Pletnev gelooft in pianowerken van Dvorak
Gehoord: Muziekgebouw Frits Philips, Eindhoven, 7 oktober 2023
Door Willem Boone
Er is iets voor te zeggen om Brahms en Dvorak op een concertprogramma te combineren: beide componisten waren immers goed bevriend en bewonderden elkaar. Wanneer dat met hun respectievelijke pianowerken gebeurt, dan zijn die van Brahms bijna allemaal bekend en die van Dvorak vrijwel onbekend. Het was daarom interessant om beide op hetzelfde recitalprogramma te horen.
De Russische pianist Mikhail Pletnev is een raadselachtig figuur: dat begint al zodra hij het podium langzaam op komt lopen. Je kan niet aan hem zien of hij zenuwachtig of tevreden is dan wel of hij er zin in heeft. Wanneer hij speelt, is zijn gezicht onbewogen en in dat opzicht herinnert hij aan de legendarische Italiaanse pianist Arturo Benedetti Michelangeli, die ook als een sfinx overkwam. Net als bij zijn overleden collega beweegt Pletnev nauwelijks wanneer hij speelt. Een ander raakvlak dat beide musici gemeen hebben, is hun techniek die alles vermag maar nooit prominent op de voorgrond treedt. Pianisten in de zaal (professionals en amateurs) zullen meer dan eens in hun ogen wrijven en zich afvragen: ‘Maar wát deed hij nou en hoe dan?’ De Rus is ook raadselachtig in zijn interpretaties: hij kan tijdens hetzelfde recital zo niet ongeïnspireerd dan in ieder geval zoals de Engelsen zeggen ‘uninvolved’ en tegelijk volkomen overtuigend en magisch overkomen. Daarnaast kan hij de muziek stilistisch naar zijn hand zetten, wat soms met de nodige grilligheden gepaard gaat. Dat kan zeker in standaardrepertoire bevreemdend werken (Ik hoorde een Engelstalige heer tijdens de pauze zeggen: ‘I once heard him in the Polonaise-Fantasie by Chopin and it was unbearable’).
Het publiek in Eindhoven kreeg gisteravond beide kanten van deze musicus (naast pianist is hij ook dirigent en componist) te horen. Hij begon zijn recital niet optimaal overtuigend met Brahms’ Rhapsodie opus 79 nr 1. Hoewel hij recht deed aan het stormachtige karakter van het stuk, was zijn stemvoering soms tegendraads en hij speelde in de bassen meer dan eens akkoorden die er niet stonden. Hij had ervoor gekozen om alle stukken zonder onderbreking achter elkaar te spelen en zo volgde het Menuet in As opus 28 van Dvorak. Dit was niet meer dan een aardig ‘deuntje’ of – om het vriendelijker te zeggen – ‘salonmuziek’. Maar bij het vierde deel uit de 6 Stücke opus 52 wist hij een gevoel van nostalgie op te roepen. Hij deed denken aan iemand die voor zich uit mijmert. Gaandeweg werd steeds meer duidelijk dat Pletnev in deze muziek gelooft en dan gebeurt er muzikaal iets heel moois: het is alsof hij tegen zichzelf zegt: ‘Deze stukken zijn onbekend en ze verdienen alleen maar het beste pleidooi’. Vervolgens verandert wat hij speelt in goud en weet hij van soms onbeduidende kleinoden ware juweeltjes te maken. Dat bewees hij al eerder met de 18 Pianostukken opus 72 van Tchaikovski, die voor het grootste deel evenmin als meesterwerken te boek staan.
