Canellakis en Lewis openen de NTR Zaterdagmatinee met ijs en lava
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Karina Canellakis, solist Paul Lewis, piano.
Gehoord: 25/9, Concertgebouw Amsterdam
Bij de oude Chinezen had muziek de waarde van een wereldorde en de werking ervan werd onweerstaanbaar geacht. ‘De noten van een wel bestuurd rijk zijn vreedzaam en brengen blijmoedigheid; zulke een bestuur is harmonisch,’ schreef de historicus Seuma Tsien in zijn Mémoires. Confucius nam de muziek in een rijk als maatstaf voor dat rijk. Maar de kracht van muziek reikte z.i. nog verder: ‘Zij trekt den hemel op aarde en de aarde in de hemel.’
Op het openingsconcert van de Zaterdagmatinee 2021-2022 balanceerde het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Karina Canellakis elegant maar krachtig op en onder de bergtoppen tussen hemel en aarde. Tijdens de wereldpremière van de Derde symfonie van de Oostenrijkse componist Thomas Larcher hingen zij om precies te zijn onder een grimmige rotsformatie van de Marmolada in de Italiaanse Dolomieten, waar bergbeklimmer Tom Ballard – die nooit meer zou terugkeren van zijn laatste expeditie naar de Naga Parbat in Pakistan – halsbrekende toeren uithaalde onder een vrijwel horizontaal verlopend ‘rotsplafond’ in een project dat hij ‘A line above the sky’ doopte. Gefascineerd door deze extreme alpinist en eeuwig verliefd op de bergen, koos Larcher ‘A line above the sky’ als bijnaam voor zijn Derde Symfonie, die hij in 2019 voltooide. Larcher: ‘Voor mij schuilt achter de uitdrukking ‘A line above the sky’ ook het verlangen naar de droom van een verlicht leven, een leven in het licht. Een leven dat de bergen omarmt, deze stille giganten die ons bij tijden observeren en begrijpelijkerwijs geen begrip hebben voor onze gekke acties.’ Zelf heeft Larcher ook ‘de beste uren’ van zijn leven op en naast de bergen doorgebracht: Hun bestaan heeft me geïnspireerd, verlicht en getroost. Ze hielpen me mijn ‘andere zelf’ te ontdekken, evenals de muziek. Ik voel me verwant aan iemand als Tom Ballard.’
Waarom mensen extreme risico’s opzoeken is ook Larcher, die zelf meerdere malen aan de dood ontsnapte tijdens zijn klimpartijen, een raadsel. Maar het eerste deel van zijn Derde symfonie zette hij uit bewondering voor extremisme in de natuur op als een ‘testimony of the intensity of life’, enigszins luguber gevolgd door ‘Trauermuziek’ in het tweede deel. Twee contrasterende werelden gaan in het werk de confrontatie aan: de romantische traditie van het melodieuze Weense verleden versus de motorische herrie van de moderne tijd, zodat passages van harmonie en melodie als het ware doorboord worden door ijle klanken van krakend ijs en besneeuwde bergtoppen, schrille klanken van afbrekende rotsformaties, het donderende geraas van lawines en de agressieve atonaliteit van moderne stadsgeluiden.
Karina Canelakis liet zich door alle tumult niet van de wijs brengen, sprong als een behendige berggeit over de angstaanjagende rotsformaties, hielde de touwtjes stevig in handen en nam zowel het orkest als de luisteraar mee in het kleurrijke, ontstellend hectische luisteravontuur van Larchers Derde symfonie, die op mijzelf het effect sorteerde van eigentijdse filmmuziek waarbij geen film nodig is. Een ‘klankfilm’ waarin angstaanjagende en spooky geluidserupties worden afgewisseld met visionaire stemmingsbeelden van hoop, vrede en verzoening.
Op het granieten tumult van Larchers symfonie volgden warme lavastromen die harmonieus en diepzinnig opwelden uit het veelbewogen innerlijk van wijlen Brahms. Zijn aanvankelijk verguisde, maar onmiskenbaar schitterende Eerste pianoconcert, dat tijdens de première in 1885 flopte in Hannover en Leipzig, is een lievelingswerk van de Engelse meesterpianist Paul Lewis, die het concert in 2016 opnam en er nog altijd hoorbaar aan verslingerd is. Het fijne van musici als Canellakis en Lewis, die uitstekend aan elkaar gewaagd bleken, is dat ze zo integer en bekwaam zijn. Het is ze werkelijk om de muziek zelf te doen, die ze met empathie, fijnzinnigheid en nuance verklanken. Noch Lewis noch Canellakis voelen de behoefte om de muziek die ze uitvoeren te belasten met ego zaken en persoonlijke emoties. Maar dat wil niet zeggen dat ze de noten alleen maar ‘voor zichzelf laten spreken’, in een onderkoelde weergave. Het gaat veel dieper, want ze gaan in en tussen die noten op zoek naar muzikale waarachtigheid, zonder daarbij balans en samenhang uit het oog te verliezen.
Canellakis opende het concert met zijn lange orkestinleiding wellicht iets te beschaafd, gedragen, innig en monumentaal, zodat Brahms af en toe bijna tot stilstand kwam. Maar dat gaf Lewis wel de gelegenheid om zich subtiel en organisch, alsof het kamermuziek betrof, te voegen bij de orkestpartij. Pas gaandeweg trad hij als solist met markante passages naar voren om recht te doen aan de onstuimige expressie van het openingsdeel, waarin wellicht nog iets meer meer vuur en beweging had kunnen zitten, hoe mooi het allemaal ook klonk. Het gezegende Adagio trok voorbij als een tedere en diep doorvoelde liefdesverklaring van Brahms aan Clara Schuman, waarna Lewis in de fugatische rondo-finale mannelijk en kordaat het expressieve voortouw nam, zonder dat Canellakis en het uitstekend musicerende Radio Filharmonisch Orkest hem lieten ontsnappen. Als het aan de gewetensvol en oprecht musicerende Lewis en de gedecideerd, oplettend maar zachtzinnig dirigerende Canellakis lag, zou de wereld er inderdaad wijs, vreedzaam, harmonisch en blijmoedig uit kunnen zien.
Wenneke Savenije
Info en volgende concerten, waaroinder op 2 oktober met Yuja Wang:
https://www.nporadio4.nl/programmas/ntr-zaterdagmatinee
Steun De Nieuwe Muze. Like ons, volg ons, lees ons en neem een abonnement!