Edmond Fokker van Crayestein: ‘De viool is mijn rode draad’
Een muzikale avond met Edmond Fokker
Vioolwerken van o.a. Bruch, Tsjaikovski, Vivaldi en Bach
Gehoord: 14/9, World of Consciousness, Kerkstraat 11, Rotterdam
Door Wenneke Savenije
Is het mogelijk de Vioolconcerten van Bruch, Tsjaikovski en Vivaldi uit te voeren met een orkest dat bestaat uit een contrabas en een cimbaal? Niet voor de gewone sterveling onder de violisten, die zich zo’n waagstuk nooit op de hals zou halen. Maar wel voor een geboren avonturier als Edmond Fokker, voorheen werkzaam voor het Ministerie van Defensie waar hij als Luitenant-kolonel en later in civiele hoedanigheid diverse spannende functies heeft vervuld waarbij strategie, buitenlandse contacten en onderhandelingen centraal stonden. Daarnaast heeft hij een sectie opgericht die zich bezig houdt met lesgeven over de geo-politieke achtergronden van de huidige conflicten en de bescherming van cultureel erfgoed. Volgens zijn vriend Jort Kelder is paradijsvogel en Mandeville-lecturer Fokker, die kind aan huis is bij vorstenhoven over de hele wereld en voor de Russische inval in Oekraïne viool speelde op een huwelijk van de Romanovs, een mysterie.
Edmond Fokker bij het Winterpaleis in St. Petersburg in 2021
Waar het neefje van vliegtuigpionier Anthony Fokker, bijgenaamd de James Bond uit Zeeland ook gaat, zijn viool neemt hij mee. Hij deinst er niet voor terug om als violist op te treden in oorlogsgebieden, weeshuizen, verzorgingstehuizen, balzalen, op gala’s in het Concertgebouw en Paganini-herdenkingen in Carnegie Hall. Hij heeft charme en humor, is hyperintelligent en zeer belezen, houdt van vrouwen en mooie kleren, leeft als een playboy en trekt zich weinig aan van de paparazzi’s om hem heen. Het leven moet groots en meeslepend geleefd worden en Fokker maakt er van nature één groot feest van. ‘Ik hou van mooie dingen’, zegt hijzelf. Fokker studeerde Kunstgeschiedenis en International Relations in Leiden, doorliep de Harvard Business School in Boston en ontwikkelde zich tot een sociaal-politiek strateeg met tenminste 15 skills, waarbij hij zich wereldwijd inspande voor het bereiken van de-escalatie.
Maar er is meer. Om met Jaap van Zweden te spreken, die Fokker al in 1979 wijze raad gaf en hem de toekomst voorspelde: ‘Ik word de beste violist van Nederland. Als jij nu de beste amateurviolist van Nederland wordt, dan heb je wel de rozen maar niet de doornen. Als je als violist op het wereldtoneel wil staan, had je eerder moeten beginnen.’ Au, dat deed pijn. Want Fokker, die opgroeide met de vioolmuziek van Menuhin en Heifetz op de platenspeler, had als jongetje van zes een viool onder het bed van zijn ouders ontdekt. Hij wist zijn vader – die door oorlogservaringen in een krijgsgevangenenkamp, waar hij als hofnar viool moest spelen, het instrument nooit meer wilde aanraken- ertoe te bewegen iets voor hem te spelen. Het werd het Largo van Händel: ‘Mijn vader speelde niet in de maat, maar het was wel het mooiste wat ik ooit had gehoord. Toen wist ik zeker dat ik later violist wilde worden.’
De kleine Fokker mocht naar de muziekschool en kraste er lustig op los, totdat zijn leraar na drie maanden tegen zijn vader zei: ‘Mijnheer Fokker, uw zoon heeft geen talent. Het wordt nooit iets met die viool. En bovendien heeft hij te dunne vingers.’ Woedend smeet Fokker zijn kleine huurviooltje in de hoek en probeerde zijn eerste grote liefde te vergeten. Maar dat lukte maar ten dele. Op zijn 16e begon hij te experimenteren op de viool van zijn vader, wat leidde tot een nieuwe leraar in Middelburg: Han Beekman, zelf leerling van Jo Juda, die weer les had gehad van de beroemde vioolpedagogen Oskar Back en Carl Flesch. Het duurde maar tweeëneenhalf jaar, maar Beekman slaagde erin Fokker de beginselen bij te brengen van The Art of Violin Playing, en dat op zo’n manier dat hij hem leerde hoe verder zelf te studeren. Hij liet hem meespelen in het Zeeuws Orkest bij de tweede violen (‘Daar leer je noten lezen, die hebben nooit de melodie!’), waarmee Fokker ook als solist mocht optreden. En studeren dat deed Fokker, vaak wel vijf uur per dag, ongeacht zijn drukke bezigheden, jaar in jaar uit. Zo werd hij, al zijn officiële banen ten spijt, inderdaad de beste amateurviolist van Nederland.
