Pianist Thomas Beijer is een dromer met poëzie en passie

 Werken voor piano solo van Schubert, Escher, Da Falla en Chopin.

Gehoord: 18 december, Grote Zaal, Concertgebouw, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Het had zijn debuut in de helaas opgeheven Serie Meesterpianisten van Marco Riaskoff moeten zijn, maar het werd zijn debuut in de Concertgebouwserie Grote Pianisten. Voor Thomas Beijer (34) zelf, die als geliefd kamermuziekspeler en soms als solist met orkest al vaak in het Concertgebouw heeft opgetreden, moet zijn eerste solorecital in de Grote Zaal hoe dan ook hebben aangevoeld als een historisch moment: eervol maar ook stressvol. Mocht hij al last hebben gehad van zenuwen, dan wist Beijer dat met bewonderenswaardige lankmoedigheid te verhullen. Zijn pianospel was evenwichtig en verfijnd, instrumentaal en muzikaal van hoogwaardige kwaliteit, integer en op veel momenten betoverend.

Beijer is het tegenovergestelde van het prototype van een pianovirtuoos. Behalve pianist is hij ook componist, schrijver en beeldend kunstenaar. Zijn met muzikale aardappelfiguurtjes en zeekomkommers bevolkte animatiefilmpjes en cartoons hebben hem wereldfaam in Nederland bezorgd. Vooral onder zijn collega-musici is hij razend populair. Vooraan in de zaal zat dan ook een bij voorbaat al luid joelende fanclub. Beijer heeft humor en fantasie. Hij koestert zijn veelzijdigheid, want dat maakt hem vrij en niet voor één gat te vangen: ‘Vaak hoor je de verzuchting dat alles al eens is gedaan. Daar geloof ik niets van. Als je maar goed om je heen kijkt zie je overal verhalen.’ En in het vertellen van verhalen is Beijer steengoed, of hij nu bezig is met muziek, literatuur of vormgeving: ‘Laatst las ik ergens dat iemand vond dat kunst wereldproblemen niet op kan lossen. En ik dacht: nou, eigenlijk juist wel. Kunst kan gedachten van mensen vormen, hoe ze in de wereld staan. Dat de meeste mensen daar niet naar luisteren, is niet de schuld van de kunst. Maar ik probeer daar wel aan te morrelen, ik wil met mijn werk altijd iets teweegbrengen. Het maakt niet uit of dat ontroering is of de slappe lach. Als er maar iets gebeurt. In die zin zijn kunstenaars Hemelbestormers.’

 

 

Beijer begon zijn recital met de Six moments musicaux, D 780 van Schubert, die zich in deze stukken net als in zijn liederen manifesteert als een meester van betekenisvolle miniaturen. Beijer speelde ze als meditatieve parels vol poëzie, verinnerlijkte gemoedsbewegingen en verfijning. Niet om te epateren maar om de luisteraar mee te voeren naar de metafysische droomwerelden waarin ook Schubert zo graag vertoefde. De eerste twee delen in C en in As deden denken aan de verstilde vijver vol drijvende herfstblaadjes van MC Escher, waarin de kale boomtakken zich weerspiegelen, terwijl vlak onder het door maan of zon beschenen oppervlak een grote vis verbaasd en verdwaasd om zich heen kijkt. Het dier lijkt zoveel schaduwen en nuances in de wereld om zich heen op te merken, dat hij ‘stil’ blijft zweven in plaats van voorwaarts te zwemmen. Een beetje zoals die vis in Eschers vijver, manifesteerde Beijer zich in de openingsdelen van Schuberts partituur. Maar in het derde deel In f besteeg hij denkbeeldig een volbloed Lippizaner om zich in elegante draf mee te laten voeren door Schuberts subtiele ritmiek. Een zweem van dramatiek en romantiek kleurde de wervelende beweging van het vierde deel in Cis, waarna Beijer in het markant ingezette vijfde deel in f stijlvol vogels deed opvliegen, gevolgd door de statige ingetogenheid van het 6e deel in As.

