Philippe Jaroussky onvergetelijk in ‘Forgotten Arias’
Concert: 11/11/2023, Het Concertgebouw, Barok Vocaal van Fred Luiten Concertorganisatie. ‘Forgotten Aria’s’, countertenor Philippe Jaroussky & Le Concert de la Loge o.l.v. Julien Chauvin in aria’s en orkestwerken van Hasse, Valentini, Leo, Traetta, Bernasconi, Ferrandini, J.Chr. Bach en Jommeli.
Door Wenneke Savenije
Hoeveel overhemden zou countertenor Philippe Jaroussky (1978) gestreken hebben sinds hij in 2004 doorbrak als een van de meest sublieme countertenoren van deze tijd?
De alom bejubelde zanger, waarvan men zegt dat hij de kracht van de duivel heeft maar zingt als een engel, houdt ervan om voor zijn concerten te strijken: ‘Dan weet ik altijd zeker dat alles in orde is met mijn podiumoutfit. Het is een prachtige kunst om je ergens op te concentreren. Er is ook iets meditatiefs aan de voorbereiding – het is ook een beetje als het strijken van mijn hersenen’.
In 2021 zong hij het mooiste ariarepertoire tijdens een ‘afscheidstournee’ door Europa, onder het motto dat ook hij ouder wordt en zijn stem verandert, zodat hij misschien andere dingen zou moeten gaan doen. Zoals meer lesgeven in de door hemzelf opgerichte muziekschool in de buitenwijken van Parijs, de Musical Académie Philippe Jaroussky: ‘We geven les aan kinderen die bijna doodgaan van verveling in hun leven, die geen contact hebben met muziek bij hun ouders thuis. En we doen dat zonder kosten of honoraria. Er wordt altijd gezegd dat klassieke muziek voor een elite is. Dat is wel een beetje waar en daar moet nodig iets aan gedaan worden. We geven drie jaar lang les aan honderd kinderen en proberen ze daarna op muziekscholen te plaatsen. Niet iedereen wordt natuurlijk professioneel muzikant – maar die kinderen hebben wel een life-changing experience gehad.’
Twee jaar later is Jaroussky gelukkig nog niet echt met zingen gestopt. Zijn stem doet nog altijd denken aan dauwdruppels die glanzen in de ochtendzon, zijn muzikale expressie is puur en ontwapenend door de oprechtheid en de natuurlijkheid waarmee hij zingt, of het nu om virtuoze, lyrische, poëtische of dramatische passages gaat. Onlangs bracht hij bij Erato zijn nieuwe album ‘Forgotten Aria’s’ uit, met violist-dirigent Julien Chauvin en zijn orkest Le Concert de la Loge. Het album is een eerbetoon aan componisten uit de late barok en aan de grote librettist uit die tijd, Pietro Metasasio. Diens libretto’s inspireerden talloze componisten – waaronder Vivaldi, Händel, Gluck en Mozart – tot honderden opera’s. Alle vergeten aria’s op Jaroussky’s album zijn geschreven tussen 1748 en 1770, en ondanks de hoge kwaliteit ervan zijn ze aan de aandacht ontsnapt. Er staan ook minder bekende aria’s op de cd van Gluck, Johann Christian Bach, Jommeli, Hasse en Piccinni. Maar wie heeft er nu ooit aria’s gehoord van Bernasconi, Ferrandini, Traetta en Valentini?
