Lugansky meesterlijk in romantische pianomuziek

Gehoord: Tivoli Vredenburg, 22 januari 2024

Door Willem Boone

Lieder ohne Worte

Zo klassieke muziek al op haar retour zou zijn, dan is daar weinig van te merken de laatste tijd. Alle concerten die ik deze maand bezocht, waren stijf uitverkocht en daarbij ging het om hele verschillende concerten op verschillende locaties. Gisteravond was het al niet anders bij het pianorecital van Nikolai Lugansky in Tivoli Vredenburg in Utrecht. Hij begon zijn optreden op stemmige wijze met 6 Lieder ohne Worte van Mendelssohn, waarbij opus 19 nr. 1 uiterst zoetgevooisd klonk. Bij opus 38 nr. 6, Duett speelde hij inderdaad een duet met zichzelf, dat wil zeggen zijn rechterhand met zijn linkerhand. In het bekende ‘Spinnerlied’, opus 67 nr. 4, viel op hoe soepel zijn ‘mechaniek’ functioneert. Het aantrekkelijke van de muziek van Mendelssohn is dat er onder het romantische karakter ervan vaak een gevoel van vage onrust of ‘Sturm und Drang’ ligt. Dat bleek ook in opus 67 nr. 2 waarbij de tempoaanduiding ‘agitato’ voor enige onrust zorgde. Lugansky eindigde zijn selectie al even sereen als hij deze begonnen was met opus 85 nr. 4.

 

 

Chopin

De stap naar Chopin was niet eens zo’n hele grote: ze scheelden uiteindelijk maar een jaar. In zijn muziek, zeker de Ballades, was hij echter een stuk dramatischer dan Mendelssohn. De als eerste gespeelde Derde ballade in As, opus 47, klonk kalm in rustige tempi. Bij de Nocturne in Des, opus 27 nr. 2 viel het strakke metrum van de pianist op: hij speelde het stuk vrijwel zonder rubato en daarin was hij consequent van opvatting. Het was in zijn soort fraai met een mooi toucher, maar je had je meer vrijheid in de beweging kunnen voorstellen, zoals oude meesters dat in de vorige eeuw deden. Zo er al sprake was van ‘nachtegalenzang en de geur van rozen’ zoals de toelichting vermeldde, dan leidde het in elk geval niet tot zwijmelen. Bij Lugansky was er hoogstens sprake van heldere maneschijn. Als laatste werk voor de pauze klonk de Vierde ballade in F opus 52. Ook daar begon de pianist kalm, maar halverwege greep hij alsnog stevig in de toetsen, vreemd genoeg op een moment waar je normaal gesproken geen dramatische uitbarstingen verwacht. Overigens viel op dat de vleugel licht ontstemd was en dat vooral de bassen dof klonken. De coda klonk furieus en sloot het gedeelte voor de pauze op indrukwekkende wijze af.

 

 

Rachmaninoff

Het tweede gedeelte was aan Rachmaninoff gewijd. De Russische pianist had aanvankelijk een heel recital aan deze componist zullen wijden dat in 2023 (het dubbele jubileumjaar van Rachmaninoff) had moeten plaatsvinden. Een beetje jammer was het wel dat het nu deels aan andere componisten gewijd was, want recitals met uitsluitend muziek van de Rus op het programma hoor je hoogst zelden. Als zijn muziek dan ook zo congeniaal als door Lugansky uitgevoerd wordt, kan je daar al helemaal geen bezwaar tegen hebben. Allereerst voerde hij de Chopin-variaties opus 22 uit. Daarbij kan je je als bezoeker alleen maar afvragen: hoe is het mogelijk dat iemand deze enorme hoeveelheden noten (waarbij soms alle structuur zoek lijkt te zijn) in zijn hoofd krijgt? De pianist realiseerde dat met het grootste gemak en viel eens te meer op door zijn sobere manier van spelen: hij lijkt nauwelijks te bewegen, maar is indien nodig in staat om een orkestraal volume te bereiken, zonder dat het ‘hard’ wordt. Hij eindigde met een selectie uit de Preludes opus 23, die ondanks hun onmiskenbaar Russische karakter invloeden van Chopin bevatten. Ze zijn uiteraard korter en beknopter qua vorm dan de variatiecyclus die hij ervoor speelde. De Prelude opus 23 nr. 9 leek inderdaad weggelopen uit een van de series etudes van Chopin, nr. 3 leek op een Russisch menuet, terwijl in nr. 9 deed denken aan een machtige lavastroom. De pianist liet nogmaals horen hoe de bassen nooit massief werden, terwijl ze toch kolossaal van omvang waren. In nr. 4 was hij iemand die droomde, maar met open ogen en zonder een greintje sentimentaliteit. In de beroemde nr. 5 was het marsritme energiek van karakter en het middendeel klonk alsof hem dat spontaan te binnen schoot.

Als toegift volgden twee van de bekendste preludes uit opus 32: allereerst nr. 5 dat met grote helderheid gerealiseerd werd en omdat het publiek er nog steeds geen genoeg van kon krijgen, maakte Lugansky een gebaar alsof hij wilde zeggen: ‘Nou, ok, eentje nog, dan!’ en speelde hij moeiteloos nr. 12.

Willem Boone

 

Info:

https://www.tivolivredenburg.nl

You May Also Like

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog

Twee versterkte concerten tartten het sensitieve gehoor