Tijdens de coronacrisis kwam hij voor het eerst officieel als violist uit de kast met zijn debuut-cd From Heart to Heart (2022), waarop hij met pianist Jochem Geene een betoverende reeks van romantische viooljuweeltjes speelt, van Veracini tot Massenet, Bach tot Gounod, Gluck tot Tjsaikofski, Marcello tot Rachmaninoff en Tárrega, afgewisseld met soundtracks uit films, o.a. Schindlers List en het Love Theme uit Cinema Paradiso van Ingmar Bergman. En geloof het of niet, het klinkt helemaal niet verkeerd. Het gesponsorde album werd samengesteld op grond van speciale frequenties (waaronder de ‘love frequency’ van 528 Herz), waarna de stukjes op basis van hun toonsoorten in een Fibonacci reeks werden geplaatst, om zo het meeste effect te kunnen sorteren: een ‘digitale knuffel in moeilijke tijden’ voor alle zieken en eenzame bejaarden, een muzikale omarming om mensen hoop en troost te bieden. TV Max pakte het op, er werd op straat voor een verzorgingstehuis gespeeld en er werden 500 cd’s gratis weggegeven. Een deel van de opbrengst ging naar noodlijdende musici die door COVID niet meer konden optreden. Pure ijdelheid en een slim businessmodel? Nee, een oprechte poging om bij te dragen aan een betere wereld, met wat meer warmte en menselijkheid, mooie muziek en schoonheid. Zo klinkt het tenminste, want al ontbreekt het hier en daar nog wel eens aan langere spanningsbogen en een overkoepelende structuur, de viooltoon van Fokker is hartverwarmend oprecht, liefdevol en integer. Technisch valt er (vooral live) nog best een en ander op het vioolspel van Fokker, die er een zwierige streek op nahoudt en net als Heifetz zonder steun speelt, aan te merken. Soms hapert de intonatie, gaat dat Heifetz-glissando net niet helemaal volmaakt, wordt er wel heel heftig gevibreerd of vliegt er even een virtuoos riedeltje uit de bocht. Maar zijn Andrea Guarneri (1680) – viool uit Cremona zingt alle melodieën met de puurheid en intensiteit van de grote violisten uit het verleden – Menuhin, Heifetz, Oistrach, Francescatti – en Fokker straalt de onstuimige passie uit van de zigeunerviolisten waarmee hij zich graag omringd, waaronder de onvergelijkelijke Hongaarse vioolvirtuoos Geza Hosszu-Legocky.
En nu stond Fokker daar ineens als solist van de avond in het uitverkochte programma van World of Consciousness in Rotterdam, opgericht door de recent overleden Albert de Booij van de Speakers Academy en voortgezet door zijn vrouw Solange en Maria van Boekelen: een violist in klassieke outfit, zwarte broek en wit overhemd (met wel een paar knoopjes open…). Bij wijze van orkest had hij de Oekraïense contrabassist Timur Babashyn en zigeuner cimbalist Vasile Luca meegenomen. Fokker, die een bewonderaar is van de Vietnamese vredestichter Tich Nhat Hanh, bleek wel iets met ‘consciousness’ en de helende kracht van muziek te hebben. Hij putte zich uit in een bevlogen en meeslepend betoog met ‘een paar muziekillustraties.’ Het publiek hing aan zijn lippen, want Fokker heeft humor en zelfspot, hij is een geboren storyteller van het hoogste niveau. ‘Muziek geneest, masseert je ziel, ontroert en associeert’, stak Fokker in het kader van de ‘consciousness’ van wal: ‘Muziek is taal- en grensoverschrijdend. Muziek kan oorlogen beginnen en onderhandelingen bespoedigen.’ Er volgde een onophoudelijke stroom aan boeiende en levendige verhalen, die af en toe werden onderbroken door een stukje ‘ontstellend ongebruikelijk’ uitgevoerde muziek, te beginnen met de opening van Bruchs Vioolconcert met contrabasbegeleiding: ‘Het begint vanuit het niets, die viool strijkt gewoon een open snaar aan. Dat is eigenlijk heel symbolisch voor heel veel dingen hè, we beginnen allemaal op een open snaar.’ Niet gehinderd door gene of hoorbare zenuwen, streek Fokker de open snaar aan en klom semiprofessioneel en behendig hemelwaarts omhoog naar weidse verten, ietwat eigenaardig begeleid door zijn tweekoppige orkest.
