Een piano, contrabas, blokfluiten en een wedstrijd: Alba Rosa Viva!
Gehoord: Muziekgebouw aan het IJ, 16 februari 2024
Door Suus Blanke
Ongebruikelijke combinatie instrumenten
Een rede om naar een concert te gaan kan zijn dat je je wil laten verrassen omdat een onmogelijke combinatie aan instrumenten zal worden bespeeld. Maar wel uitgevoerd door drie geweldige musici. De pianist Ralph van Raat draait zijn hand niet om voor moderne muziek en ongewone combinaties. Hij vindt deze muziek het leukste dat er bestaat en is ook op zijn best in het moderne repertoire. Erik Bosgraaf heeft zijn sporen verdiend door de blokfluit in een ander licht te zetten. Soms letterlijk, door te spelen met een lichtshow rond zijn instrument. Jong aanstormend talent Sacha Witteveen bespeelt de contrabas, waarmee ze inmiddels al enige bekendheid heeft verworven. Met haar rustige overtuigende houding vormde ze een perfecte verbinding met de twee heren, die inmiddels de veertig al ruim zijn gepasseerd en daarmee hun wilde haren hebben verloren.
Kandinsky: Development
Alba Rosa Viëtor
De initiator van dit bijzondere concert was de Alba Rosa Viëtor Stichting. Vernoemd naar de avontuurlijke Italiaanse violiste Alba Rosa Viëtor, die in Argentinië nog door Saint-Saëns is begeleid. Ze emigreerde naar de Verenigde Staten, waar ze met een Nederlander trouwde. Daar legde ze zich toe op het componeren. Omdat ze in de vergetelheid is geraakt hebben haar nazaten (ook aanwezig bij dit concert) een stichting opgericht om bekendheid te geven aan haar muziek en musici de mogelijkheid te bieden haar muziek uit te voeren. Via de website van de stichting zijn haar composities te downloden. De Stichting schrijft ook elke twee jaar een compositieprijsvraag uit. Bekende prijswinnaars zijn Mathilde Wantenaar (2014) en Primo Ish-Hurwitz (2022), beiden van Nederlandse afkomst. Getuige het bijzondere leven van Alba Rosa Viëtor is het niet zo gek dat er gevraagd wordt om voor onverwachte combinaties van instrumenten te schrijven. Dit jaar was dat voor piano, blokfluiten en contrabas.
Der Fluyten Lusthof
Tijdens het gedeelte voor de pauze lieten de musici hun kwaliteiten horen in een zeer ongebruikelijk programma. Als eerste speelde de blokfluitist Erik Bosgraaf twee delen uit Der Fluyten Lusthof van Jacob van Eyck (ca. 1590-1657). Deze blinde musicus was de allergrootste klokkenstemmer die Nederland ooit heeft gekend. Dat deed hij in samenwerking met de gebroeders Hemony. Gelukkig zijn veel van deze klokken nog bewaard gebleven en te horen in o.a. Deventer en Utrecht. Een andere inkomstenbron was blokfluit spelen op het Janskerkhof te Utrecht. Hij werd betaald ‘mits dat hij wandelende luijden opt kerckhoff somwijlen savons mit het geluijt van sijn fluijtien vermaecke’. Hij was zo populair dat in 1649 de vergoeding van 80 naar 100 gulden werd verhoogd. Men wilde graag deze muziek op schrift. Van Eyck moest deze opdracht aan zijn verre neef Constatijn Huygens overdragen, omdat hij zelf niets kon noteren. Zo ontstond de bijbel voor de blokfluit (met veel fouten) Der Fluyten Lusthof, bestaande uit o.a. variaties op in die tijd bekende, populaire melodieën en psalmen.
Bosgraaf begon het concert dus eigenlijk met straatmuziek. De eerste delen zijn nog makkelijk te doen voor een amateur. Maar van Eyck moet zelf goed hebben kunnen spelen, want de laatste variaties bevatten vaak zestienden en twee en dertigsten. Virtuoos op een blokfluit spelen is heel erg moeilijk. Vooral door de rare grepen. Een probleem dat in latere tijden is opgelost met kleppen. Bosgraaf heeft in zijn enthousiasme voor het instrument, aan het begin van zijn carrière, de gehele Der Fluyten Lusthof opgenomen op een aantal cd’s. Deze avond was helaas de jonge bevlogenheid eraf en mistte hij de soms de virtuose souplesse, die hij handig wist op te vangen.
