn al vette spijt dat ze ons hier mee naartoe hebben genomen. Op het Vossius Gymnasium hebben we wekenlang Euripides gelezen, om goed voorbereid te zijn. Allemaal voor niets, want het was niet erg diepzinnig, toch?’ We moeten lachen en terwijl ik naar huis fiets realiseer ik me, dat dit ‘popstuk met klassieke opera-uitbarstingen, een dansstuk met vastigheid in het hart, een filmisch concert’, deze op de trillende polsslag van de kosmos gebaseerde ‘Griekse tragedie in de metaversie’ zijn belangrijkste doelgroep, ruimdenkende jongeren die Holland Festival Young wil aanspreken, alvast niet heeft weten te bereiken. En dat pleit meer voor die al dan niet met hun genderidentiteit worstelende jongeren, dan voor de holle pretenties van deze ‘postapocalyptische’ voorstelling in genderperspectief, waarin de oerlelijk componerende en vals zingende countertenor Ariah Lester, een androgyne performer uit Venezuela, als de God Dionysus het aan strikte gedragsregels gebonden verjaardagsfeestje van moeder Agave in de war schopt door al blerend en dansend ieders lusten aan te wakkeren met een gouden buikje met bungelende tietjes eraan om zijn naakte middel gedrapeerd. Wat in deze drag-opera had moeten werken als bevrijdend, komt over als verstikkend omdat de achterliggende ideeën zo oppervlakkig en vaak ronduit onbenullig zijn uitgewerkt. Papakonstantinou wil ontregelen en breuklijnen blootleggen in de hoop dat we ‘ooit echt onszelf kunnen zijn’, maar de middelen waarmee ze dat doet – mythe, muziek, dans, elektronica – zijn zo clichématig en vaak stupide uitgewerkt, dat de stereotiep aangeklede voorstelling vooral ergernis opwekt door gebrek aan inhoud en visie. Dat actueel en politiek correct zijn door zaken als klimaatvervuiling, racisme, genderproblematiek en grensoverschrijdend gedrag als uitgangspunt voor een voorstelling te nemen nog niet per definitie leidt tot boeiende, geloofwaardige en kwalitatief hoogwaardige kunstvormen, wordt de laatste jaren nogal eens over het hoofd gezien, zowel door de subsidieverstrekkers als door de naar subsidie hongerende makers van dergelijke kunst. En dat is jammer, want met The Bacchae had alleen al een groepje gemotiveerde schoolkinderen voor het muziektheater gewonnen kunnen worden.

 

 

 

 

Ook de absurdistische en verhuld maatschappijkritische Japanse muziektheatervoorstelling Ribingurumuno Metamorufuoshisu van regisseur Toshiki Okada en componist Dai Fujikura, die met zes Japanse acteurs en zeven musici van Klangforum Wien de ‘Metamorfose van een woonkamer’ poogt te verbeelden, zoomt in op wereldproblematiek als vervreemding, chaos, onverdraagzaamheid, hebzucht, woningnood en het universele verlangen naar religie of spirituele bevrediging. Het summiere en geabstraheerde decor dat langzamerhand uit elkaar valt, de vreemd uitgedoste en nog vreemder bewegende acteurs, de vaak komische teksten en de muziekflarden, alles in deze vernieuwende vorm van ‘muziektheater’ draagt bij aan een Japanse manier van cryptische ‘storytelling’, die in zijn ongrijpbaarheid en absurditeit af en toe best vermakelijk was, maar uiteindelijk toch het artistieke gehalte van een bonte schoolavond met de educatieve focus op de kunstdoctrines van het Dadaïsme niet oversteeg. Gezeten aan de rand van het podium, pal tussen het publiek en de acteurs, stootten de zeven musici vervreemdende klanken uit die op filmische wijze de mysterieuze gebeurtenissen achter hen becommentariëerden in ‘muziek’, waarin alles zich uiteindelijk leek op te lossen.

 

 

 

 

Van een ander kaliber en tenminste in staat om zoals alle zinvolle kunst daadwerkelijk aan het denken te zetten, te raken en te ontroeren, was het interactieve kunstwerk Evolution of Fearlessness van de Australische kunstenares Lynette Wallworth, die door associate artist ANOHNI bij het Holland Festival werd betrokken. Om dit werk te ervaren lees je eerst de verhalen van elf vrouwen, die voornamelijk politieke vluchtelingen zijn en nu in Australië wonen. Ze komen uit landen als Soedan, Afghanistan, Irak, Syrië en El Salvador, waar ze zijn blootgesteld aan extreem geweld. Andere vrouwen werden slachtoffer van kindermisbruik en mishandeling of ze hebben geleden onder het gruwelijke bewind van de nazi’s. Hun verhalen zijn choquerend en vreselijk triest. Maar het werk gaat niet over wat de vrouwen is overkomen, het gaat over wie ze zijn geworden. Ze weten hun trauma’s te hanteren door zich in te zetten voor andere slachtoffers van geweld. Na het lezen van hun verhalen loopt de toeschouwer naar een soort deuropening in een verduisterde kamer en legt een hand op de lichtpuntjes in een glazen portaal. Deze actie veroorzaakt de activering van een levensgrote video van een van de vrouwen die digitaal naar voren stapt en haar hand op jouw hand legt. Het werk creëert een moment van videoaanraking. Wat je ervaart als je in de ogen van deze vrouwen kijkt, is niet hun verwoesting, maar eerder en misschien verrassend, hun kracht en hun liefde. Het ondergaan van Evolution of Fearlessness is aangrijpend, omdat Wallworth’ installatie daadwerkelijk de suggestie wekt dat je deze moedige en sterke vrouwen ontmoet.

