Kamermuziekfestival Muze van Zuid origineel en verrassend

 

 

 

Festival Muze van Zuid: 14 t/m 18 september, diverse locaties Amsterdam Zuid

Op de vijfde editie van zijn kamermuziekfestival De Muze van Zuid wandelt musicoloog en artistiek directeur Huib Ramaer zo mogelijk nóg enthousiaster dan voorheen met welwillende groepjes muziek geïnteresseerden door de stromende regen muzikale routes vanaf het plein voor de Obrechtkerk. Op zijn fiets staat een geïmproviseerde luidspreker waaruit muziek van ‘vaderlandse’ componisten als Amanda Maier, Dirck Fock en Henriette Bosmans opklinkt, of Schubert liederen gezongen door de eens zo beroemde bas-bariton Johannes Messchaert en tenor Bertus van Lier. Ramaer vertelt verhalen en die zijn altijd smeuïg, boeiend, verrassend en grappig. Beetje bij beetje onthult hij steeds méér muzikale geheimen die verborgen liggen in de straten van Amsterdam Zuid, waarbij ook schrijvers als Madelon Székely-Lulofs (die kort een verhouding had met Vilmos Palatai, de celist uit het strijkkwartet van de violist Zoltán Székely, aan wie Bartok zijn Tweede Vioolconcert opdroeg) en moderne componisten als Theo Loevendie en Joey Roukens de revue passeren.

 

 

Ook slaagt hij er steeds weer in nieuwe locaties te ontsluiten, gewoon in de Obrechtkerk of bij mensen thuis, in de theosofische tempel aan de Tolstraat (voorheen bioscoop en bibliotheek) of op het Gustave Mahlerplein bij station Amsterdam Zuid, waar afgelopen donderdag de festivaltent bijna wegwaaide en iedereen kletsnat regende, maar toch onverstoorbaar bleef luisteren, toen de Nederlands-Indiase zangeres Madhu Lalbahadoersing en de Amerikaanse jazz-zangeres Marjorie Barnes met o.a. jazz-trompettiste Ellister van der Molen daar vijf door Orville Breeveld – bruggenbouwer tussen Het Concertgebouw en Amsterdam Zuidoost – voorgestelde straatnamen werden onthuld van louter vrouwelijke componisten uit binnen- en buitenland: Margareth Bond en Florence Price, de eerste klassiek opgeleide Afro-Amerikaanse componisten uit Amerika waarvan de (jazz) muziek begin vorige eeuw werd uitgevoerd, en de Hindoestaanse Jaddanbai, heldin van de pre-Bollywoodfilm in India waarvoor ze muziek componeerde, kregen alle drie een hofje. De middeleeuwse mystica Hildegard von Bingen en Fanny Mendelssohn kregen een straatnaam.

 

 

Wie heeft er ooit gehoord van de internationaal gevierde violiste en componiste Amanda Maier (1853-1894) uit Zweden, die na haar huwelijk met Julius Röntgen in Amsterdam Zuid belandde en van haar man niet meer mocht optreden en componeren?

 

 

Violiste Eva Stegeman haalde haar in de pianozaak van de firma Bol aan de Ceintuurbaan op een upright Bechstein met vuur en passie vanonder het stof vandaan. En wie heeft er ooit gehoord van Dirk Fock, Paul Seelig en Constant van de Wal, Nederlandse componisten uit de vorige eeuw die zich lieten inspireren door de muziek uit Indonesië en de stille kracht van het Verre Oosten? De magie van hun verrassend mooie liederen werd door de warme sopraan Renate Arends en pianiste Eke Simons sfeervol, subtiel, met  geheimzinnige glinsteringen van schoonheid en verlangen over het voetlicht gebracht in een huiskamer vol kunst, waar ze ook nog ‘Indische’ liederen van Maurice Delage en een oriëntaals pianowerk van Debussy uitvoerden. Waarom je zulke werkelijk prachtige liederen, gecomponeerd op geestige of droevige gedichtjes vol wijsheid en humor, nooit in de concertzaal hoort is een raadsel. Zeker als ze zo prachtig worden gezongen als door Renate Arends, die voor de gelegenheid een elegante avondjurk van Oosterse stof had aangetrokken.

 

 

De volgende ochtend stond o.a. een ‘vioolwandeling’ naar het atelier van Max Möller, de beroemde vioolbouwer die later werd opgevolgd door zijn zoon Berend die bij een overval om het leven kwam, op het programma. Nu zwaait de van origine Duitse vioolbouwer Andreas Post er de scepter, die zo vriendelijk en gastvrij was om de bezoekers te introduceren in de werkplaats, oftewel het  heiligdom der heiligdommen, achter de winkel en de schitterende 19de eeuwse ‘showroom’ met antieke kasten vol violen, altviolen en cello’s, waar nog de vibraties hangen van beroemdheden als Yehudi Menuhin en David Oistrach. Het zag er eigenlijk heel gewoon en praktisch uit, maar voor een violengek zoals ik voelde het aan als iets heel bijzonders, want daar op die gewijde plek waar je vroeger nooit mocht komen worden de Stradivariussen, de Amati’s en de Guarneriussen gerepareerd.

 

 

Gisteravond hoorde ik de beschaafde Madhu Lalbahadoersing en haar ensemble, waarin vooral arrangeur Romeo Panday op harmonium en haar broer, de tablaspeler Dineesh de aandacht trokken, met overgave Hindi liederen van Jaddanbai (artiestennaam Nargis) zingen in de Tempel aan de Tolstraat, die ooit werd gebouwd door de Theosofen. De liefdessongs uit het pre-Bollywood tijdperk neigden naar sentimenteel, terwijl de liederen op filosofische teksten van de dichter Rabindranath Tagore, die in 1913 de nobelprijs won, wat meer de diepte ingingen.

 

 

Bijna aansluitend trad het Dudok Kwartet op in de Obrechtkerk, met stemmige arrangementen van het Kryrie uit de Messa l’Homme Armé van Dufay en het Ave Maria van Palestrina. Maar het allemooiste klonk het aangrijpende vierde strijkkwartet van Joey Roukens, What remains…, een sfeervol en nostalgisch werk vol verbazingwekkende en duistere ondertonen, dat hij in 2020 voor het Dudok Kwartet componeerde. De componist was er zelf bij aanwezig en werd na afloop terecht beloond met uitbundige dankbetuigingen.  Nog twee dagen te gaan, dus vergeet niet even op https://www.muzevanzuid.nl te kijken wat er dit weekend nog te beleven valt op het leukste festival van Amsterdam Zuid!

 

Wenneke Savenije

You May Also Like

10e editie Cello Biënnale feestelijk van start

Tabea Zimmermann is de personificatie van de altviool

Lamlendige Fidelio in Holland Festival is zélf het einde der beschaving

Borodin Quartet: samenspel van de hoogste orde