Energie pur sang op Delft Chamber Music Festival
Gehoord: 28/7/2022, Van der Mandelezaal in Museum Prinsenhof Delft, Delft Chamber Music Festival, 16u & 20.15 uur
Door Olga de Kort
Muziekfestivals met hun gevarieerde programma’s en ad hoc ensembles zijn plaatsen bij uitstek om nieuwe muziek en nieuwe namen te ontdekken. Maar ook bekende muziek krijgt hier de kans om opnieuw herontdekt te worden dankzij verassende combinaties en een frisse blik op programmering. De concerten op de tweede festivaldag van het Delft Chamber Music Festival vormden hier het klinkende bewijs van.
Het middagconcert bracht de muziek van Ludwig van Beethoven (1770-1827) en Ernö Dohnányi (1877-1960) bij elkaar. Op het eerste gezicht een combinatie van componisten die weinig met elkaar te maken lijken te hebben, maar echter toch een verbindingselement bleken te hebben. In zijn tijd was Dohnányi namelijk een gerenommeerde Beethoven-vertolker, met het Vierde Pianoconcert als zijn persoonlijke favoriet. In Delft klonk dit concert in de bewerking van Vinzenz Lachner voor strijkkwintet en piano, met de toegevoegde pauken. Dankzij een levendige interactie tussen alle spelers en een zeer goede balans tussen instrumenten kreeg dit kamermuziekarrangement de allure van een orkestwerk. Vanaf de openingsmaten van haar dromerige pianosolo tot de bruisende finale hield Nino Gvetadze het hele (strijk)orkest bij elkaar. Met haar ingetogen, lyrische pianospel creëerde ze een dromerige sfeer, die voortgezet en uitgebouwd werd door licht spelende en nergens overheersende strijkers.
De Hongaarse pianist Ernö Dohnányi speelde Beethovens Vierde Pianoconcert al op zijn 21ste tijdens zijn eerste concerttournee. Dat hij zelf ook een veelbelovende componist was, bewees Dohnányi drie jaar eerder met zijn Eerste Pianokwintet. Dit opus 1 uit 1895 werd zijn eerste officieel gepubliceerde – en door iedereen enthousiast ontvangen – compositie. Zelfs Johannes Brahms, doorgaans zeer zuinig met complimenten, prees het Pianokwintet aan.
In de Delftse festivaluitvoering droeg Gvetadze ‘de regie’ over aan haar collega Ketevan Badridze. De Georgische pianiste verraste het publiek met haar energieke, dynamische en virtuoze spel, dat in alle inzetten, tempi en dynamiek nauw aansloot bij de geanimeerd en bevlogen spelende strijkers. Het breed opgezette, romantische en warmbloedige Pianokwintet was een mooi en veelzeggend voorbeeld van wat het publiek van dit uitstekend op elkaar ingespeelde team van festivalmusici in het avondconcert kon verwachten.
Het verrassende en zeer interessante avondconcert bracht nog meer passie en heftige emoties met zich mee. Ze werden ‘veroorzaakt’ door Augusta Holmès (1847-1903) die haar tijdgenoten, waaronder veel componisten, tot veel creatieve en emotionele uitbarstingen inspireerde. Deze Parisienne van Ierse afkomt moet een opvallende verschijning geweest zijn. Ze schitterde in muzikale en literaire salons van haar tijd en werd op handen gedragen door Franck, Wagner, d’Indy en Mallarmé. Volgens Camille Saint-Saëns, wiens aanzoek zij heeft afgewezen, ‘hield iedereen van haar’. Zijn liefde klonk deze avond door in de aan Augusta opgedragen La Solitaire uit Mélodies persanes, op. 26 (1870-72). In dit arrangement voor viool en piano voerde Baida Skride een levendig dialoog in Allegro appassionato met Ketevan Badridze. Badridze nam ook de pianopartij van het vurige Tweede Pianokwartet van Saint-Saëns op zich waar ze opnieuw de echte spirit van een kamermusicus en een ervaren ensemblespeler demonstreerde.
Zelf componeerde Holmès het liefst grootschalige werken zoals opera’s, symfonische gedichten en dramatische odes. Veel succes bij haar tijdgenoten had haar symfonische ode Ludus pro patria (1888) voor koor en orkest, op de teksten van Puvis de Chavannes. Speciaal voor dit festivalconcert maakte Gijs Kramer een bewerking van het tweede deel La Nuit et l’amour voor harp en een strijkkwartet. Augusta’s muziek klonk melodieus en poëtisch, lyrisch en dromerig. Ze sloot qua sfeer en dynamiek goed aan bij Isoldes Liebestod van Franz Liszt, zeer expressief uitgevoerd door Nino Gvetadze.
Naast Wagner hield Holmès van de muziek van César Franck, bij wie ze jarenlang les had. Met het enorm expressieve, dynamische, dramatisch-opzwepende Pianokwintet van Augusta’s leraar werd de avond dan ook afgesloten. Het was een zonder meer indrukwekkende afsluiting van de festivaldag die rijk was aan muzikale ontdekkingen en de kennismaking met inspirerende musici.
Olga de Kort
Steun De Nieuwe Muze! Lees ons, volg ons, like ons en neem nu met zomerkorting een abonnement op www.denieuwemuze.nl