 

 

 

 

Maar verreweg de meest indrukwekkende Holland Festival-voorstelling die ik tot nu heb gezien, is multidisciplinaire voorstelling Euphoria van de Duitse kunstenaar en filmaker Julian Rosefeldt, die al eerder sterk de aandacht trok met Manifesta. Deze twee uur durende productie, die nog t/m 25 juni te zien is in. De Centrale Markthal van de Foodhallen aan de Jan van Galenstraat 6 in Amsterdam, zet zich met een briljant script dat gebaseerd is op teksten van Socrates tot en met Karl Marx en Snoop Dogg, Shakespeare tot en met Ayn Rand en Warren Buffet, af tegen de vernietigende wereld van het kapitalisme. De voorstelling is opgebouwd rondom een reusachtig beeldscherm, waarop zich zes scenes afspelen waarin verrassende personages preken en filosoferen over de geestelijke armoede van hebzucht, de desastreuze effecten van geldzucht en de daarmee samenhangende vernietiging van onze aarde. Of het nu om de New Yorkse taxichauffeur gaat die intelligente betogen houdt tegen een niet naar hem luisterende klant of om de gedesillusioneerde dames die met pakketten zeulen in een  gemechaniseerd postorderbedrijf, om een groep skatende jongeren die zich tegen de maatschappij verzetten en filosoferen in een verlaten busstation of om de op geld beluste medewerkers van een bank die uit pure hebzucht en gewin helemaal uit hun dak gaan, om een stel zwevers die bij een vuurtje in een verlaten scheepswerf vlijmscherpe discussies voeren of om de eenzame tijger die in een verlaten supermarkt de kapot gevallen flesjes met tomatenketchup oplikt en met de stem van Cate Blanchet al pratend en zingend genadeloos commentaar levert op de manier waarop wij leven, het is allemaal even scherp verwoord en fantastisch verfilmd in een glasheldere cinematografie van Christoph Krauss, die ook dankbaar gebruik maakt van de duizelingwekkende filmische mogelijkheden van drones die o.a. hoog boven New York zweven. En die zich soms op straat even voordoen als vreemde lichtgevende vogels, waarmee een zwerfster zich vermaakt.

 

 

 

 

Onder het hoofdscherm door loopt een levensecht overkomende ‘digitale band’ met een reusachtig koor van murmelende en soms zingende jonge mensen uit het Brooklyn Youth Chorus, die op de prachtige muziek van Sammy Moussa (aangevuld met muziek van Cassie Kinoshi) commentaar leveren op de duizelingwekkende gebeurtenissen op het hoofdscherm. Boven hun hoofden bevinden zich nog vijf kleinere beeldschermen met drummers van over de hele wereld, die in een feilloos samengaan van beeld, tekst, muziek, techniek en de juiste timing, ook weer het hoofdverhaal onderstrepen. Rosefeldt maakt niet alleen de destructie invoelbaar, maar ook de euforie van de trouwe aanhangers van het corrumperende kapitalisme, met zijn ontmenselijkende effect op de beschaving die gedoemd is ten onder te gaan als er niet een daadwerkelijke ommekeer zal plaatsvinden. Centrale vraag is: hoe kunnen we ophouden te verlangen naar datgene wat onze eigen ondergang zal veroorzaken, namelijk eindeloze economische groei in een steeds verder geautomatiseerde wereld waarin financiële systemen en AI alles wat menselijk en waardig is opslokken en vernietigen? Rosefeldt geeft geen sluitende antwoorden maar wekt wel verontrusting en daarmee maatschappelijke betrokkenheid op met deze fascinerende productie, waarin de natuur nauwelijks meer een rol speelt, al doemen er witte hengsten, een kudde schapen, een eland en een kameel op in het universele stadslandschap, waarin de tijger uiteindelijk het laatste woord heeft. Om me heen kijkend zag ik vooral 50-plussers, terwijl juist deze voorstelling de kracht heeft om ook de jongeren diep in hun ziel te raken.

Wenneke Savenije

 

 

 

 

 

 

 

Info:

https://www.hollandfestival.nl

You May Also Like

Drie keer is scheepsrecht! Piano Duo Kolesnikov/Tsoy  speelt Messiaen en Kurtag/Bach

Oliebollenconcert 2025 van grote klasse

Nieuwjaarconcert van het NBE zet de deur open voor iedereen

Afscheidsconcert Riccardo Muti in mild mezzoforte – Weens nieuwjaarsconcert 2025