Energiek debuut van dirigent Alain Altinoglu bij Koninklijk Concertgebouworkest

Energiek debuut van dirigent Alain Altinoglu bij Koninklijk Concertgebouworkest

KCO speelt Rihm, Faure en Ravel o.l.v. Alain Altinoglu m.m.v. Jean-Yves Thibaudet, piano

Gehoord: Vriendenrepetitie, 5/3, Concertgebouw, Amsterdam

Herhaling concert: 8/3, 14.15 uur, Concertgebouw, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

Het Koninklijk Concertgebouworkest heeft vele vrienden. Dat bleek vanochtend uit de stroom enthousiaste ‘vrienden van het orkest’ die de Grote Zaal van Het Concertgebouw al om half tien vulden om op uitnodiging van het KCO getuige te zijn van de generale repetitie – voor deze gelegenheid omgedoopt tot ‘vriendenrepetitie’- van het avondconcert. Daar was ikzelf niet bij aanwezig, maar te oordelen naar de geanimeerde generale moet het een mooi concert zijn geworden.

Klokslag half tien zaten de veelal in spijkerbroek geklede orkestleden op het puntje van hun stoel om zich onder de energieke en trefzekere slag van de Armeens-Franse dirigent Alain Altinoglu, die deze week debuteert bij het KCO, uit te leveren aan de complexe materie van de Symfonie in d van César Franck, die ook nog eens meteen live werd opgenomen. Ga er maar aanstaan. Nog maar net uit je bed en dan foutloos musiceren op topniveau onder de masculiene leiding van een zeldzaam getalenteerde en intelligente dirigent die niets ontgaat, alles hoort en muzikaal de hoogste eisen stelt. Het lukte en dat was ontroerend om mee te maken. Al noemde Gounod deze symfonie van Franck ‘de tot dogma verheven impotentie’ en verklaarde Saint-Saëns dat hij er ‘de doodsklokken van de klassieke harmonie’ in hoorde luiden, Altinoglu en het KCO lieten zich niet uit het veld slaan door progressieve harmoniek en de sombere toon van het cyclische werk, waarin Franck eindeloos aan het moduleren slaat en het orkest geen seconde rust gunt. Als uit één reusachtige ademtocht volgden de vier delen elkaar op, waarna Altinoglu exact de passages die het minst overtuigend hadden geklonken eruit pikte om ze nog wat fijner te slijpen. Dat deed hij op zo’n directe, zinvolle en af en toe ook humoristische manier, dat de orkestleden meteen alles begrepen wat hij vroeg en musiceerden met veel gevoel en overtuigingskracht.

Daarna verleidde Altinoglu de orkestleden tot een fascinerend en coherent ‘sostenuto’ (aanhouden, doorklinken) ten behoeve van de wereldpremière van het gelijknamige stuk van Wolfgang Rihm, die zijn Sostenuto schreef in opdracht van het KCO. Langzaam uitdijend en weer inkrimpend maar altijd dóór resonerend, doorspekt met flarden Ravel, boordevol romantiek en emotie, rusteloos verschietend van vorm en kleur, beweegt dit organische werk zich voort van nerveuze onrust naar een complete heksenketel, om dan weer tot bedaren te komen, eindigend in een ‘vioolsolo’ van één lange en een korte noot. Ook hier werkte Atinoglu nog even aan een paar details, die niet helemaal lekker verliepen.

Terwijl de vleugel omhoog werd gehesen liep de Franse pianist Jean-Yves Thibaudet het podium op om een praatje te maken met Altinoglu, waarbij beide uit Frankrijk afkomstige heren de indruk wekten dat ze elkaar goed kenden. De repetitie van Ravels Pianoconcert verliep als een vrolijke muzikale stoeipartij tussen twee grote persoonlijkheden, in het gareel gehouden door het orkest dat zijn partijen tot in de finesses beheerste. Na afloop van de repetitie liet Thibaudet in een vraaggesprekje met Joel Fried, artistiek directeur van het KCO, weten dat het Pianoconcert van Ravel al sinds zijn elfde jaar zijn lievelingsconcert is. Dat was te horen aan de sensuele flair, de vederlichte virtuositeit en het fijnzinnige klankkleurenpalet waarmee hij Ravel in vrijgevochten tempi tot de verbeelding liet spreken. Thibaudet vloog er af en toe zo snel en onstuimig vandoor dat het KCO hem ternauwernood bij kon houden. Maar aangezien Altinoglu op zijn beurt barst van de energie en bovendien een uitstekend vakman is, liep het geen seconde uit de hand. Tussen solist, dirigent en orkest ontstond een ragfijn spel van flitsende dialogen, waarbij de gedreven Altinoglu als een muzikale Napoleon de solist onder controle hield, het orkest naar Ravels hand zette, de noten onbekommerd en vrij hun verhaal liet vertellen en het geheel in verfrissende banen leidde. Schitterend speelde Thibaudet het langzame deel, waarin zijn betoverende klank deed denken aan het prachtige geluid dat zijn leermeester Aldo Ciccolini tot op het laatst uit de vleugel wist te toveren.

Volgende concert: 8/3, 14.15 uur, Concertgebouw, Amsterdam.

Info: www.concertgebouw.nl

 

You May Also Like

Quator Agate speelt muziek van bandieten in de kleine zaal van het Concertgebouw

Kissin herdenkt 50e sterfdag Sjostakovitsj in drie sonates met drie grote strijkers

Kippenvel bij Rudi Stephans opera Die ersten Menschen

Canellakis verbindt heden, verleden en toekomst in Requiem van Brahms