Door Suus Blanke, Willem Boone & Wenneke Savenije
De Klassieke Duif.
Celliste Ella van Poucke (1994) groeide op met de traditie van het Oliebollenconcert, dat haar ouders – een trompettist en een altvioliste- jaarlijks organiseerden. In 2010 nam Ella het al op jonge leeftijd over en nog altijd worden er tijdens haar Oliebollenconcerten daadwerkelijk oliebollen geserveerd, eigenhandig gebakken door de familie van Poucke. Aanvankelijk in de Amstelkerk, later in De Duif, maar altijd in samenwerking met Emmy Schouten van Stadsherstel Amsterdam, die de celliste nu de mogelijkheid heeft gegeven om samen met violist Stephen Waarts een nieuwe kamermuziekserie (inclusief een driedaags kamermuziekfestival van 4-6 juli) te organiseren in De Duif, waar Van Poucke speelt met uitstekende, veelal bevriende jonge musici als de pianisten Nikola Meeuwsen, Nicolas van Poucke (haar broer) en Caspar Vos, violiste Mairéad Hickey, altviolist Eivind Ringstad en bariton Michael Wilmering.
Naar Het Licht
De aftrap was op 15 maart 2024. Alle zes programma’s van de serie hebben een titel. In maart was dat Naar het Licht.Een spectaculair programma voor viool en piano. Een beetje misleidend was dat een uitbundig lachende Ella en een glimlachende Amerikaans-Nederlandse violist Stephan Waarts op de voorkant van de brochure prijken. Van Poucke kwam de serie en het eerste concert alleen even inleiden, om vervolgens tussen het publiek te gaan zitten. Want het gehele concert werd gegeven door violist Stephen Waarts met Nathalia Milstein aan de vleugel.
Naar Het Licht bestond uit bekende en minder bekende werken voor viool en piano. Opvallend was dat Waarts het gehele concert uit zijn hoofd speelde. Je zou zeggen dat de violist het repertoire door en door heeft gestudeerd. Zo klonk het ook. Hoewel Waarts een fantastisch musicus is, en aan Milstein een zeer gelijkwaardige partner had, klonk de muziek die avond toch wat mentaal en wat minder doorleefd.
Als eerste speelde het duo de Vijf Melodieën op 35b van Sergei Prokofiev (1891-1953). Een prachtig werk, waarin ik de warmbloedigheid van Oost-Europa een beetje mistte. Daarna volgde Calices (2009) van de in 2023 overleden Finse componiste Kaija Saariaho, een indrukwekkend stuk dat makkelijk tot het standaardwerk voor viool en piano kan gaan behoren. Het duo Milstein-Waarts konden deze compositie heel goed en verfijnd neerzetten. Voor mij (SB) klonk bij dit werk het meest als de weg Naar Het Licht.
Dat ging weer wat minder op voor de Sonate opus. 53, nr. 5 van Mieczyslaw Weinberg (1919-1996). Deze van oorsprong Poolse componist en vriend van Sjostakovitsj, heeft een heel zwaar leven geleid. Dat is te horen in al zijn werken. Zijn vlucht voor de Nazi’s en later de KGB, en zijn daardoor ontstane vriendschap met Sjostakovitsj, die zijn collega steeds weer probeerde te helpen, klinken door in al zijn muziek. Al zal hij zeker een weg naar het Licht gezocht hebben, die een goede luisteraar mogelijk in zijn muziek zou kunnen herkennen. Het Licht in zijn noten werd in de uitvoering van Milstein en Waarts echter niet hoorbaar.
Na de pauze speelde Waarts de Sonate nr.5 voor viool solo opus 27 van Eugène Ysaÿe (1858-1931). Omdat de violist alles uit zijn hoofd speelde, kon hij gebruik maken van de ruimtelijke akoestiek in de kerk, door daar al spelend doorheen te lopen. Een leuk en verfrissend effect om nu eens niet almaar naar een musicus te hoeven kijken, die halsbrekende toeren op zijn instrument uithaalt.