Ook als causeur heeft Beijer al een aardige staat van dienst, zodat hij losjes tegen de vleugel leunend uitlegde waarom hij vervolgens ‘het meest bijzondere stuk van een van de meest bijzondere Nederlandse componisten’ ging spelen: Arcana musa donna van Rudolf Escher uit 1944. In drie duistere delen componeerde Escher een ‘arcanum’ tegen het oorlogsgeweld, waarmee hij doelde op een ‘geheim medicijn’ uit de alchemie. Zijn diabolische stuk, dat luguber begint om tenslotte euforisch te eindigen, was bedoeld als muzikale bezwering tegen de terreur van de nazi’s, tegen degeneratie en vernietiging. Beijer speelde Eschers explosieve zoektocht naar het licht kernachtig en vol inlevingsvermogen, waarbij de inkt-zwarte chaos, destructie en ontgoocheling van het begin via jazzy en mysterieuze passages gaandeweg het veld ruimde voor verlossing en overmoedige turbulentie. Beijer speelde nog steeds gecontroleerd en ingetogen, maar onder de oppervlakte smeulde nu een vulkaan.

 

 

Na de pauze wierp Beijer, die zelf Spaans bloed door zijn aderen heeft vloeien, zich op als een elegante en gepassioneerde vertolker van de Cuatro piezas espanolas van de Falla. Het kostte weinig moeite om er een Cubaanse sigaar, een Panamahoed en een wit linnen pak bij te fantaseren, maar de sensualiteit had wat mij betreft nóg intenser gekund, de pakkende ritmiek nog wat temperamentvoller en de smaakvol gedoseerde klankleuren nog feller en contrastrijker. Er ontbrak nog iets woest, onstuimigs, zinderends en ongeremds, kwaliteiten die de getalenteerde en originele Beijer zeker in zich heeft zitten. Zo klonken de vier stukken van Da Falla als nog niet helemaal uitgerijpte vruchten, die de bedwelmende potentie van hun kleuren en geuren pas vrij kunnen geven aan het einde van een lange en hete zomer.

Met Chopins Sonate in b, op. 58 legde Beijer gewetensvol zijn proeve van bekwaamheid af. In de Serie Meesterpianisten, waarvan Beijer al van jongs af aan een trouw bezoeker was, moet hij het stuk vele malen hebben gehoord. Hij speelde het openingsdeel met een soort ‘genuanceerde’ tederheid, melancholiek en bespiegelend, gaaf van techniek en helder van opbouw en structuur. Op de spirituele wervelingen van het tweede deel volgde de droevige en soms ook sensuele bespiegelingen van het Largo, waarna Beijer met triomfantelijke vaart en flair gestalte gaf aan de heroïsche passie van het laatste deel. Er volgde nog twee fraaie toegiften: een deel uit Iberia van Albéniz en het lyrische en verstilde Secreto van Mompou.

Wenneke Savenije

 

Volgende concerten van Thomas Beijer in Concertgebouw op 24/2, 31/3, 2/5 en 1/6 2023

Tickets & Info:

https://www.concertgebouw.nl/ontdek/spotlight-voor-thomas-beijer-in-seizoen-2022-2023

https://www.thomasbeijer.com

 

 

 

 

 

https://www.nporadio1.nl/uitzendingen/nooit-meer-slapen/204d4b8f-4dea-4e66-a113-c94448398917/2022-12-07-nooit-meer-slapen-thomas-beijer-pianist-componist-en-schrijver

You May Also Like

Katia en Marielle Labeque in magische en holle muziek

Napels – Elektra verzuipt in trage tempi

  Nikola Meeuwsen benadert Mendelssohn als fijnzinnige kamermuziek

Wereldpremière Techno IV – Concert voor Piano en Orkest van Karen Tanaka