Zo ging het verder, waarbij Fokker via zijn eigen kleurrijke leven heen en weer pendelde tussen de muziek en de wereldpolitiek en vice versa, onderhoudend en spitsvondig. Hij vertelde over zijn twee lessen bij Jaap van Zweden die hem arpeggio’s leerde spelen, zes lessen bij Christiaan Bor (‘Lesgeven was niet echt zijn ding, maar zijn verhalen over Heifetz waren geweldig’), zijn masterclass bij Pierre Amoyal en zijn bezoek aan vioolvirtuoos Ivry Gitlis in Parijs.
Liefkozend noemde Fokker de viool zijn ‘rode draad’, het instrument dat hem over de hele wereld voert en overal binnenbrengt. Maar als hij terugkeerde van een moeilijke missie en de meest akelige en onmenselijke dingen had gezien, sloot Fokker zich een paar dagen op met zijn viool om alles te verwerken met de Sei Solo Sonatas & Partitas van J. S. Bach. Heel spannend werd het toen hij vertelde hoe hij als onderhandelaar namens de NAVO vlak na de bombardementen op Kosovo wist door te dringen tot een onwelwillende Joegoslavische generaal, die pas met hem wilde onderhandelen nadat hij Fokker in een restaurant viool had horen spelen: ‘Now I know who you are, come back to my office tomorrow morning.’
Een van de meest ontroerende momenten was Fokkers uitvoering van het zigeunerlied dat hij op de begrafenis van zijn geliefde moeder had gespeeld, de kist omringd door een heel orkest van bevriende zigeuners die er niet voor betaald wilden worden. ‘In die muziek hoor de je de muziek daadwerkelijk spreken’, aldus Fokker, die voor zijn moeder ‘Ik hou van jou’ speelde. Maar er klonken er ook stukjes Paganini (Eerste Caprice met arpeggio’s), fragmenten uit de Vioolconcerten van Tsjaikovski en Mendelssohn, de Vier Jaargetijden van Vivaldi (‘Die man wist dat muziek associeert en zette als geen ander sferen neer’) en tenslotte zelfs het allermooiste en allermoeilijkste stuk dat ooit voor de viool werd geschreven: de Chaconne van J.S. Bach, zeker niet perfect maar wel heel ontwapenend en ontroerend door de oprechtheid van Fokkers viooltoon, die zindert van emoties en liefde voor het goede, schone en ware. Het werd een fascinerende avond, besloten door de hemelse gin-tonics waarin een Rotterdamse slager zich heeft gespecialiseerd, ingeschonken door een zoon van Fokker. Er waren zwevers en zigeuners, muziekliefhebbers en boeddhisten, reclamemensen en fraai uitgedoste dames. Voor Fokker zelf maakte het niet uit wie er nu precies naar zijn verhalen en spel luisterde, want in hem gaat een grote mensenvriend schuil die harten wil veroveren met schoonheid. Wie de ware Edmond Fokker van Crayestein wil leren kennen moet goed en onbevangen luisteren naar zijn geanimeerde vioolspel, want daarin huist zijn ziel.
Wenneke Savenije
Info:
World of Consciousness (WOC) is een internationaal platform over bewustzijn, mind science, lifestyle en spiritualiteit en biedt inspirerende en waarheidsgetrouwe informatie aan haar lezers. Vanaf 2023 richt WOC zich op de sterk groeiende Nederlandse community. Dat doen WOC met het publiceren van boeiende interviews en het organiseren van verbindende bijeenkomsten met uiteenlopende thema’s zoals De verbindende kracht van muziek, Plant Medicine en AI & Bewustzijn. WOC startte het nieuwe seizoen met een wervelend optreden van Edmond Fokker van Crayestein in haar House of Consciousness te Rotterdam. Eerder was Edmond te gast in de interviewserie ‘The World according to…’, terug te zien op https://www.worldofconsciousness.com/interviews, een serie gesprekken waarin we op zoek gaan naar perspectief, liefde, schoonheid, waarheid en zelfrealisatie.
Meer informatie: https://www.worldofconsciousness.com
CD Edmond Fokker& Jochem Geene
From Hearth to Heart:
https://open.spotify.com/album/1gd1iVJV7rKd4eNAcT7dPw?si=_YCbF_fqSJ-QBhYAl10rpw