De Italiaanse pianiste Beatrice Rana zet soms de tijd stil

Gehoord: Tivoli Vredenburg, 12 februari 2024

Door Willem Boone

Tragedie, meditatie, de duivel en God

Het mooie van het recital dat de Italiaanse pianiste Beatrice Rana in Tivoli Vredenburg gaf, was dat er qua programma echt een idee achter zat. Het gedeelte voor de pauze weerspiegelde de Sonate in b van Liszt die zij na de pauze speelde. Dat laatste stuk is – zoals ze mij vorig jaar tijdens een interview vertelde – te beschouwen als een roman in drie delen: tragedie, meditatie en de duivel en God (ontsnapping aan de duivel, verlossing en hemelvaart).  Voor de pauze klonken achtereenvolgens de Fantasie van Scriabin (drama), Cipressi van Castelnuovo-Tedesco (meditatie) en twee Préludes en l’Isle joyeuse van Debussy, waarbij in elk geval laatstgenoemde compositie symbool staat voor een heidense orgie die in een uitbarsting van vreugde eindigt.

Sfeervolle noten

Rana begon haar recital als gezegd met de Fantasie in b van Scriabin, waarmee zij direct in de wereld van drama en pathos dook. Je kan je afvragen of dit het gedroomde begin van een avond piano is, want deze muziek vraagt direct veel van een luisteraar. Hoewel er ook dromerige momenten in voorkwamen, overheerste een grote hoeveelheid noten die enigszins overweldigend was. Het ging hier om de Scriabin uit de middelste periode, waarbij soms flarden uit zijn Derde pianosonate te herkennen waren. Rana was gul met het rechterpedaal en pakte waar nodig flink uit. Cipressi van Castelnuovo-Tedesco was een interessante keuze. Deze componist schreef veel voor gitaar en immigreerde naar Amerika waar hij bekend werd door zijn filmmuziek. Het werk paste qua sfeerschildering goed bij de Préludes van Debussy die erna volgden. Het begon met pianissimo’s, waarbij vooral de linkerhand van de pianiste expressief was. Later laaide ook hier het vuur op met massieve fortes, terwijl het eind weer heel zacht was. Het was daarom een goede gedachte om dit onbekende werk naadloos te laten overgaan in La terrasse des audiences du clair de lune uit het Tweede boek Préludes van Debussy, omdat het begin daarvan al net zo subtiel is.

 

 

 

Mysterieus

De pianiste zette een mysterieuze sfeer neer en liet horen dat haar klank gelaagd was. Daarmee maakte zij duidelijk dat ze over wat men in het Frans ‘sonorités’ noemt beschikt. Ce qu’a vu le vent d’ouest uit het Eerste boek van de Préludeswas ook evocatief door de wijze waarop ze de in wind toenemende kracht uitbeeldde. Zij schrok daarbij niet terug voor fortissimo-uitbarstingen, maar ging niet over de schreef. Haar klank werd gelukkig nergens agressief. Datzelfde gebeurde in het afsluitende l’Isle joyeuse waarbij zij aanvankelijk een subtiele schilder was die het alsnog in een orgiastische coda liet uitmonden. Het enige wat je over dit eerste gedeelte zou kunnen opmerken is dat het relatief weinig rustmomenten bevatte die het een wat ‘opgewonden’ karakter verleenden.

Liszt

Waren de stukken die zijn voor de pauze speelde grotendeels onbekend (op de composities van Debussy na), de Sonate in b van Liszt behoort tot de canon van het pianorepertoire. Het is niet voor niets bij het Liszt-concours in Utrecht een verplicht onderdeel. Het fungeert als een uitstekende graadmeter: in technisch, maar vooral in muzikaal opzicht kan je bij deze Sonate beoordelen of een pianist haar tot een eenheid weet te smeden. Het blijft een uiterst verraderlijk stuk en wanneer een musicus te snel zijn kruid verschiet (en dat risico ligt direct aan het begin al op de loer!) kan het in een rapsodisch en onsamenhangend geheel ontaarden. De delen gaan zonder onderbreking in elkaar over en het is de taak van de uitvoerende om daarbij vooral de overgangen te beheersen en zo de greep op het geheel te houden. Het interessante is dat dit monument precies zo eindigt als het begonnen is. Bij een echt goede uitvoering ontstaat er dan een gigantische boog tussen deze eerste en laatste noot en is er zodoende sprake van een hechte eenheid. Het is bepaald geen eenvoudige opgave om als pianist een overtuigende uitvoering neer te zetten zonder met de nodige referenties vergeleken te worden. Je moet dan ook van goeden huize komen om daar een interpretatie tegenover te zetten die nog ‘nieuwe’ elementen bevat.

 

 

 

Tempérament de feu

Rana wist zich goed staande te houden en maakte indruk met een lezing die misschien geen ijzeren greep op het geheel uitstraalde, maar zij vestigde wel de indruk op details die de oren deden spitsen. Het deed denken aan een wandeling in de natuur waarbij zij geregeld bleef staan om vergezichten te bewonderen. Direct na de octavensalvo’s van het begin nam zij mooi terug in het Grandioso. Daarmee bewees ze dat ze inderdaad niet van plan was om gelijk haar kruid te verschieten. Zij beschikt over een ‘, maar gelukkig had ze niet alleen oog voor de diabolische elementen. Ze legde veel gevoel in de expressieve gedeeltes, waar ze als ze het ware de tijd stilzette. Fraai waren bijvoorbeeld de dalende loopjes kort voor de fuga, die overigens in een snel tempo klonk. Ook hier viel haar linkerhand in gunstige zin op. Het eind van de octavenpassages in de stretta mondt uit in een tremolo, waarna ik altijd benieuwd ben naar wat een pianist met het rechterpedaal doet. De klank die je daarmee kunt bereiken is monumentaal, maar veel pianisten halen het pedaal daar te snel weg. Rana deed dat niet en hield het lang aan, alleen de manier waarop ze het weghaalde zorgde ervoor dat er een vreemd klinkende harmonie overbleef. Het was gedurfd en persoonlijk, evenals de manier waarop ze kort voor het eind de loopjes in de linkerhand als ostinatomotieven liet klinken, op een wijze zoals ik dat nog nooit gehoord heb. Het eind was precies zoals je het wenst: in verstilling, waarbij het publiek die stilte vasthield totdat de pianiste opstond. Zo bleek maar weer dat er ook bij meesterwerken ruimte blijft voor persoonlijke visies die toch nieuwe details aan het licht brengen. Er volgden nog twee toegiften: de beroemde Etude opus 2 nr. 1 van Scriabin die diep en gepassioneerd van karakter was en het niet minder bekende Spinnerlied van Mendelssohn dat juist klonk als een briesje dat kortstondig opstak.

Willem Boone

Info:

https://www.tivolivredenburg.nl/agenda/beatrice-rana-12-02-2024/

https://www.beatriceranapiano.com

You May Also Like

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog

Twee versterkte concerten tartten het sensitieve gehoor