Dat gevoel hield hij in Brahms’ Intermezzo opus 118 nr. 6 vast met een linkerhand die als het ware ‘deinde’. Het middendeel was krachtig, maar ook – zoals zo vaak bij deze pianist – ‘understated’: hij kan iets bijna ongemerkt voorbij laten flitsen. De Humoresquen opus 101 nr 7,6 en 4 speelde hij niet in de volgorde zoals die in het programma vermeld stond. Als eerste klonk in elk geval niet het enige pianowerk van Dvorak dat echt bekend is in allerlei bewerkingen, de zevende. Die volgde nu als laatste van de drie en daar werd nog eens duidelijk hoe verfijnd zijn toucher klonk. Dat magische gebaar zorgde ervoor dat zelfs zo’n plat gespeelde hit gedistingeerd kan zijn. Ook in de daaropvolgende Humoresque B 138 en Eglogue nr. 3 B 103 had zijn voordracht iets onnavolgbaars.
Na de pauze speelde hij allereerst de 3 Intermezzi opus 117 van Brahms en daar vielen zijn vlotte tempi op. Bij het eerste leek zijn tempo bijna op een allegro en dat deed hij consequent in alle drie de intermezzi. Het is dus kennelijk zijn opvatting. In deze stukken kiezen sommige collega’s ervoor om juist zeer langzame tempi te spelen om op die manier het herfstige karakter ervan te benadrukken. Dat is ook weer niet waar deze muziek om vraagt, maar een langzamer tempo dan Pletnev nu speelde had naar mijn idee wel de tederheid van de stukken meer tot zijn recht laten komen. Daarnaast speelde hij meer dan eens de diepe basnoten harder dan de andere noten, wat lelijk overkwam.
Hij besloot zijn recital met 7 delen uit de cyclus Poetische Tonbilder opus 85 die nog enige bekendheid geniet, doordat zijn collega Leif Ove Andsnes er onlangs op cd en in de concertzaal een lans voor brak. Hier was Pletnev wederom uitstekend op dreef met evocatief spel. In de Serenade hoorde je iemand als het ware een tekst zingen of voordragen. Ook Drinkgelag was meesterlijk en kreeg alles aan raffinement mee. Als gezegd is zijn techniek er in optima forma, maar hij vestigt hier nooit expliciet de aandacht op. In Bij het graf van een held dat enigszins Lisztiaans van karakter was, speelde hij echter in beide handen op achteloze wijze een aantal octaven waaruit bleek dat hij technisch alles kan. Ten slotte was Op de heilige berg indrukwekkend door de donkere akkoorden in de linkerhand tegenover het steeds dalende motiefje in de rechterhand, maar nog het meest door de perfecte getimede slotnoot.
Tijdens het applaus hield Pletnev zijn duim omhoog en daarna omlaag, wat kennelijk betekende ‘wel’ of ‘geen toegift’? Gelukkig werd het wel een toegift, in de vorm van ‘l’Alouette’ van Balakirev, wederom een stuk waarin hij geloofde en dat daardoor in goud veranderde. Het publiek reageerde zo enthousiast (een dame betrad vanuit het publiek het podium om de pianist bloemen aan te bieden en hem enige tijd aan de praat te houden!) dat Pletnev een vinger opstak, alsof hij wilde zeggen: ‘Ok, nog één dan!’ om vervolgens de etude in F opus 72 van Moszkowski te spelen en met zijn briljante, geraffineerde interpretatie stak hij Horowitz naar de kroon. Het was tovenarij en hij had zijn recital niet beter kunnen besluiten. Hij moet maar snel pianowerken van Dvorak opnemen en terugkomen met ander onbekend repertoire!
In ieder geval komt Pletnev van 15 t/m 17 april terug naar Nederland om voor het Rachmaninoff-Pletnev Festival met Conrad van Alphen en Sinfonia Rotterdam In het kader van het Sinfonia Meesterproject, dat er dit weekend al in slaagde topviolist Maxim Vengerov naar Nederland te halen, die gisteravond op grandioze wijze in Amare (7/10) het Vioolconcert van Brahms speelde. Dit concert wordt vanavond, 8/10, herhaald in het Concertgebouw in Amsterdam.
Willem Boone
Info: