Mini Festival Rosanne Philippens breekt een lans voor Beethovens Grosse Fuge

Mini Festival Rosanne Philippens breekt een lans voor Beethovens Grosse Fuge

Gehoord: 8/12, 20.00 uur, Posthoornkerk, Amsterdam

Nu de versoepeling op gang gekomen is, dienen de concerten zich overal aan. Musici willen niets liever dan spelen voor publiek, al zijn het maar dertig mensen. En muziekliefhebbers willen niets liever dan een live concert beleven. Ze zijn over het algemeen niet erg dol op streaming, want dat levert een ingeblikte variant op van wat live zo verrijkend en inspirerend kan zijn. Niet in de laatste plaats omdat bij een live concert ook de wisselwerking tussen musici en publiek en de akoestiek en de atmosfeer in de zaal een grote rol spelen.

Dankzij Stadherstel doen veel kerken in Amsterdam dienst als culturele bestemming. De Neogotische Posthoornkerk aan de Haarlemmerstraat, de eerste hoofdstedelijke kerk van architect P.H.J. Cuypers, die ook het Rijksmuseum en het Centraal Station ontwierp, werd in 1989 in gebruik genomen, maar in de jaren zeventig door de leegloop van de kerken met sloop bedreigd. De Stichting de Posthoornkerk wist dit te voorkomen. Onder leiding van architect A. van Stigt werd de kerk gerenoveerd en verbouwd tot een ‘cultuurhuis’, waarbij de oorspronkelijke ruimte zoveel mogelijk intact werd gelaten. Het resultaat biedt talloze mogelijkheden, van huwelijken, diners en lezingen tot aan concerten en theaterproducties.

 

En zo stonden er gisteravond in het schip voor het klaverbladvormige koor van deze kerk vier stoeltjes en vier lessenaars opgesteld voor het Mini Festival van De Amsterdam Salon van violiste Rosanne Philippens, die met haar doorgaans jazzviool spelende zus Julia Philippens, altviolist Joël Waterman en celliste Lidy Blijdorp een gelegenheidskwartet in het leven had geroepen ter ere van Beethoven. Daaromheen waren nonchalant maar smaakvol grotere en kleinere stoelen gedrapeerd voor de dertig man publiek die nu zijn toegestaan bij concerten. Niet in de laatste plaats door de smaakvolle inrichting en sfeervolle verlichting, zag het geheel er weliswaar intiem maar ook gezellig uit. Een opgezette vos bewaakte de lessenaar met de programmablaadjes erop, maar de echte toelichting kwam van de musici zelf.

De eerste dag van het Mini Festival, met concerten om 14.00 en 20.00 uur, werd geheel gewijd aan een van de meest fascinerende late strijkkwartetten van Beethoven: nr. 13 in Bes, opus 130. Vandaag staat het Mini Festival in het teken van werken van Mozart, Honegger, Beethoven, Moszkowski, Arensky en nog meer, waarbij pianisten Anastasia Feruleva en Xavi Torres zich aansluiten. Het avondconcert is al uitverkocht maar voor het middagconcert, dat om 14.00 uur begint, zijn nu nog een paar kaarten beschikbaar, zie hier.

In een geanimeerde dialoog met Joël Waterman nam Rosanne Philippens uitgebreid de tijd om Beethovens Strijkkwartet op. 130 mondeling in te leiden met een luchtige analyse van de zes ‘tweekoppige’ delen, waarin Beethoven steeds zichzelf onderbreekt om van het ene uiterste in het volgende te schieten. Daarbij illustreerde Philippens een aantal belangrijke thema’s, op haar viool, van de hartverscheurende lyriek van de Cavatina tot aan de woeste gestiek van thema’s uit de Grosse Fuge, misschien wel het meest controversiële deel dat ooit voor een strijkkwartet werd geschreven. Bij de première liep het publiek verontwaardigd weg bij het horen van de afsluitende fuga, zodat Beethoven op verzoek van zijn uitgever een nieuw slotdeel componeerde. De Grosse Fuge, waarop Beethoven ondanks alle kritiek die hij over zich heen kreeg zelf duidelijk trots was, werd apart gepubliceerd als de Grosse Fuge op. 133. Noemde bijvoorbeeld Beethovens tijdgenoot Louis Spohr het stuk een ‘onontcijferbare, ongecorrigeerde verschrikking’, later zou Stravinsky er anders over denken. Hij was een fan van de Grosse Fuge, in zijn ogen ‘een absoluut modern werk, dat altijd modern zal blijven.’

