Janine’s Bach Festival besloten met geanimeerd concert op Bachs verjaardag
Amsterdam Sinfonietta, Janine Jansen & Pauline van der Rest (viool). Vioolconcerten en Dubbelconcert van Bach e.a. Bach-werken. Gehoord 21/ Grote Zaal Concertgebouw.
Door Wenneke Savenije
Mysterieus
Gister was het precies 339 jaar geleden dat Bach in Eisenach werd geboren. Een bijzonder jaar, want voor wie gelooft in de esoterische betekenis van ‘Bach en het Getal’, tevens de titel van het destijds spraakmakende boek van Kees van Houten en Marinus Kasbergen over de getallensymboliek in de muziek van Bach, is 339 te herleiden tot 69 en 6, cruciale getallen die telkens opduiken in het hart van Bachs composities. Zoekt en gij zult vinden…, luidt het motto van de vele studies over de verbanden tussen Bachs muziek en mystieke symboliek, de kabbalistiek en de symboliek van de Rozenkruisers. Het is allemaal razend interessant, maar er valt weinig te bewijzen. Bach zelf, die op zijn verjaardag ongetwijfeld extra sterke koffiedronk en een pijpje rookte want daar was hij dol op, heeft zich er niet specifiek over uitgelaten. Maar alleen al het feit dat hij in 1747 toetrad tot de Societät der Wisschenschaften als 14e lid (14 is het Bach getal, t.w. de optelsom van het in getallen omgezette Bach-motief waarmee hij zijn stukken ondertekende), maakt korte metten met het idee van de oude Bach als een wat bedaarde man met een bepoederde pruik, die toevallig geniale muziek componeerde. Wie zich in deze materie verdiept raakt niet uitgestudeerd en uitgelezen, maar uiteindelijk heeft Bach al zijn kennis en geheimen verstopt in zijn muziek, die hij doorgaans zelf uitvoerde: ‘Ik speel de noten zoals ze geschreven zijn, maar het is God die de muziek maakt.’ Dat het in Bachs muziek wemelt van de ‘heilige’ getalsverhoudingen rondom o.a. 3 en 7 is een feit. Schrijf je Bachs naam in muzieknoten uit -B(bes), A, C, H (b) – dan krijg je een kruis.
Fijnzinnig en elegant
Op de laatste dag van Janine’s Bach Festival in het Concertgebouw, klonken eerst twee levendige bewerkingen: Bachs Allegro uit de Sonate in e, BWV 1023 in de bewerking voor strijkers van componist Ottorino Respighi (1909) en het door de legendarische dirigent Otto Klemperer bewerkte Bist du bei mir, BWV 508, afkomstig uit het ‘Klavierbüchlein für Anna Magdalena Bach’. De energieke uitvoering van het eerste wervelende stuk door Amsterdam Sinfonietta, dat uitmondde in gestroomlijnd en fijnzinnig samenspel en een transparante samenklank, had in Disneys Fantasia niet misstaan. Op de fraai slepende beweging van Bist du bei mir, waaraan vader Jansen op het orgeltje wat extra kleur en sonoriteit verleende, volgde een charmante uitvoering van het eerste symfonische orkestwerk door de destijds 27-jarige Bach-zoon Carl Philipp Emanuel, die al meteen radicaal brak met de ‘geleerde stijl’ van zijn vader en koos voor Sturm und Drang, zich vertalend in snelle stemmingswisselingen en een ‘nieuw’ gebruik van de toonsoorten. Sinfonietta Amsterdam gaf er met vaart, fraaie echo’s en accenten, goed uitgekiende dynamische schaduwwerkingen en elegant samenspel een luchtige uitvoering van.
Diepgang en welevendheid
Daarna verscheen Janine Janssen, nog altijd gekleed in een stemmige zwarte jurk, op het podium om te soleren in Bachs Vioolconcert in E, BWV 1042. Dat deed ze recht uit haar hart, met devote diepgang en muzikale wellevendheid, fraai van toon en fraseringen, loepzuiver en zangerig in het langzame deel waarin Sinfonietta Amsterdam haar als een engelschaar begeleide, maar in de dansante hoekdelen waren de flitsende dialogen tussen Jansen en het orkest af en toe onnodig snel, waardoor de muziek van Bach een beetje amechtig ging klinken en dat past niet zo goed bij de geniale, van levenswijsheid en hogere kennis doordrongen noten van de man die componeerde ter ere van God.
