De Cello Biënnale online is een dappere onderneming om het gemis van de Cello Biënnale live te compenseren

 

Afgelopen vrijdag was het zover: de in nauwelijks één week tijd samengestelde online editie van de Achtste Cello Biënnale in het Muziekgebouw in Amsterdam, ging glorieus en ontwapenend van start met een solo optreden door Lidy Blijdorp, die in een dieprode jurk met haar cello de lege hal van het Muziekgebouw vulde als een eenzame bloem, die weigerde om niet op te bloeien in tijden van corona.
Ze liet haar cello – het instrument dat voorheen toebehoorde aan Anner Bijlsma, de ‘vader’ van veel Nederlandse cellisten – zingen, grommen en stralen met passie en vuur. Heel toepasselijk speelde ze met een dromerige blik in haar ogen Thin Air van Calliope Tsoupaki, de Componiste des Vaderlands, die dit werk schreef als ‘een ode aan de compassie en de solidariteit die we in de corona-crisis massaal tonen.’ We hebben het hier over de eerste golf wel te verstaan, van waaruit Thin Air – nadrukkelijk geschreven voor een vrij te kiezen solo-instrument – als een trekvogel van festival naar festival vloog om de moed in Europa erin te houden.

Blijdorp werd digitaal ingeleid door een interview van Beitske de Jong met de makers van het festival, cellist en artistiek leider Maarten Mostert en zakelijk leider Johan Dorrenstein, die met berustende humor uitlegden hoe ze al in maart hadden begrepen dat het wel eens heel erg lastig zou kunnen worden. Niet lang daarna draaiden ze 30.0000 brochures door de papierversnipperaar. Ze zetten een bescheidener festival op met een nieuwe brochure, die uitging van 200 bezoekers per concert. Toen dat aantal onlangs werd teruggebracht naar maximaal 30 bezoekers in de zaal, bleef er nog maar een optie over: online gaan. Daarbij gaf de steun die door Radio 4, NTR en NPO2 werd toegezegd de doorslag om vliegensvlug een derde Cello Biënnale 2020 op poten te zetten met vrijwel uitsluitend Nederlandse cellisten. En het bescheiden resultaat mag er in haar kleurrijke verscheidenheid zijn, waarbij zelfshet oorspronkelijke thema van de achtste Cello Biënnale, ‘The Cello Takes over!’, vernuftig overeind werd gehouden. Dat vaste onderdelen als het kinderfestijn Hello Chello verdaagd moeten worden naar 2021 is jammer maar overkomelijk. Dat het Muziekgebouw dit keer niet kan fungeren als ontmoetingsplaats voor topcellisten uit de hele wereld, cellostudenten en publiek, is een groot gemis. Maar gelukkig kan het Nationaal Cello Concours wel doorgaan, zodat alle kandidaten zich niet voor niets kapot hebben gestudeerd de afgelopen maanden.

Het complete festival wordt live gestreamd en uitgezonden via de Cello Biënnale en NPO Radio 4, met als bijkomend voordeel dat alles online blijft staan en dus terug te luisteren valt. Bovendien is het allemaal gratis. Maar dat alles kan helaas niet de geweldige sfeer compenseren die normaal gesproken op de concerten en in de pauzes van de Cello Biënnale het hele Muziekgebouw tot een waar paradijs voor musici en muziekliefhebbers maakt. Wie de onlineconcerten volgt wordt niet alleen veel sneller afgeleid, maar gaat ook op andere dingen letten en wordt kritisch op een manier die de muziek niet ten goede komt. Het ergste is dat streamen onvermijdelijk ten koste van de muzikale communicatie in de zaal gaat. De muziek raakt ontvleugeld en ingeblikt, zoals een ansichtkaart maar een beperkte weergave is van een momentopname van de werkelijkheid. Wat ontbreekt zijn de reuring, de geluiden, het geroezemoes, de geuren, de luchttrillingen die weerkaatsen op de wanden, de klanken die onder je huid kruipen, de doodse ‘stilte’ als mensen hun adem inhouden, de magie.