Ongebruikelijke muziek van Nederlandse oorsprong
Daarna begeleide een vaderlijke Ralph van Raat, Sacha Witteman op haar contrabas. Er klonk Impressions (1926) van de Nederlandse componiste Henriëtte Bosmans (1895-1952), een werk dat zij oorspronkelijk voor cello schreef. Het was genieten om te zien hoe deze zelfbewuste mooie, nog zeer jonge dame over het enorme instrument hing om de muziek van haar landgenote zo goed mogelijk over te brengen. Hoewel ze heel mooi en zorgvuldig speelde, kwam het niet helemaal over het voetlicht. Een contrabas is niet echt een solo-instrument. Door het lage timbre begon ik toch te verlangen naar de zangstem van de cello. Terwijl van Raat de contrabas, behalve bij het slot, nooit overstemde.
Daarna klonken twee pianowerken van Alba Rosa Viëtor (1889-1979) zelf. Een mooie Nocturne (1936) en een wervelend Capriccio (1914). Geen moderne vernieuwende muziek. Maar zeker de moeite waard. Wanneer pianisten deze werken met meer tijd en aandacht zouden benaderen, kunnen ze nog beter tot klinken worden gebracht.
Vervolgens klonk een werk van de eerste winnaar van de Alba Rosa Viëtor Compositie Wedstrijd: Mathilde Wantenaar. De pianist zette haar mooie akkoorden prachtig in en daar kan je je als blokfluitist eigenlijk niet invoegen. Helaas klonk de blokfluit van Bosgraaf ook nog eens heel erg hees en had het instrument ook stemmingsproblemen. Oké, blokfluit en piano is een heel erg moeilijke combinatie. Maar toch…… Ook hier overstemde van Raat op zijn vleugel nooit het zachte blaasinstrument. Toch verlangde ik tijdens dit werk weer naar een ander instrument. Dat was eigenlijk logisch, want Wantenaar heeft haar La Canzone del piccolo uccellino (2020) eigenlijk voor piccolo en vibrafoon geschreven. Dit laatste instrument kan veel beter de harde en hoge klanken van de fluit opvangen, dan een piano of vleugel.
Als laatste voor de pauze speelden de musici eindelijk gezamenlijk de eerste wereldpremière van deze avond, geschreven door Willem Jeths. Het werk Kelimutu (2023) is in opdracht van Alba Rosa Viëtor Stichting geschreven voor tenor- en basblokfluit, contrabas en piano. Kelimutu zijn drie gekleurde meren in Indonesië die de componist zelf bezocht. Het zwarte meer heeft aantrekkingskracht tot de dood. Een persoon die door deze aantrekkingskracht sterft, heeft Jeths verbeeld in zijn compositie. De contrabas verklankt het zwarte meer, de blokfluit is de hoofdrolspeler en de piano de intermediair. Tijdens de uitvoering, misschien door de persoonlijkheid van Witteveen tussen de twee heren, klonk de contrabas (na het werk van Wantenaar) mij meer als intermediair die het ensemble verbond in een warm en zacht klankbeeld. Deze combinatie bleek dus goed mogelijk!
De Alba Rosa Viëtor Compositie Wedstrijd
Na de pauze kwam natuurlijk het spannende moment van de avond. Met een stembriefje in de hand konden we als publiek naar nog vier wereldpremières voor piano, contrabas en blokfluiten luisteren. Geschreven door vier componisten, geselecteerd door de Alba Rosa Viëtor Compositie Wedstrijd. De jury van de competitie waren Willem Jeths (voorzitter), de Engelse Judith Weir (voor tien jaar benoemd als Master of the King’s Music in Engeland) en de eveneens in Engeland woonachtige Russische Elena Firsova. Voorwaarden voor deelname waren dat componisten, niet ouder dan 35 jaar, uit alle werelddelen konden meedoen. Het kamermuziekwerk mocht niet langer dan 9 minuten duren. Tijdens het componeren was niet toegestaan dat de componisten overleg hadden met de uitvoerende musici.
