Emotionele Bohème in Oper Dortmund

Gehoord: 23 december, Oper Dortmund, Duitsland

Door Peter Schlamilch

 

 

Verisme van de allertederste soort

‘Ik hou van de kleine dingen, en ik kan en wil alleen de muziek van de kleine dingen maken als ze waar, gepassioneerd en menselijk zijn en je hart raken.’ Een toepasselijker citaat van Puccini is nauwelijks te vinden als het over La Bohème gaat, zijn ‘kerstopera’ waarmee hij de wereld veroverde, ondanks de aanvankelijk heel slechte ontvangst van de première in 1896. De eenvoudige spreekteksten van heel levensechte personages die in herkenbare liefdesperikelen terechtkomen: alles ademt ‘verisme’, maar dan van de allertederste soort.

Heerlijk dus dat het Oper Dortmund deze kerstopera, hoewel zonder gelukkig einde, gewoon op traditionele wijze met Kerst heeft willen programmeren, en met succes, want de zaalbezetting was 100 procent, en de geestdrift bij het publiek zeker niet minder: een terecht ovationeel applaus bekroonde deze prachtige enscenering van de veelzijdige regisseur Gil Mehmert, die een uiterst klassiek toneelbeeld aan een volledig oprechte handeling weet te verbinden met ‘moderne’ gevoelens: alle personages bewegen zich volkomen natuurlijk over het toneel, ingenieus belicht door Michael Grundner en in prachtige kostuums gestoken door Falk Bauer. De studenten zijn speels waar het kan en doodserieus waar het moet, Benoît en Alcindoro zijn karikaturaal maar nooit ongeloofwaardig, en de dames Musetta en Mimì overtuigen op vrijwel elk moment. Het vindingrijke toneelbeeld van Jens Kilian laat in de eerste akte de ijskoude daken van Parijs zien, die in de tweede akte veranderen in een warme kerstmarkt en zelfs een café: alles met een vanzelfsprekendheid die nergens gekunsteld aandoet en altijd effectief is. Moderne kostuums en postmodernistische decors blijken helemaal niet nodig te zijn om de gevoelens van de hoofdpersonen te ‘actualiseren’: ze bewijzen telkens weer tijdloos en meeslepend te zijn, maar dat wisten we natuurlijk allang.

 

 

Vocaal is deze voorstelling een juweel: Rodolfo wordt meesterlijk, enthousiast en viriel vertolkt door Jonathan Tetelman, wiens stem de rol met het grootste gemak aankan en van wie charmes en ‘looks’ onmiskenbaar zijn, hoewel hij er af en toe iets te veel ook zélf van geniet: iets meer empathie voor zijn kersverse geliefde zou de interactie misschien wel goed doen, maar tussen zijn vrienden, Schaunard (een uitstekend zingende Morgan Moody) en Marcello (gezongen door de zeer overtuigende en vocaal uiterst krachtige Zuid-Afrikaanse bariton Mandla Mndebele) voelt hij zich als een vis in het water: de komische ‘banketscène’ aan het begin van de vierde akte liet ons het naderende onheil daadwerkelijk heel even vergeten, waardoor het vlak daarna des te harder toesloeg.

 

 

De entree van Mimì is onvergetelijk mooi: na al het zanggeweld van de manlijke hoofdpersonen is haar stem een balsem voor het oor en zelfs de ziel: Anna Sohn zingt niet alleen helder en met grote draagkracht, maar vooral met warmte en een stijlzuivere tederheid; een heerlijke combinatie die je niet in elk middelgroot theater zomaar in het ensemble aantreft. Sohn studeerde bij grootheden als Mirella Freni, Renata Scotto en Olaf Bär, en dat is goed te merken: haar sensitieve en communicatieve interactie met haar tegenspelers is heerlijk om te zien, en als ze gaat zingen gaan alle harten in het publiek wijd open: een idealere en romantischer Mimì is waarschijnlijk moeilijk te vinden, hoewel het prachtig gezongen kennismakingsduet in de eerste akte met een verrassend abrupt afgebroken slotnoot eindigde. Een klein misverstand wellicht, dat het publiek hen graag vergaf.

