Alexander Malofeev: intens muzikale pianist
Gehoord: Het Concertgebouw Amsterdam, Kleine Zaal, 1 oktober 2022
Door Willem Boone
De Russische pianist Alexander Malofeev die gisteren zijn recitaldebuut in de Kleine Zaal van het Concertgebouw maakte, is met zijn 20 jaar al een stuk ervarener dan je op het eerste gezicht zou denken. Hij behaalde op zijn 13e de eerste prijs bij het Tsjaikofsky Concours for Young Musicians en sindsdien nam zijn carrière een hoge vlucht. In de Grote Zaal trad hij al een keer op bij het Jubileumconcert ter gelegenheid van 30 jaar Meesterpianisten. Momenteel is hij een veelgevraagd solist. Laag gezeten aan de vleugel begon hij zijn optreden met de Mondscheinsonate van Beethoven. Het eerste deel speelde hij in een gaand tempo en hij wist het iets breekbaars mee te geven. In gunstige zin vielen zijn mooie toucher en legatospel op, een ‘visitekaartje’ dat hij direct afgaf en dat gold voor alles wat hij speelde. Het laatste deel was zeker presto, maar gelukkig geen race tegen de klok. Deze pianist is er in het geheel niet op uit om te epateren met wat voor virtuoos vertoon dan ook, het gaat hem uitsluitend om de muziek en daarmee versmelt hij totaal. Dat is duidelijk te zien aan zijn geconcentreerde houding en blikken tijdens zijn spel. Dezelfde positieve indruk liet hij achter met zijn vertolking van Beethovens Sturmsonate, die waar nodig fel was met de voor deze componist zo typerende sforzati. Het toucher van deze pianist past goed bij Beethoven, wiens muziek het behalve felheid ook van tederheid moet hebben. Het laatste deel, allegretto, was gracieus van karakter en eens te meer viel de superieure techniek van Malofeev op.
Na de pauze tapte hij uit een ander vaatje met muziek uit zijn vaderland, allereerst met de Sonate in G opus 22 van Medtner. Zijn muziek heeft weliswaar een herkenbare stijl, maar is toch nooit erg populair geworden, in elk geval veel minder dan die van Rachmaninoff of Prokofiev. Aan de pianistische schrijfwijze zal het niet liggen, maar waarschijnlijk heeft het meer te maken met zijn melodieën: in tegenstelling tot de muziek van Rachmaninoff zijn de werken van Medtner moeilijk te onthouden of na te zingen. Overigens deed de inzet van deze sonate vagelijk aan Rachmaninoff denken. In deze componist wisselt de componist melancholieke momenten af met heftige passages. Een beter pleidooi dan door Malofeev kan ik me niet voorstellen: hij gelooft in deze muziek en heeft alles in huis om deze zo ideaal mogelijk over het voetlicht te brengen. Hij wist het publiek bij vlagen te verleiden met zijn aanslagverfijning, maar als toehoorder loop je tegen een stijl aan die niet heel gemakkelijk te bevatten is. Het gaat typisch om muziek die je meer dan eens moet beluisteren voordat je ze naar waarde kunt schatten.
Het verschil met de Etudes tableaux opus 33 van Rachmaninoff was groot: net als bij Medtner er sprake van hartstochtelijke muziek, bij eerstgenoemde componist is deze compacter geschreven en makkelijker te ‘bevatten’. De Russische pianist bezit al net zoveel affiniteit met Rachmaninoff: met zijn noblesse en zijn bronzen pianoklank, zoals die zo mooi tot uiting kwamen in de tweede en derde van deze Etudes Tableaux, is hij een van de beste pleitbezorgers voor de muziek van deze componist. Dit is precies de manier waarop je zijn stukken gespeeld wilt horen en je kunt je voorstellen waarom een bewonderaar onder een film op YouTube van Malofeev het volgende commentaar schreef: ‘Rachmaninoff zou er trots op geweest zijn als hij u had gekend.’ Gelukkig was er geen moment sprake van een sentimentele, stroperige aanpak. Deze Etudes Tableaux zijn net zo afwisselend van karakter als die van opus 39, maar ze zijn wat beknopter van omvang.
Ook in dit geval is de mineurstemming net van de lucht en zijn er maar enkele in een majeurtoonaard geschreven. Na het daverende slot van nr. 8 brak de pianist opnieuw een lans voor Medtner, ditmaal met een van de Forgotten melodies, die tot zijn meest toegankelijke stukken behoren. Met zijn breekbare klank hield hij daarvoor een overtuigend pleidooi. De tweede toegift, het Precipitato uit de Zevende sonate van Prokofiev was enigszins ongebruikelijk. Allereerst door het virtuoze karakter ervan, maar ook door de manier waarop Malofeev het bracht. Hij begon op een ‘understated’ manier, bijna terughoudend, om geleidelijk toe te nemen in volume, in de laatste bladzijden met bulderende akkoorden. De hele avond had ik hem niet zo luid horen spelen, het was alsof hij wilde laten zien dat hij daartoe ook in staat was. Na een dromerige derde toegift (vermoedelijk van Scriabin) toonde hij ware heldenmoed door als laatste encore het berucht moeilijke Islamey van Balakirev te spelen, een van de aller moeilijkste stukken die ooit voor piano geschreven zijn. Waarschijnlijk gaan dat soort virtuoze prestaties je goed af als je jong bent en aan energie geen gebrek hebt. Ook dit stuk bracht hij anders dan je het normaal hoort: dit keer leek het niet op de typisch Russische ‘warhorse’, maar het had kunnen doorgaan voor het ‘broertje’ van Feux Follets van Liszt. Het klonk licht en etherisch, terwijl het middendeel juist heel poëtisch van karakter was. Bij een compositie die niet primair als poëtisch bekend staat, is dat des te opmerkelijker. Hopelijk wacht deze talentvolle pianist niet te lang om weer langs te komen, in recital en als solist ij het Concertgebouworkest!
Willem Boone
Info:
https://alexander-malofeev.com