Concert ter gelegenheid van cd-presentatie Anna Besson (fluit) en Olga Pashchenko (piano)
Variations on Folk Songs: Kuhlau, Beethoven, Walckiers en Doppler
Gehoord: 26/8, Luther Museum, Amsterdam
Georganiseerd door Geelvinck Muziek Musea
Ze zijn de ideale pleegouders voor de 80 verweesde klavierinstrumenten uit de Sweelinck Collectie, die aanvankelijk waren ondergebracht op de bovenverdieping van het Sweelinck Conservatorium aan de Van Baerlestraat, maar die in 2008 niet mee konden verhuizen naar het nieuwe conservatoriumgebouw aan de Oosterdokskade. Daarnaast beheren ze nog zo’n 120 andere historische toetsinstrumenten, waarvan het merendeel piano’s uit de 18e en 19e eeuw. Jurn Buisman en zijn vrouw Dunya Verwey, die eerder het Geelvinck Museum in het 17e eeuwse Geelvinck Hinlopen Huis aan de Amsterdamse Herengracht 518 bestierden, waar de bezoeker in elegante stijlkamers kon ervaren hoe eens de regentenfamilies leefden en daarnaast vele concerten kon bijwonen op fraai gerestaureerde fortepiano’s uit de collectie, weken bij gebrek aan financiële ondersteuning in 2015 uit naar stadspaleis De Wildeman in Zutphen, dat ze omdoopten tot Muziek Museum Zutphen.
Vanuit hier kon de overkoepelende organisatie Geelvinck Muziek Musea, waaronder sinds enkele jaren ook het Amsterdamse Pianola Museum valt, met haar collectie historische piano’s als programmeur van oude muziek concerten haar vleugels verder uitslaan. Maar ook al liet internationale erkenning uit de muziekwereld niet lang op zich wachten, toch viel ook in Zutphen het doek op 4 november 2019. Oorzaak waren grote bouwtechnische problemen van het sleetse monument en een onbetrouwbare overheid, die niet over de brug kwam met eerder gedane beloftes en de voor restauratie bedoelde rijkssubsidie liever in eigen zak stak.
Een deel van de instrumentencollectie ging weer in depot, een ander deel werd geplaatst in Oud Amelisweerd (het voormalige Armando Museum) bij Utrecht en in landhuizen en kastelen waar concerten worden georganiseerd. Er werden ook instrumenten ondergebracht in de kerkzaal van het Luther Museum aan de Nieuwe Keizersgracht in Amsterdam en in het landgoed Kolthoorn in Heerde, waar Buisman en zijn vrouw na hun vertrek uit de hoofdstad zijn gaan wonen. Al deze commotie noch Covid weerhouden het echtpaar ervan concerten, symposia en – al sinds 2011 – het traditionele Geelvinck Festival te organiseren, desnoods online, zolang het ‘klinkende erfgoed’ maar kan zingen en elk opgeknapt instrument zijn eigen ‘sound’ maar kan hervinden. Niet alleen om het verleden te doen herleven (mede op grond van de laatste wetenschappelijke inzichten), maar ook als bron van inspiratie voor nu levende musici en eigentijdse componisten. Bovendien gaan ze gewetensvol door met het laten restaureren van de vaak half uit elkaar gevallen instrumenten door vaklieden als Gijs Wilderom, terwijl de instrumentencollectie gestaag groeit dankzij giften en aankopen.
De cd-presentatie
En zo kon het gebeuren dat pianiste Olga Pashchenko en fluitiste Anna Besson ter gelegenheid van de presentatie van hun nieuwe cd ‘Variations on Folk Songs’ in het Luther Museum de beschikking kregen over een onlangs gerestaureerde Conrad Graf fortepiano uit Wenen, gebouwd in 1836, die al eens werd bespeeld in het Concertgebouw. Beethoven speelde graag op een Conrad Graf, net als Robert en Clara Schumann en Chopin. Geen wonder, want het instrument met zijn vier pedalen biedt een rijk arsenaal aan klank- en kleurmogelijkheden. Voeg bij die Conrad Graf het warme timbre van (een kopie van) een fluit uit 1815, zonder kleppen maar vol kleurschakeringen, en de mogelijkheden om werkelijk iets bijzonders te laten horen liggen voor het grijpen. Voeg daar nog twee uitstekende muzikantes en een flinke dosis folklore aan toe en het muzikale feest kan al bij voorbaat haast niet meer stuk.
Al was de fluit niet echt populair ten tijde van de vroege romantiek, toch heeft Beethoven rond 1818 relatief veel voor fluit en piano geschreven. In zijn Thema en Variaties, op. 107 en zijn Zes Variaties op een thema, op. 105 maakte hij dankbaar en boertig gebruik van de folklore, waarbij hij zijn licht opstak in o.a. Schotland, Tirol, Rusland, Oostenrijk en Ierland, wat leidde tot aanstekelijke en melodieuze muziek vol onverwachte ritmes, contrasten en spannende wendingen. Het duo gaf er meesterlijke uitvoeringen van, waarbij duidelijk werd dat beide dames zowel hun instrument als de kunst van het dialogen voeren op het scherp van de snede tot in de finesses beheersen. Aan Beethoven vooraf ging een expressieve vertolking van Kuhlau’s Grand Sonata voor fortepiano en obligate fluit uit 1826.
Nadat Besson in het Rondo Auvergnat (1834) van Eugène Walckiers voor fluit solo alles uit de kast had getrokken om op haar weerbarstige instrument de atmosfeer van de Franse Auvergne, compleet met hondengeblaf, op te roepen, liet Olga Pashchenko in Beethovens 32 Variaties op een origineel thema in c, WoO 80 (1806) de Conrad Graf open bloeien in al zijn mogelijkheden, subtiele kleurschakeringen, ‘sprekende’ en ‘zingende’ kwaliteiten, donderende fortes, fluisterende pianissimo’s en sensuele lyriek, wat leidde tot een briljante uitvoering vol ongekende dieptewerkingen en betoverende vergezichten. De presentatie werd besloten met de romantische Fantaisie pastorale hongroise van de componerende fluitist Franz Doppler, die in tweede helft van de 19e eeuw populair was in heel Europa. Net als de andere werken werd Dopplers pastorale door beide dames gloedvol, integer en levendig uiteengezet. Voor wie van fluit en piano houdt is hun album dan ook een must.
CD:
Variations on Folk Songs
Beethoven Kuhlau Doppler
Anna Besson (fluit), Olga Pashchenko (fortepiano)
Outhere Alpha 639
ALPHA-CLASSICS.CO