 

Hoe speel je als ad hoc strijkkwartet een van de moeilijkste strijkkwartetten van Beethoven, terwijl je niet van plan bent om ‘op safe’ te spelen en er ook nog eens iets heel bijzonders van wil maken? Allereerst door je heel goed te verdiepen in de complexe en grillige structuur van het werk, dat is gebouwd rond drie contrasterende thema’s in een sonatevorm, die steeds weer ondermijnd wordt door het inbreken van het openingsadagio. Voorslagen en sforzato’s stuwen het tweede deel voort. In het derde deel wordt een bedachtzame melodie steeds verjaagd door een dansante tegenmelodie, waarna de muziek als het ware zichzelf op de hak neemt tijdens de Danza Tedesca. Daarop volgt het meest expressieve Adagio dat Beethoven ooit schreef, de Cavatina waarvan de componist zelf tranen in zijn ogen kreeg. Met als spectaculair en haast onspeelbaar sluitstuk in de originele versie de Grosse Fuge.

Rosanne Philippens & co hadden hun analytische huiswerk uitstekend gedaan en stortten zich met heldenmoed op Beethovens weerbarstige noten, met de bedoeling daar de diepere betekenis van bloot te leggen. In haar rol als primarius excelleerde Rosanne Philippens in poëtische lyriek, markante fraseringen en het ‘afdwingen’ van een soms hypersensitieve dynamiek. Veel lyrische passages klonken mysterieus en fluisterzacht, gevolgd door heftige erupties of onderbroken door bijtende accenten en verwarrende syncopes. De andere musici volgden en boden tegelijkertijd pittig tegenspel, zonder dat het kolkende of juist weemoedig zingende geheel ontspoorde, ontplofte of uit zijn onnavolgbare voegen barstte. Beethoven zou zich zeker gevleid hebben gevoeld over de compromisloze inzet en passie waarmee de musici zich op zijn zielenroerselen stortten. Zijn Strijkkwartet op. 130 liet zich in de Posthoornkerk beluisteren als een fascinerend ‘work in progress’, waaraan voor zowel de musici als de luisteraar steeds nieuwe facetten en samenhangen te ontdekken zijn.

 

 

Dat met name violiste Rosanne Philippens en celliste Lidy Blijdorp, die elkaar al kennen uit de tijd dat ze als jonge talentjes samen in de Fancy Fiddlers van Coosje Wijzenbeek zaten, muzikaal uitstekend aan elkaar gewaagd bleken te zijn en volledig op elkaar ingespeeld, zal niemand verbazen: onlangs namen ze met pianist Julien Brocal een schitterende cd op met deels door de celliste zelf bewerkte stukken van Ravel: YOURNEYERS, Rubicon, DDD 2019.

Zie ook: Rosanne Philippens (violin) & Lidy Blijdorp (cello) perform Sonata for violin and cello composed by Maurice Ravel from 1920 to 1922. He dedicated it to Claude Debussy, who had died in 1918. (I: Allégro, II: Très vif, III: Lent, IV: Vif)

Info:
www.lidyblijdorp.com

www.rosannephilippens.com

You May Also Like

Wendingen is het thema van de 12e editie van Winteravonden aan de Amstel

Bart Schneemann wint Blijvend Applaus Prijs

Thomas Prechal wint concours Cellobiënnale 2024

Vier ‘verboden’ cellisten