Op de openingsdag hoorde en zag ik ook ‘The Next Generation’- Alexander Warenberg en Anastasia Feruleva, twee veelbelovende jonge cellisten die in 2016 de eerste en tweede prijs van het Celloconcours wonnen – met bewonderenswaardige professionaliteit en muzikale gedrevenheid de kille camera’s en de verlatenheid in de zaal trotseren. Begeleid door pianist Frank van der Laar speelde Warenberg met stijl en smaak de Suite Italienne van Stravinsky (geen bewerking van Pergolesi, zoals altijd werd gedacht, maar van muziek van de Hollander Unico van Wassenaer) en Feruleva ontroerde met haar warmbloedige uitvoeringen van stukken van Nadia en Lili Boulanger en de door violist Efrem Zimbalist gearrangeerde Concert ‘Fantasie sur “Le Coq d’Or”’, gevolgd door een aangenaam kabbelende uitvoering van Steve Reichs Cello Counterpoint door de Cellisten van het Residentie Orkest, maar ik miste het avondprogramma met Bach, Schubert en Schumann, eerlijk gezegd omdat ik er genoeg van kreeg om achter mijn iMac te blijven zitten. Dat ga ik nog eens goed maken.

Op dag 2 hoorde ik de prettige muzikale verkenningen door de Arabische, Andalusische en Europese muziek door cellist Yassir Bousselam & het Amsterdam Andalusisich Orkest en ’s avonds ben ik opnieuw achter mijn beeldscherm gaan zitten voor het programma Chopin Natuurlijk!, met cellisten Pieter Wispelwey en Quirine Viersen, pianist Thomas Beijer en het Ragazze Quartet en contrabassist Wilmar de Visser. Nadat Wispelwey zich met lichtvoetige bravoure door Chopins Prelude nr. 6, de Mazurka nr. 4 en de Wals op. 64 nr. 1 had gespeeld, waarbij Beijer hem geanimeerd begeleidde, gebeurde er plotseling werkelijk iets achter mijn bureau toen Quirine Viersen samen met Beijer een intens bevlogen uitvoering neerzette van Chopins Sonate voor cello en piano. De barrières werden geslecht, de vonk sloeg over en ik vergat even tijd en plaats, precies zoals je dat ook in de concertzaal kan overkomen. Ik raakte betrokken bij de intense dialogen van Viersen en Beijer, ik voelde de ‘aanwezigheid’ van Chopin en werd digitaal opgetild naar een hogere wereld van schoonheid en betekenis, van tedere dromen en heftige emoties, van wanhoop en berusting, sublimatie en catharsis.

En toen kwam er weer een vervreemdende sluier tussen de muziek en mijn beleving daarvan met de op zichzelf heel aardig gespeelde Chopin-arrangementen voor cello, strijkkwartet en contrabas van Wijnand van Klaveren door Wispelwey, het Ragazze Quartet en Wilmar de Visser. Niet dat er iets mis mee was, maar de muzikale energie brak niet door mijn scherm dus ik ging ongemerkt de hippe outfit van de dames van het Ragazze Quartet bestuderen, vermaakte me met de gezichtsuitdrukkingen van Wispelwey en vergat te luisteren. Hoe blij ik ook ben dat ik over een half uur alweer voor mijn scherm kan gaan zitten om dag 3 van de Cello Biënnale te volgen, met vanavond als origineel hoogtepunt de wereldpremière van een bewerking van Sgt. Pepper’s Lonely Cello Band van The Beatles, gespeeld door het Cello Octet Amsterdam, ik hoop dat het virus over twee jaar overwonnen is, zodat de negende editie van de Cello Biënnale weer als vanouds een muziekfeest in levenden lijve zal zijn.

 

Volgende livestreaming begint om 14.00!

Zie: https://www.cellobiennale.nl/programma/

You May Also Like

Katia en Marielle Labeque in magische en holle muziek

Napels – Elektra verzuipt in trage tempi

  Nikola Meeuwsen benadert Mendelssohn als fijnzinnige kamermuziek

Wereldpremière Techno IV – Concert voor Piano en Orkest van Karen Tanaka