Tot slot speelde het duo Waarts-Milstein de Sonate voor viool en piano in Es-groot, opus 18 van Richard Strauss. Een razend moeilijk werk, waar dit tweetal zich goed doorheen wist te slaan. Natuurlijk was deze sonate gekozen als een meesterproef. Wat minder bekend bij het publiek is, is dat ook Richard Strauss zijn hele leven een Lichtzoeker is geweest. Iets wat het meest doorklinkt in zijn liederen en opera’s. (SB).
Het Laatste Woord
Gehoord: De Duif, 10 mei 2024
Het sprankelende Duo voor viool en cello van de veelzijdige Tsjechisch-Oostenrijkse componist Erwin Schulhoff (1894-1942), die door zijn joodse afkomst de oorlog niet overleefde, had ik nog niet eerder live horen uitvoeren. Dat is niet zo verwonderlijk, want behalve dat viool/cello duo’s vrij zeldzaam zijn, is dit werk uit 1925 razend lastig om te spelen. Schulhoff, die aanvankelijk nog onder oinvloed stond van Debussy, Scriabin en R. Strauss, brak in een manifest uit 2019 een lans voor revolutionaire mogelijkheden van de avant-garde muziek en verwerkte bijna frivool elementen uit de jazz en de zigeunermuziek in zijn muziek. De inventieve manier waarop hij in zijn Duo voor viool en cello alle denkbare mogelijkheden van de combinatie viool en cello weet te benutten is indrukwekkend. In dit kleurrijke vierdelige stuk maakt Schulhoff gebruik van een enorme reeks speeltechnieken, die het viool/cello-duo meer kleur en dynamiek geven dan op het eerste gezicht mogelijk lijkt. Omwille van klankkleuren en percussieve effecten geeft Schulhoff allerlei aanwijzingen, zoals strijken op de toets of bij de slof, tremolo, dubbelgrepen, uitgebreid pizzicato (tokkelen), boventonen en met demper spelen (con sordino). Ook maakt hij gebruik van het toonhoogtebereik van de instrumenten zelf. Al even inventief schrijft hij extreme gradaties aan dynamiek voor, van drievoudig pianissimo (heel, heel zacht) tot drievoudig forte (extreem luid), vaak met abrupte veranderingen. Dit alles maakt dat je als instrumentalist van goeden huize moet komen om het stuk goed te kunnen spelen, een voorwaarde waaraan Waarts en Van Poucke moeiteloos voldeden. Maar behalve dat ze de kleurrijke partituur glashelder en zuiver uiteenzetten, bleken ze ook enorm goed naar elkaar te kunnen luisteren, zodat er een spannende wisselwerking tussen de viool en de cello ontstond. Er waren momenten van mysterieuze lyriek en bezinning, energieke zigeunermuziek en explosieve dynamiek, eindigend in de hectische galopbeweging van de finale. De verrassende muziek van de vrijwel vergeten Schulhoff werd door Waarts en Van Poucke alle eer aangedaan (WS).
Violist Waarts had na het eerste stuk van Schulhoff kort gezegd dat ook het Pianotrio in E Hob XV:28 ‘surprising moments’ bevatte. Dat was ook zo, ondanks het op het eerst gezicht conventionele karakter van de muziek. Verrassend was vooral het tweede deel, Allegretto met een doorlopende baslijn van de piano. Al met al duurt dit Bach-achtige deel niet eens zo lang, terwijl het voor je gevoel nog lang door had kunnen gaan. Pianist Nicola Meeuwsen speelde zijn partij tamelijk fel, terwijl hij zich in de hoekdelen juist subtiel tegenover de strijkers opstelde. Zowel het eerste als het derde deel bleven qua originaliteit achter bij het Allegretto: ze varieerden van rustig tot aimabel, maar ontbeerden dat onverwachte dat dit tweede deel zo bijzonder maakt (WB).