 

Operahuis van het jaar

De zangers komen vrijwel zonder uitzondering uit het vaste ensemble van  het Open Dortmund zelf, en dat is bijzonder: niet veel operatheaters kunnen een vocaal zo voorbeeldige Bohème met eigen mensen bezetten. Daar ziet men de hand van intendant Heribert Germeshausen, die zijn theater dit seizoen ‘Operahuis van het Jaar’ mag noemen. Hij werd niet alleen geroemd om zijn project We DO Opera!, waarin gewone inwoners van Dortmund eigen operavoorstellingen creëren, maar heeft het theater ook weer in een levendige positie in de stad Dortmund gebracht, een arbeidersstad die niet noodzakelijkerwijs een vaste, culturele elite bezit. Hij maakte het theater, dat eind jaren ’90 grote publieksvoorstellingen gaf voor een zaalbezetting van een verbijsterende 35%, weer actueel en essentieel voor de Dortmundse gemeenschap, omdat hij besefte dat het publiek vooral komt voor de grote en eeuwige kwaliteit van onsterfelijke muziektheatrale werken. Germeshausen vernieuwt met respect voor de traditie, en dat werkt: klassieke werken worden aan bijvoorbeeld een musical met hetzelfde thema gekoppeld (zoals in dit geval de musical Rent van Jonathan Larson), en onbekende werken, zoals vanaf deze maand van de vrouwelijke componist Augusta Holmès, worden gespeeld maar sluiten aan bij het repertoire van Wagner en Saint-Saëns. Hij haalt het publiek letterlijk met bussen uit de omgeving naar zijn theater, en schuwt ook vernieuwing niet door bv. met ‘composers in residence’ te werken.

 

 

Het orkest speelde kundig, accuraat maar vooral voortvarend onder de heldere maar soms iets te zakelijke leiding van dirigent Gabriel Feltz, die sommige tempi wel érg vlot nam en daardoor soms iets te haastig over de vele romantische details van Puccini’s partituur heen speelde en daardoor af en toe, maar zeker niet altijd, voorbijging aan de pure muzikale poëzie die deze opera juist zo kenmerkt.

 

Kwetsbaar

In de tweede akte wisselen meerdere toneelbeelden elkaar, als gezegd, af, een ware luxe voor de operaliefhebber, die het in het moderne theater vaak met slechts één beeld per avond moet doen. Alles beweegt elegant, de kleuren van kleding en belichting zijn perfect en koor en vooral fanfare zingt en speelt meer dan uitstekend. Het kinderkoor is zelfs van hoge klasse, net als de kleine solo van een van hen: chapeau! Musetta (Rinnat Moriah) maakt haar entree en beheerst het toneel op overtuigende, maar soms iets te strenge wijze: een iets speelsere Musettta had haar empathische kanten hier al kunnen aanduiden. De slotscène van de opera, waarin Mimì tussen haar vrienden en in de armen van haar grote liefde sterft, is van een aangrijpende emotionaliteit die helemaal op het conto van de steeds intiemer zingende hoofdrolzangeres te schrijven is: stervend in haar badkuip, verzuipend in emoties, is ze nergens pathetisch of overdreven, maar altijd oprecht, menselijk en volledig kwetsbaar.

 

 

Hoewel ik Mimì’s verschrikkelijke einde als recensent al vaak heb gezien, kon ik het niet helemaal droog houden, eigenlijk het beste compliment dat aan de zangers te maken valt. De scène eindigt met een beeld dat herinnert aan een negatieve Kerststal, waarin de verslagen vrienden om de dode Mimì zitten te treuren, terwijl Rodolfo in een opwelling naar de dakrand stormt om… uiteindelijk geen zelfmoord te plegen, maar verslagen gaat treuren om zijn verloren geliefde, uitkijkend over dezelfde Parijse daken als waar de voorstelling mee begon. Hij redt daarmee de regie, want een daadwerkelijke sprong in het diepe zou alles op een banale en platte manier hebben verpest. Nu is deze voorstelling een zeer geslaagde balans tussen een traditionele enscènering en ‘moderne’, oprechte gevoelens, en een mooie, afgeronde eenheid waarin op zeer hoog niveau gezongen en geacteerd wordt. De laatste uitvoering vindt plaats op 6 januari in Oper Dortmund.

Peter Schlamilch

 

 

Info:

https://www.theaterdo.de/produktionen/detail/la-boheme/

 

You May Also Like

Ralph van Raat en Matangi Quartet spelen composities van Chick Corea

Nieuw strijkkwartet van Thomas Beijer boeiende luisterervaring

Bruce Liu speelt met verfijning

Daniel Reuss dirigeert helder gearticuleerde late Stravinsky