Passend eerbetoon aan Nelson Freire
Cd-selectie Willem Boone
Deze uitgave met niet eerder uitgebrachte opnames van de betreurde, vorig jaar overleden Braziliaanse pianist Nelson Freire is om een aantal redenen ontroerend. Allereerst door het verhaal van Dominique Fyfe, cd-producer bij Decca, onder wiens leiding alle opnames van de pianist tussen 2002 en 2019 ontstonden. In laatstgenoemd jaar brak Freire bij een val vlakbij zijn huis in Rio de Janeiro zijn rechterschouder. Men had toen nog hoop dat de pianist zou herstellen, maar een jaar later kreeg hij een nieuwe terugslag toen hij zijn pols – zo mogelijk nog belangrijker voor een pianist – brak. Toen werd langzaam maar zeker duidelijk dat hij nooit meer zou kunnen spelen, wat een vreselijk besef geweest moet zijn voor iemand die vele decennia met zijn instrument vergroeid was. Ontroerend zijn ook de foto’s in het boekje die hem tonen zoals hij was: vriendelijk ogend, ondanks zijn verlegenheid toch zelfverzekerd en op een bepaalde manier fotogeniek. En natuurlijk was vooral zijn spel ontroerend. Het begint met een aantal sessies van 2014 uit Berlijn, waarover Fyfe in het cd-boekje vertelt. Allereerst de Mélodie van Gluck in de bekende bewerking van Sgambati, een heel rustig stuk dat verraderlijk lastig is. Het was een van de ‘signature encores’ van Freire na recitals of optredens met orkest. De pianist vertelde ooit dat Valery Gergiev na gezamenlijke optredens op het podium net zo lang bleef wachten tot hij deze toegift speelde. Het leent zich daar uitstekend voor door de puurheid van de muziek en de Braziliaan wist daar als geen ander de kern te raken met zijn natuurlijke, egoloze spel.
Zeldzaamheid
Aan die sessies hebben we ook Beethovens prachtige Andante favori in F te danken. Verder bevat deze dubbel-cd opnames uit de jaren zeventig en tachtig, waarvan Freire het belangrijk vond dat ze uitgebracht werden. In tegenstelling tot veel collega’s had hij belangstelling voor zijn eigen live-opnames van soms lang geleden, zelfs voor illegale bootlegs. Het is goed dat ze nu uitgebracht worden, want ze geven zijn spel door de jaren heen weer dat in de jaren zeventig flamboyanter klonk dan in de laatste decennia. Bovendien geven de diverse uitvoeringen een goed beeld van zijn enorme repertoire. Hoewel hij in een interview aangaf niet graag te studeren, moet hij dat toch heel veel gedaan hebben. Waarschijnlijk werd hij daarbij geholpen door zijn fenomenale vermogen om van blad te lezen, maar je kunt je bij benadering niet voorstellen hoeveel tijd het gekost moet hebben om zo’n divers repertoire zo goed in je vingers te krijgen. Er moeten waarschijnlijk nog veel meer opnames in de archieven van de Franse, Duitse, Engelse, Oostenrijkse en Nederlandse radio liggen en vermoedelijk zou Decca nog zeker twintig cd’s kunnen vullen. Hoe dan ook, deze dubbel-cd is een goede, welkome aanzet. Een voorbeeld van repertoire dat je niet direct met deze musicus zou associëren is het Eerste pianoconcert van Bartók, dat hij in de jaren zeventig een aantal keren speelde. Hij blijft het stuk weinig schuldig, al klinkt Bartók bij hem minder percussief en minder meedogenloos dan bij bijvoorbeeld Pollini of Kocsis. De dialoog tussen de piano en de slagwerkinstrumenten in het Andante is fascinerend. Het afsluitende Allegro molto is spectaculair door de ritmische precisie. Een zeldzaamheid is Strauss’ Burleske uit 1985 die Freire welgeteld maar een keer speelde!
Fijnzinnigheid
Je kunt je afvragen waarom dat was, want op de uitvoering valt weinig aan te merken. Sterker nog: deze heeft veel flair en virtuositeit. Wat zou het interessant geweest zijn om de pianist naar zijn beweegredenen te vragen om dit stuk niet meer te spelen. Hier is ook goed te horen dat de pianist beheerste wat Alfred Brendel ooit over Jorge Bolet zei: hij kon een natuurlijk forte spelen. Diezelfde kunst beheerste de Braziliaanse pianist als geen ander: rustig, bijna onbeweeglijk gezeten aan de piano was zijn houding altijd ontspannen. In latere jaren was zijn spel minder vurig dan in zijn begintijd, maar als hij een fortissimo speelde, dan trilde de zaal op zijn grondvesten zonder dat het een krachtmeting met de vleugel werd of zonder dat het ooit lelijk klonk. Zijn spel neigde naar fijnzinnigheid en daarvoor was het Vierde pianoconcert van Beethoven het aangewezen stuk: de lyriek ervan paste bij de natuur van de artiest, die er kon laten horen hoe fraai zijn toucher klonk. Een curiosum is overigens de cadens van Reinecke in het eerste deel. Vreemd dat iemand ervoor kiest om deze te spelen, terwijl Beethoven er zelf twee geschreven heeft die stijlvoller zijn, zeker de langste.
Volgens het cd-boekje was Freire van mening dat zijn vertolking van Brahms Tweede pianoconcert uit 1977 ‘iets heel bijzonders’ was. Dat klopt zeker, maar hij speelde dit concert, net als het Eerste pianoconcert overigens, altijd al voorbeeldig. Beide pianoconcerten van Brahms is hij tot het eind van zijn loopbaan blijven spelen, zeker dit tweedeconcert stelt hoge eisen aan de uitvoerende, waartegen de pianist volledig opgewassen was. Behalve een surplus aan techniek voegde hij nog iets heel bijzonders toe: noem het een bepaald soort ‘licht’ of ‘projectie’ die mogelijk typisch Zuid-Amerikaans is en die Brahms ontdoet van wat hem soms ‘zwaar’, ‘Duits’ of ‘Teutoons’ kan maken. Het knappe was dat deze vertolkingen ondertussen niets aan kracht te kort kwamen, ze boden een geheel eigen kijk op muziek die je goed denkt te kennen.
Ten slotte bieden de cd’s nog enkele kleinoden als La plus que lente van Debussy, een andere componist die uitstekend bij het spel van deze pianist paste. Verder de Prelude uit Bachianas Brasileiras nr. 4 van Villa-Lobos, een componist die Freire altijd verdedigd heeft, en het weemoedige Intermezzo opus 118 nr. 2 van Brahms.
De begeleidingen in de pianoconcerten zijn uitstekend en hoewel het in vrijwel alle gevallen om live-uitvoeringen moet gaan is er niets van publiek te horen: geen applaus en (gelukkig) geen gekuch.
Kortom: een album met fraaie uitvoeringen waarvan er hopelijk nog veel meer zullen volgen, Want deze pianist was precies wat de Gramophone schreef: ‘A musician of great virtuosity and glorious poetic sensibility.
Decca 485 3136
Memories – The unreleased recordings 1970-2019
Nelson Freire, piano
Decca 485