Hoogtepunt van de avond vormde de gedreven uitvoering van de Symfonie nr. 15 in A-groot op. 41 van Sjostakovitsj, in een door de componist zelf goedgekeurde bewerking van Viktor Derevianko voor pianotrio en slagwerk. Alleen al de imposante opstelling van het slagwerk, met onder meer vibrafoon, tomtom, woodblocks, castagnetten, triangel, klokken en pauken, zorgde voor hoge verwachtingen waaraan ruimschoots werd voldaan. Zelf omschreef de componist de laatste symfonie die hij zou componeren als ‘een speelgoedwinkel die ’s nachts tot leven komt, met een wolkeloze hemel erboven.’ Maar wie het stuk beluisterd kan zich niet onttrekken aan de gedachte dat donkere wolken zich samenpakken in deze duistere muziek vol vrolijke citaten van Rossini, broeierige van Wagner en romantische van Glinka.
In de kamermuziekversie gaan o.a. de orkestrale climaxen in het langzame deel en de finale enigszins verloren, maar de winst is dat de kamermuziekversie bijna als een röntgenfoto van het origineel dient, waardoor bepaalde effecten, structuren en andere elementen juist weer aan kracht winnen. Het lukte Waarts, Van Poucke, Meeuwsen en de slagwerkers Thomas Waller, Georgi Tsenov en Ramon Lormans een tegelijkertijd indringende en schrijnende, maar ook berustende en louterende lezing van Sjostkovitsj symfonische zwanenzang neer te zetten. Ook hierbij viel op hoe goed de musici naar elkaar luisterden en hoe alert ze op elkaar reageerden, wat vanzelfsprekend de mysterieuze muziek te goede kwam (WS).
Juli Festival De Klassieke Duif 4 t/m 6 juli 2024
Aan het begin van de zomer wordt deze serie voortgezet in de vorm van een festival van drie dagen. Elke dag een avondconcert en de laatste dag ook een middagconcert. Het eerste concert op 4 juli Vol Vreugde zal Ella van Poucke de Cellosuite nr. 1 van J.S Bach spelen (onlangs besproken op deze website op 24 april 2014.) Daarna klinken Die Serenaden opus 35 van Paul Hindemith en Pianotrio in Bes, opus 97 van Beethoven. Vast een avond om vrolijk van te worden.
De volgende dag is er aandacht voor Franse Lichtheid in French Delights met een selectie liederen van Debussy, Sonate FP 119 voor viool en piano van Poulenc en Pianotrio nr. 2 in e-klein opus 92 van Camille Saint-Saëns.
Het derde concert wordt een Boheemse middag (aanvang 14.00 uur) met muziek voor piano vierhandig van Dvorak. Duo’s voor twee violen van Bela Bartok en een Serenade voor strijktrio van de minder bekende Ernö Dohnányi.
Het festival besluit met de grootheid Robert Schumann in Schumann de dichter. Hier speelt de piano een hoofdrol in Drie Romances, opus 94. Dichterliebe, opus 48 zal gezongen worden door Michael Wilmering. Als slot van het Festival klinkt Schumanns prachtige Pianokwintet in Es-groot.
Behalve de broer van Ella, Nicolas van Poucke, speelt ook Casper Vos piano en bespelen Ella van Poucke, Stephen Waarts, Mairéad Hickey, Eivind Ringstad de strijkinstrumenten.
Een festival (met bijzonder repertoire) om naar uit te kijken! (SB)
Info:
De Klassieke Duif, info & tickets zie https://stadsherstel.nl/cultuuragenda/de-klassieke-duif-juli-festival-vol-vreugde/
Passe-partouts: https://www.eventbrite.nl/e/tickets-de-klassieke-duif-juli-festival-passe-partout-785824711867?aff=oddtdtcreator
Als voorproefje voor het Juli Festival 2024 spelen de vrienden van De Klassieke Duif Suite op. 23 (met piano linkerhand) van Korngold. Een werk dat zij ook tijdens het Oliebollenconcert van 1 januari 2024 speelden. (Zie recensie op deze website van 3 januari 2024.)
https://www.youtube.com/watch?v=Tf-k9dAxNJc
Stephen Waarts speelt op vrijdag 8 november 2024 in het Concertgebouw te Amsterdam werken van Ysaÿe, Enescu en Szymanowski in de serie Jonge Nederlanders. Daar wordt hij op piano begeleid door Martin Klett. Voor info & tickets: www.concertgebouw.nl
You Tube: Calices viool en piano van Kaija Saariaho:
https://www.youtube.com/watch?v=FrWoNUcS1QY&t=60s