Bachs Fusion
Afgelopen vrijdag besloot de Nederlandse Bachvereniging hun tournee met het programma ‘Bachs Fusion’ in de aan Amara gelieerde Nieuwe Kerk in Den Haag. Hoewel slechts een enkel werk op dit programma daadwerkelijk van ‘de grote Johann Sebastian’ zelf stamde, garandeerde de vaste aanhang van het ensemble een aanzienlijke, zij het merendeels vergrijsde opkomst.
We hoorden allereerst een selectie werken die Bach bewerkte of waarop hij voortborduurde, gevolgd door Mozarts bewerking van de Fuga BWV 878 en tot slot Bachs hoogst eigen vioolconcert BWV 1042. Deze programmering leverde niet alleen interessante bespiegelingen op, ze legde ook de kwaliteiten bloot die Bach in andere componisten wist te schatten. In de gekozen vioolconcerten van Vivaldi en Marcello bewonderde hij duidelijk de messcherpe karakterisering van affecten – de manier waarop ze met enkele penseelstreken een stemming neerzetten. Door de invoeging van Bachs ‘uitwerking’ van de fuga tijdens de vertolking Albinoni’s Triosonate opus 1 nr.8, werd aanvullend duidelijk waar de meester wist dat zijn eigen krachten lagen.
Dit kleurrijke programma waarin Bach extra glans krijgt door de muziek van anderen terwijl Bach op zijn beurt anderen zijn glans schenkt kwam niet volledig uit de verf. Snelle delen misten reliëf en transparantie doordat solist en leider Shunske Sato de puls geregeld uit zijn verband jaagde en lichtvoetigheid ontbrak, die je losmaakt door precisie, een veelzijdige ritmische accentuering en een verfijnde dosering van dynamiek. In langzame delen had het authentieke instrumentarium nog extra mysterie en betovering kunnen toevoegen aan het klankavontuur. Niet alleen bij Bach, maar juist ook bij Vivaldi en Marcello spreken zulke details. En ze moeten des te meer spreken omdat de muziek anders minder gewicht in de schaal legt.
Het publiek beloonde het ensemble en hun leider met een stevig applaus, maar het feest van verrassing en herkenning had groter kunnen zijn.
Elger Niels