Wie het geluk had om zaterdagmiddag aanwezig te zijn bij het optreden van Jaroussky in de serie Barok Vocaal van Fred Luiten Concertorganisatie, die al een kwart eeuw barokconcerten organiseert en en Jaroussky regelmatig naar Nederland heeft weten te halen, heeft in elk geval twee dingen geleerd: de vergeten aria’s op het programma verdienen het stuk voor stuk om weer regelmatig uitgevoerd te worden en Jaroussky, een beetje grijzer en gezetter maar as ever in topvorm, volledig toegewijd en gefocust, zingt nog altijd als een engel. Was er in Jaroussky’s geboorteplaats Maisons-Laffitte, niet die oplettende Franse leraar geweest, die tijdens dat ene uurtje schoolmuziek in de gaten kreeg dat Jaroussky buitengewoon muzikaal was, dan was de engel in hem misschien wel nooit op aarde geland. Want de countertenor komt niet uit een muzikale familie. Op aanraden van deze leraar werd het jongetje Jaroussky naar vioolles en later ook naar pianoles gestuurd. Maar toen hij een opname hoorde van de countertenor Fabrice di Falco, voelde Jaroussky instinctief aan dat hij diens voorbeeld moest volgen. Hij ging zang studeren en de engel in hem kreeg de kans zich te manifesteren. Juist door die gelukkige combinatie van een bijna ‘instrumentale’ stemtechniek, die Jaroussky in staat stelt met zijn pure, goudglanzende stem in werkelijk alle denkbare timbres subtiele nuances aan te brengen en virtuoze capriolen te kunnen uithalen, en zijn van God gegeven natuurtalent voor zingen met het gemak van een vogel die er lustig op los kwinkeleert, werd de intelligente en integere Jaroussky een van de grote zangers van onze tijd. Geen wonder dat de Grote Zaal nagenoeg uitverkocht was om zijn magische zangkunst te bewonderen.
Het concert begon met een dynamische uitvoering van de Sinfonia uit Demofoonte (1748) van Adolf Hasse, met in het langzame middendeel een innemende dialoog tussen violist en hobo. Jaroussky daalde links van het podium te trappen af en begon als de ras verteller die hij is aan het recitatief Ma che vi fece oh stelle, gevolgd door de met warmte en diepte gezongen aria Misero pargoietto. Solist en orkest voelden elkaar uitstekend aan, inspireerden elkaar en manifesteerden zich als gelijkwaardige ‘partners’ omwille van het beste resultaat. Subtiel en fijngevoelig zong Jaroussky daarna de aria Se mai senti spirarti sul volto uit Clemenza di Tito (1753) van Michelangelo Valentini, gevolgd door een stormachtige orkestuitvoering van de fraai gecomponeerde Sinfonia uit Leonardo Leo’s Catone in Utica (1729). Vervolgens dook Jaroussky op van rechts onder het podium om na de levendig gespeelde Ouverture uit Händels Ariodante het recitatief Dove son che m’avenne?’ in te zetten met een tot puur edelmetaal gefilterde stem, subtiel en innig, gevolgd door storm op zee in de dramatische Aria Gemo in un punto e fremo, ook weer uitgevoerd in de hoogste denkbare graad van beschaving, exquise smaak en kwaliteit, zodat je onwillekeurig begon te denken dat alleen muziek en schoonheid de wereld nog kunnen redden van alle ellende.
Na de pauze zong Jaroussky met onnadrukkelijke maar daardoor juist zo imponerende virtuositeit de aria Siam navi all’onde algenti van Andrea Bernasconi uit L’Olimpiade (1764), waarna drama en duisternis hun intrede deden in de grandioos gezongen en gespeelde aria Gelido in ogni vena (datum onbekend) uit Siroe, re di Persia van Giovanni Battista Ferrandini. Na de beweeglijk en frivool gespeelde Sinfonia periodica van Niccolò Jommeli (1714-1774) volgde een prachtige, trommelvliezen strelende en het hart beroerende aria van Johann Christian Bach: Per quel paterno amplesso, adembenemend mooi gezongen door de rust en ruimte waarmee Jaroussky de melodieën die hij zingt weet te fraseren en moduleren. In de virtuoos vertolkte aria Fran cento affanni (1749) uit Jommeli’s Artaserse charmeerde het subtiele duet van Jaroussky en de hoboist, alsof ze op een wolkje in de hemel zaten, ver verheven boven alle kommer en kwel, gericht op het schone, ware en goede a la Plato.
Wenneke Savenije
Info: www.barokvocaal.com