Muziek uit de doos van Pandorra
Door Emanuel Overbeeke
Kunt u zich boeken voorstellen over Bach, Mozart, Beethoven en Chopin met de ondertitel ‘Why he matters’? Zelfs bij Wagner zal men ervan opkijken. Niet bij Schönberg. Hij behoort tot een speciale categorie. Veel componisten schrijven om welke reden dan ook in de geest van hun tijd, hebben daarmee een zeker succes in hun tijd, gelden als tijdgebonden en raken daarom later sterk in de vergetelheid, bijv. Romberg. Een kleine groep valt op door de rebellie en de vernieuwingen, maar de innovaties raken ingeburgerd, de muziek wordt ongevaarlijk en veel ervan verdwijnt ook in vergetelheid, bijv. Prokofjev.
Ergens op deze schaal tussen Prokofjev en Schönberg staan de late kwartetten van Beethoven en de Etudes van Debussy. Schönberg is al meer dan zeventig jaar dood en zijn grootste revolutie al meer dan een eeuw oud, maar nog steeds reageren velen als door een slang gebeten bij het luisteren naar zijn muziek. Waarom? Die vraag wil Harvey Sachs beantwoorden in zijn nieuwe boek. Dat doet hij gedeeltelijk. Hij beschrijft het leven in grote lijnen (nieuw onderzoek heeft hij naar eigen zeggen niet verricht) en het werk gedeeltelijk (veel stukken worden slechts genoemd of in het geheel niet). Het ongemak met Schönberg, dat iedereen ziet, kan hij eenvoudig verklaren. Schönberg brak met de vertrouwde tonale taal en zocht naar nieuwe middelen van expressie. Die middelen kan Harvey gedeeltelijk begrijpen en onder woorden brengen. Soms verzacht de formulering de schok, soms kan een uitstekende musicus iemand over de streep trekken (als voorbeeld noemt Harvey Hilary Hahns vertolking van het Vioolconcert), soms is het goed te beseffen dat Schönberg zichzelf niet zag als revolutionair. Stravinsky, zo stelt Harvey terecht, zag zich wel zo, terwijl zijn muziek meer weerklank kreeg.
Bij al mijn waardering voor Harveys poging deze muziek invoelbaar te maken, mis ik twee gegevens. Het eerste is dat elementen uit de taal van Schönberg hun weg vonden naar andere contexten waar ze inmiddels een vanzelfsprekend onderdeel zijn – of geen angst meer inboezemen, of wel angst inboezemen maar dan in een context waarin dat gepast is, bijvoorbeeld in filmmuziek.
Het tweede is dat Schönberg en zijn mede-expressionisten niet verkrampt en niet beschaafd gekwetst reageerden op de binnenkant van de mens. Hun muziek is, om een dichter te parafraseren, muziek zonder opperhuid, muziek van en voor mensen voor wie oorlog de normale staat van zijn is. Vandaar dat een concert in 1913 met composities van hem en geestverwanten uitliep op een schandaal, vandaar ook dat hun werk kort na WO I een relatief goede pers had en Bergs Wozzeck kon uitgroeien tot een van de bekendste opera’s van de twintigste eeuw. Iedereen wist inmiddels uit eigen ervaring wat oorlog betekent: niet alleen wat een ander ons aandoet, maar ook wat oorlog met ons doet.
Oorlog is geen verweggistan en beschaving is zowel façade als noodzaak. Aan dat inzicht danken wij Schönbergs muziek: muziek uit de doos van Pandora. That’s why he matters.
Harvey Sachs
Schoenberg – Why he matters
Liveright Publishing Corporation
ISBN 978-1-63149-757-1
248 blz., € 30.00