Als eerste klonk het werk Ataxia van Ali Hosseini (1996).1996). Deze uit Iran afkomstige componist studeert in Helsinki aan het conservatorium. Hij is vooral geïnteresseerd in het samengaan van akoestische en elektronische klankkleuren. Hij experimenteert met micro tonale afstanden en ruimtelijkheid. In zijn Ataxia kon ik daar niet veel van terug horen. Ik vond het vooral een chaos, die meer deed denken aan een jazzcombo, waar de alt- en basblokfluit, die er totaal niet bij paste, ook noodzakelijkerwijs moest meedoen. Het jazzcombo had het publiek waarschijnlijk heel erg gewaardeerd. Want Hosseini ging er met de Publieksprijs (1000 euro) vandoor. De door mij gehoorde chaos had ook bestaansrecht. Ataxia is het Griekse woord voor wanorde en gebrek aan discipline. Maar ook de onmogelijkheid om spierbewegingen op elkaar af te stemmen.
Het tweede werk was van de Nederlander Björn Pinxter (2001), student aan het Conservatorium van Amsterdam. Zijn Development in Brown, gebaseerd op het gelijknamige schilderij van Wassily Kandinsky, klonk inderdaad donkerbruin. Het was het tweede dreigende werk deze avond. Want Kandinsky verbeelde het opkomend Nazisme met zijn kunstwerk en Pinxter dus met zijn muziek. Misschien heeft de componist liefde voor bruine kleuren omdat zijn eerste professie meubelmaker is. Hij liet de tenorblokfluit veel beter mengen in het ensemble, zodat je die gekke combinatie van muziekinstrumenten voor het eerst deze avond vergat. Pinxter verdient wat mij betreft een enorme pluim.
Het derde werk was van de uiteindelijke winnaar (3000 euro) uit Oostenrijk: Matthias Gunther (2002). Met zijn Conjuntion verklankte hij de samenloop van omstandigheden: De samenstelling van het kamermuziekensemble. Bosgraaf bespeelde de meest verschillende blokfluiten (van hoog tot laag) tijdens dit werk. Dit werd speciaal genoemd door de jury. De compositie bestond uit twee tegenstelde delen. Het eerste was Birdsong, met veel gefluit en gefladder. Het tweede The presence of something unpleasent, was juist dreigend. De blokfluit van Bosgraaf klonk heel laag, terwijl Witteveen haar contrabas juist heel hoog moest laten klinken. Van Raat speelde de ondersteuning. Het leek wel of de musici steeds meer grip op het materiaal kregen. Ze klonken bij elk werk steeds meer bevlogen.
Dat goldt zeker voor de compositie van de laatste kandidaat. De uit Hongarije afkomstige Sára Iván (1995). An einem Haiku was wat mij betreft het meest spannend uitgevoerde werk. Het was ook het meest avant-garde. Er werd getokkeld, op de instrumenten geslagen, overgeblazen, met de strijkstok over het staartstuk van de contrabas gestreken, etc. Maar er werd ook op de gebruikelijke manier gemusiceerd op de instrumenten, waarbij Bosgraaf eindelijk een mooie heldere toon uit zijn instrumenten wist te halen.
Onderwijl werd de tekst van de Haiku uitgesproken. Het interessante was, dat Ralph van Raat zeer bevlogen kan spreken óver muziek. Maar zijn gesproken tekst tijdens het musiceren klonk onzeker. Misschien was de muziek gebaseerd op de regels van een Haiku. Maar dat kon ik op het gehoor niet herleiden. De tekst stond wel in het programmaboekje:
Komm!
Vertraust du mir?
Lass uns gehen.
Gemeinsam gehen.
Über dass Wasser gehen.
Eigenlijk was het een piepklein bonsai-theaterstukje of operaatje.
Hulde
Hulde aan pianiste Reinild Mees, de artistiek leider van de Alba Rosa Viëtor Compostie Wedstrijd, vanwege de bijzondere muziek die deze avond ten gehore werd gebracht.
En hulde aan het Muziekgebouw aan het IJ die dit bijzondere concert mogelijk heeft gemaakt.
Suus Blanke
Info:
Alle informatie over en composities van Alba Rosa Viëtor:
Sascha Witteveen speelt Henriëtte Bosmans:
https://www.youtube.com/watch?v=9I2eKVNkvuQ
Website van Erik Bosgraaf:
Ralph van Raat speelt op 23 mei 2024 zes wereldpremières van Nederlandse componisten.
https://www.muziekgebouw.nl/nl/agenda/12947/ralph-van-raat/hollandse-nieuwe
Interview met Ralph van Raat:
https://www.muziekgebouw.nl/nl/pQmNOTl/zeer-verse-noten—interview-met-pianist-ralph-van-raat