Lucie Horsch schittert op de blokfluit in concerten met het Orkest van de 18e Eeuw
Programma: De Stem van de Blokfluit, gehoord 24/5, Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam
Door Wenneke Savenije
Multitalent
Blokfluitsterren zijn wereldwijd dun gezaaid, maar in Nederland duiken ze af en toe op om met de kracht van een komeet het muziekleven te verrijken met superieure virtuositeit op dit verrassend veelzijdige instrument, dat voor velen niet meer is dan dat snerpende onding (de sopraanblokfluit) waarop je als klein kind moet zien uit te vinden of je wel of niet muzikaal bent. Het was met name te danken aan de tien jaar geleden overleden blokfluitist en dirigent Frans Brüggen, dat de blokfluit in al zijn hoedanigheden geëmancipeerd raakte tot een solo-instrument en, in nauwe samenhang met de opkomst van de authentieke muziekpraktijk, aan een ware zegentocht begon. Na hem trokken ook blokfluitvirtuozen als Kees Boeke en Erik Bosgraaf de aandacht. En nu is er multitalent Lucie Horsch, die niet alleen furore maakt als geweldige blokfluitiste, maar ook enthousiast aan de weg timmert als zangeres en pianist. Het afgelopen seizoen was Horsch ‘artist in residence’ in TivoliVredenburg, waar ze in al haar hoedanigheden spraakmakende concerten gaf met o.a. Fuse, bariton Thomas Oliemans, Ton Koopman, het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor en, last but not least, het Orkest van de Achttiende Eeuw, waarmee ze van 23-26 mei een kleine tournee door Nederland maakte.
Moderne muziek voor barokorkest
Het door Brüggen in 1981 opgerichte Orkest van de Achttiende Eeuw en Lucie Horsch besloten de handen ineen te slaan voor een programma waarin de blokfluit in wisselende formaten centraal stond, terwijl er naast werken van Bach en Vivaldi óók een nieuwe compositie voor blokfluit en orkest van Reza Nemavar in première werd gebracht en de oude muziek af en toe ook letterlijk een nieuwe stem kreeg doordat Horsch niet alleen virtuoos op de blokfluit soleerde, maar ook vol overgave zong.
Reza Namavar
Het is bewonderenswaardig dat het Orkest van de Achttiende Eeuw zichzelf in zoverre steeds opnieuw weet uit te vinden, dat eraf en toe ook moderne composities op het programma staan. Op dit concert werd met glans een nieuw werk van de getalenteerde jonge componist Reza Namavar, Fetiapoipoi (de morgenster) voor blokfluit en orkest werd uitgevoerd, waarbij het orkest verrassend goed bleek in het produceren van hedendaagse klanken en Horsch schitterde als de nieuwe ster aan het blokfluitfirmament. Namavar is goed thuis in het barokrepertoire, maar laat zich voor zijn eigen intrigerende composities graag inspireren door de weelderige natuur van zijn favoriete verblijfplaats Haïti. Hij houdt van ‘de wat zachtere klank van darmsnaren’, waardoor volgens hem zowel de blokfluit als de nog prille stem van Horsch beter naar voren kunnen komen. Ook houdt hij van het ‘hollen en stilstaan’ in de muziek van Vivaldi en de harmonische schoonheid van Bach, zaken die hij in zijn Fetiapoipoi heeft proberen te integreren. In het langzame deel van zijn driedelige werk laat Namavar de soliste ook zinnen zingen uit Vivaldi’s aria Sovente il sole. In soepele dialogen tussen Horsch en het Orkest van de Achttiende eeuw ontspon zich Namavars fascinerende klankverhaal vol verrassende wendingen. De onweerstaanbaar puur en gedreven musicerende Horsch wist niet alleen als blokfluitiste maar ook als zangeres alle harten voor zich te winnen. Het orkest weerde zich dapper en liet haar dartelen boven een soliede verklankte orkestpartij, wat resulteerde in een magische beleving voor het publiek.
Muziek is energie en liefde
Aan Namavar vooraf ging het door Brüggen en Horsch voor blokfluit bewerkte Concerto in E, BWV 1053voor viool van Bach, waarin de blokfluitiste met betoverende energie, pakkende fraseringen en een sprankelende toon soleerde. Daarna zong ze nog een beetje pril maar wel bloed muzikaal en vol overgave de aria Stirb in mir, Welt uit Bachs Cantate BWV 169, waarin de componist zich uitleeft in harmonische wendingen die nog altijd ultramodern overkomen.
Na Bach volgden de al genoemde aria van Vivaldi en het Concerto in a uit L’Estro Armonico RV 522 op.3 nr. 8 voor blokfluit en viool, waarbij de nieuwe concertmeester Sophie Weidell de vioolpartij vertolkte. Dat bleek wat mij betreft geen groot succes, omdat haar degelijke maar weinig avontuurlijke authentieke vioolspel artistiek gezien niet in de buurt kwam bij het fantasierijke spel van Horsch, zodat de verhouding tussen de geniale blokfluitiste en de zich erg braafjes en rigide aan de barokregels houdende violiste een beetje uit balans was.
Na de pauze klonk eerst het aanstekelijk uitgevoerde Flautino concerto in C, RV 443 van Vivaldi, en na het stuk van Namavar speelde Horsch tot besluit nog met heel haar ziel en zaligheid het door haarzelf voor blokfluit bewerkte Vioolconcert in a, BWV 1041 van Bach. Wanneer haalt Horsch, die in alle werken vloeiende lange lijnen maakte, in godsnaam adem, vroeg ik me tijdens het hele concert af. De muziek stroomt als vloeibaar goud uit haar naar buiten, alsof de goden haar hebben ontslagen van menselijke zaken als steeds weer even naar lucht moeten happen. Dat deed Horsch natuurlijk wel, maar vrijwel onmerkbaar.
Bij wijze van toegift klonk nogmaals Bachs mysterieuze aria Stirb in mir, Welt, waarbij Horsch de aangrijpende zangpartij nu op de blokfluit speelde. Zelfs als de wereld vergaat, zal Horsch tot de laatste snik met vreugde en liefde muziek blijven maken. En dat is een hele troost.
Wenneke Savenije
Info:
www.muziekgebouw.nl
https://orchestra18c.com
https://luciehorsch.com
Video’s:
Lucie Horsch speelt Bach:
https://www.youtube.com/watch?v=Eat8fojgM4U&t=58s
Frans Brüggen speelt Bach:
https://www.youtube.com/watch?v=WjMeXlfRf18