Dubbelconcert
Na de pauze trad Jansen naar voren met het jonge Belgische viooltalent Pauline van der Rest, die al vele prijzen won, op dit moment bij Janine Jansen studeert aan de Kronberg Academy en die nu samen met haar lerares debuteerde in het Concertgebouw in het vermaarde Dubbelconcert van Bach, dat in het collectieve geheugen van de ouders concertgangers zit door de vele uitvoeringen die wijlen Herman Krebbers en Theo Olof ervan gaven. Zij deden het sneller en levendiger dan je zou denken, maar waakten ervoor de muziek geweld aan te doen. Krebbers vertelde me ooit dat Olof vlak voor aanvang van hun optreden altijd ineens riep: ‘Herman, ik moet nog even plassen’, wat hem razend maakte. Maar ze bleven vrienden en het liep altijd goed af, getuige o.a. opnames die op YouTube te vinden zijn. Daar kun je ook de uitvoeringen beluisteren van Oistrach en Menuhin, Zukerman en Perlman, Vengerov en Spadano, om er maar een paar violistische grootheden te noemen. Thuiskomend heb ik er gisteravond studie van gemaakt, omdat ik me ook in tijdens het voortreffelijk uitgevoerde Dubbelconcert door Jansen, Van der Rest en Sinfonietta Amsterdam in de hoekdelen zat af te vragen waarom het nu allemaal zó snel moet. Onwillekeurig doemde steeds een hoofdschuddende Bach bij me op die de verhitte temperamenten van orkestaanvoerster Candida Thomson en Janine Jansen vaderlijk tot rust probeerde te manen: ‘Enstspann dich ein wenig.’ Te snel is namelijk nooit beter en de muziek verliest erdoor aan zeggingskracht, omdat het melodische lijnenspel niet de ruimte krijgt om open te bloeien. Het is een kwestie van smaak en keuze, maar de hierboven genoemde duo’s nemen de tempi allemaal net wat langzamer en daar vaart de muziek van Bach wel bij.
Het debuut van Van der Rest was ontwapenend en overtuigend. Ze speelt fantastisch goed viool en heeft een feilloos gevoel voor muzikale structuur. Ze is van nature geaard en vormde een organisch ademende eenheid met Jansen en het orkest. Ook lijkt ze geboren met een overtuigende stage presence, die niets te maken heeft met hoe ze wil overkomen maar alles met de intensiteit en de kracht waarmee ze van binnenuit musiceert. Maar er was ook een bezwaar: ze had duidelijk uit de authentieke hoek de boodschap meegekregen dat je bij Bach op de lange noten eerst een hele tijd niet moet vibreren, om ze pas op het eind met een vleugje goed gedoseerd vibrato tot leven te wekken. Doe je dat spontaan en van binnenuit, zoals de door en door ervaren Jansen dat kan, dan werkt zoiets nog wel. Maar bij Van der Rest klonk het teveel als een keurig opgezegde les, en daarmee benadeelde ze Bach en zichzelf in artistieke vrijheid, een minpuntje waar ze door haar sterke muzikale persoonlijkheid zeker overheen zal groeien de komende jaren.
Bach is liefde
Ook de hoekdelen van het Brandenburgs concert nr. 3 in G voor strijkers werden in razende tempi de zaal in geslingerd, maar dat op een zo’n heldere en virtuoos gespeelde manier, dat Sinfonietta Amsterdam (small) er instrumentaal en muzikaal toch mee overtuigde. Het langzame deel had sterker geklonken als er meer vanuit het hart en minder vanuit de authentieke leer was gemusiceerd, want om met Krebbers te spreken, die zich mateloos aan kon ergeren aan authentieke dogmatiek: ‘Hebben die barokmusici soms met Bach getelefoneerd?’ Tot besluit van haar geslaagde Bach-festival liet Jansen haar hart wel overtuigend en boordevol liefde spreken in haar gepassioneerde uitvoering van Bachs Vioolconcert in a, BWV 1041, vermoedelijk een van de eerste concerten die ze als meisje leerde spelen. Soms had er wat mij betreft wat meer adem en vibrato in de fraseringen mogen doorwerken en ook hier had het tempo in de snelle delen best wat rustiger gekund. Desondanks klonk het allemaal prachtig en in de vertrouwde samenwerking van Jansen met Sinfonietta Amsterdam spatten de vonken ervanaf ter ere van de Grote Bach.
Wenneke Savenije
Volgende concerten:
23/3 Eindhoven, 24/3 Bologna
Info & tickets: