Countertenor Jakub Józef Orliński is uniek

Countertenor Jakub Józef Orliński is uniek - De Nieuwe Muze
Jakub Józef Orliński – Portrait

 

BEYOND

Jakub Józef Orliński & Il Pomo d’Oro. Gehoord: 19/11, Concertgebouw, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Had de Poolse countertenor Jakub Józef Orliński (1990) zes jaar geleden niet een telefoontje gekregen of hij last minute kon invallen, dan was zijn stormachtige carrière misschien heel anders verlopen. Orliński had net met succes gedebuteerd als Orimeno in Cavalli’s opera Erismena op het Festival van Aix-en-Provence. De 26-jarige zanger was op een stoel gesprongen, had parmantig een aria gezongen en zich vervolgens uitgeleefd in een paar breakdance moves.

Debuut

De volgende ochtend vertrok hij op gympen, in korte broek en met een verfomfaaid overhemd aan naar de opnamelocatie voor de live uitzending van het Franse radioprogramma Carrefour de Lodéon. Toen hij daar aankwam met zijn pianist Alphonse Cémin, ook in korte broek en op teenslippers, bleek hun optreden gestreamd te worden op Facebook Live. Tijd voor omkleden was er niet meer. En zo begon Orliński nog half beneveld door het feest van de vorige avond op 13 juli 2017 op hoop van zegen aan Vedrò con mio diletto, een aria uit Vivaldi’s opera Il Giustino uit 1724. Een ster werd geboren. Zijn spontane openlucht optreden werd inmiddels door 10 miljoen kijkers op YouTube bekeken en maakte de countertenor in een klap beroemd. Orliński zong hemels en puur als een engel en zag er met zijn donkerblonde krullen ook uit als een engel. Volgens zijn bewonderaars oogde en klonk Orliński zoals de David van Michelangelo zou klinken als het standbeeld tot leven zou komen om te zingen. Onweerstaanbaar door zijn kracht en sensualiteit.

 

Countertenor Jakub Józef Orliński is uniek - denieuwemuze.nl
Jakub Józef Orliński – Portrait

 

Later zou zijn soepele stem, die enkele octaven omspant zonder in de hoogte of de laagte in te boeten aan zeggingskracht, warmte en schoonheid, wel eens vergeleken worden met het timbre van de klarinet. Het bijzondere is dat tijdens Orliński tijdens het optreden dat hem beroemd zou maken bloedserieus is en niets laat zien van zijn alter ego, de breakdancer en skater, die lang voordat Lorenzo Viotti op het idee kwam om skatend over de daken van de stopera te skaten bij wijze van pr-stunt, enthousiast opging in de kunst van het breakdancen, waarmee hij als kind al prijzen won. Van wat hij later werkelijk wilde worden had hij geen idee. Geboren in een Poolse familie van kunstenaars en grafische vormgevers, probeerde hij aanvankelijk beeldend kunstenaar te worden, maar dat werd geen succes. De universiteit bleek ook niet aan hem besteed. Wat overbleef was zingen, want Orliński zat al als jongetje van acht in een koor. Hij werd op het nippertje toegelaten tot de Fryderyk Chopin University of Music in Warschau en was daar aanvankelijk de slechtste van de klas. Tijdens een van zijn eerste optredens als student liepen drie van de zeven aanwezige mensen weg uit de zaal omdat ze zijn falsetstem verwijfd vonden, tot op heden het dieptepunt van zijn muzikale loopbaan.
Maar Orliński zette door, werd in 2012 lid van de Opera Academie van het Grand Theatre in Warschau en specialiseerde zich in barokopera’s.  Van 2015 tot 2017 studeerde hij aan de Juilliard School en na succesvolle optredens als o.a. Narciso in Agrippina van Händel en Rinaldo in diens gelijknamige opera, kwam hij internationaal in de belangstelling te staan.

Countertenor op sneakers

Na zijn echte doorbraak op YouTube was de opmars van Orliński niet meer te stuiten. In 2019 won hij de Gramophone Classical Music Award, in 2021 de International Opera Award en in 2022 de International Classical Music Award. Maar zou je de countertenor op straat tegenkomen, dan zou je hem eerder aanzien voor een skater op sneakers dan voor een operaster. Zelf ziet Orliński breakdancen als de ideale manier om zijn lichaam in de juiste conditie te houden om uitgebalanceerd te kunnen zingen. Voordat hij het podium oploopt haalt hij de wonderlijkste capriolen uit in hotelkamers, kleedkamers en achter de coulissen. Hij kan het breakdancen eenvoudigweg niet laten en beleeft er waarschijnlijk bijna evenveel plezier aan als aan zingen. En daarmee raken beide activiteiten aan zijn grootste missie in het leven: plezier hebben en geven, al zou hij als er gekozen moest worden vast kiezen voor de muziek, die uit zijn atletische lijf en fijngevoelige inborst stroomt als vloeibaar goud.

En zo begon Orliński zijn debuut in de Grote Zaal van het Concertgebouw gehuld in een zwarte cape aan E pur io torno qui, een expressieve klaagzang uit Monteverdi’s opera L’incoronazione di Poppea (1642), gevolgd door de madrigaal Voglio di vita uscir. Meteen viel het superieure gemak op waarmee de haarzuiver en ingetogen zingende countertenor zich over het podium beweegt en de ruimte naar zijn hand zet. Met nauwelijks theatrale middelen, maar wel zo dat je steeds maar naar hem blijft kijken door de vrijheid die hij met zijn stem en bewegingen uitstraalt. Il Pomo d’Oro, het barokorkest waarmee hij sinds enkele jaren een hechte band heeft, stelde zich coöperatief op zonder slaafs te worden, zodat beide partijen elkaar wisten uit te dagen en te inspireren. Na de instrumentale Passacalio op. 22 van Marini, waarbij de uitbundige expressiviteit van het barokorkest soms werd ontsierd door een enigszins onzuivere intonatie, vervolgde Orliński zijn optreden met gepassioneerde liefdeskreten in Caccini’s Amarilli, mia bella uit Le nuove musiche (1601-1602) en het sensitief en sensueel gezongen Cosi mi disprezzate uit Arie musicali (1630) van Frescobaldi.

 

 

Jakub Józef Orliński – Portrait

 

 

Radslag op het podium

Terwijl Il Pomo d’Oro zich uitleefde in een virtuoos maar net niet helemaal zuiver gespeelde Sonate voor twee violen in F van Kerll (ca. 1660-1688) begon Orliński, inmiddels zonder zijn cape en gehuld in een soepel vallend beige maatpak, zich steeds opmerkelijker te bewegen. Hij liep als een sierlijke tijger heen en weer, ging liggen, trok aan de rand van het podium zijn sokken en schoenen uit, ging met zijn rug naar het publiek zitten luisteren naar zijn vrienden, sprong van het podium af met twee lichtgevende digitale toortsen waarmee hij door de verduisterde zaal danste om vanuit het midden L’amante consolato uit Barnara Strozzi’s Cantate, ariette e duetti, op. 2 (1651) in te zetten, sprong weer het podium op en begon, nadat hij met zijn cape als deken had liggen luisteren naar de Sinfonia uit Pallavicino’s Demetrio (1666) nog liggend aan een schitterende vertolking van Incomprensibil nume uit Pompeo Magno (1660) van Cavalli. En toen gebeurde het. De countertenor stond al zingend op, zette zijn aria kracht bij met kleine dansbewegingen en maakte ineens een radslag door de lucht, zo elegant en vanzelfsprekend alsof het de normaalste zaak van de wereld was.

Barok juweeltjes

Vanaf dat moment zat je als luisteraar niet alleen verlangend uit te zien naar nog meer vergeten of verloren gewaande vocale juweeltjes uit het 17e eeuwse repertoire, maar ook in spanning te wachten op de volgende acrobatische verrassing van Orliński, die als een ervaren balletdanser door de ruimte bewoog. Maar de beweeglijke zanger hield zich in omwille van de schoonheid van de muziek en zong Netti’s Misero core… Si, si, si… Dolcimissimi catene uit La Filli (1682) met berustende wanhoop en humor terwijl hij zich met behulp van zijn cape had veranderd in een stokoud vrouwtje die nog steeds de liefde wilde beleven. Er volgden hemels gezongen aria’s van Sartorio, nogmaals Netti, Jarzebski en Moratelli, waarin Orliński zijn publiek in het hart wist te raken, zonder al te veel theatraal vertoon. Het applaus was overweldigend, de zanger vloog de rode trappen op en af, besloot nog meer te zingen en kwam al radslagen maken met een reeks onvergetelijke toegiften, die werden opgeleukt met just a few duizelingwekkende breakdancecapriolen. De unieke Orliński kon niet meer stuk.

Wenneke Savenije

 

Info:

https://jakubjozeforlinski.com

www.concertgebouw.nl

 

Luister hier naar Beyond>

Bekijk hier Orlinski’s doorbraak op YouTube>

 

Schrijf je in voor de digitale nieuwsbrief van De Nieuwe Muze>

 

You May Also Like

Katia en Marielle Labeque in magische en holle muziek

Napels – Elektra verzuipt in trage tempi

  Nikola Meeuwsen benadert Mendelssohn als fijnzinnige kamermuziek

Wereldpremière Techno IV – Concert voor Piano en Orkest van Karen Tanaka