Richard Rijnvos ‘ontleedt’ Octandre van Edgard Varèse op donderdag 17 maart in Muziekgebouw aan ‘t IJ – korting 40 %
Door Thea Derks. Het Muziekgebouw aan ’t IJ programmeert sinds jaar en dag muziek waarvan de inkt bij wijze van spreken nog nat is. Donderdag 17 maart dirigeert Enno Poppe het Keulse nieuwemuziekensemble Musikfabrik in zijn eigen Prozession uit 2020. Daarnaast brengt hij Riflesso sull’incontro van Richard Rijnvos, dat tijdens de afgelopen editie van November Music in première ging. Hierin reflecteert Rijnvos op de moderne klassieker Octandre van Edgard Varèse.
‘HET COMPONEERT’
De in 1964 in Tilburg geboren Rijnvos valt niet in een hokje te plaatsen en streeft er ook helemaal niet naar een eigen stijl te ontwikkelen, omdat hij dit ervaart als ‘beperkend’. Als er al sprake zou zijn van een herkenbare ‘stijl’, dan is die naar eigen zeggen veeleer de onverwachte uitkomst van het compositieproces. Hij verwijst hierbij graag naar een uitspraak van Italo Calvino in diens boek Als op een Winternacht een Reiziger.
Hierin vraagt de Italiaanse auteur zich af of het denk- en creatieve proces niet geobjectiveerd kan worden. Bijvoorbeeld door te zeggen ‘het denkt’, of ‘het schrijft’, zoals we ook constateren dat ‘het regent’, of ‘het waait’. Zo zou je de ‘individualiteit van een enkeling’ kunnen overstijgen. Die gedachtegang volgend zouden we in het geval van Rijnvos kunnen spreken van ‘het componeert’.
VOORLIEFDE VOOR CYCLI
Toch loopt er wel degelijk een rode draad door zijn manier van werken, want al vroeg ontwikkelde Rijnvos een voorkeur voor het componeren van meerdelige composities. Het begon met de cyclus Block Beuys, geïnspireerd op het gelijknamige paviljoen in het Hessisches Landesmuseum in Darmstadt, die hij in 2000 voltooide. In 2008 zette hij een punt achter de zesdelige orkestcyclus Uptown|Downtown, gewijd aan de stad New York.
Sinds 2001 werkt hij aan de nog immer uitdijende cyclus La Serenissima over de stad Venetië. Ook zijn reeks Grand Atlas, waaraan hij tien jaar later begon en die is gewijd aan de zeven werelddelen, wacht nog op voltooiing. Afgelopen november speelden het Residentie Orkest en Slagwerk Den Haag de wereldpremière van het vierde deel, Afrique,in het pas geopende Amare in Den Haag; op 9 april tekent het Radio Filharmonisch Orkest in de NTRZaterdagMatinee voor deel zes, Amérique du Sud.
REFLECTIES
Naast deze geheel oorspronkelijke composities bouwt Rijnvos sinds 2007 gestaag voort aan Riflessi, een niet in aantal beperkte reeks ‘companion pieces’, die reflecteren op bestaande stukken uit de moderne muziekgeschiedenis. Vier stukken beleefden inmiddels hun wereldpremière, waaronder Riflesso sull’arco, dat het Ives Ensemble in 2017 ten doop hield in de donderdagavondserie van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.
Ik was moderator tijdens een openbare repetitie en vroeg Rijnvos wat het publiek zich moest voorstellen bij een ‘companion piece’. ‘Het betreft een compositie die voor dezelfde, veelal uitzonderlijke bezetting is geschreven als een bestaand werk’, antwoordde hij. ‘Er bestaat helaas geen goede Nederlandse term voor. Mijn Franse collega Gérard Pesson spreekt van Nebenstück. Het Italiaanse woord Riflesso kun je vertalen als ‘weerschijn’ of ‘weerspiegeling’, wat zoveel betekent als licht dat gereflecteerd wordt in een andere tint dan die van de bron.’
Riflesso sull’arco, Rijnvos’ derde companion piece was betrokken op Swinging Music voor klarinet, trombone, cello en piano van Kazimierz Serocki uit 1970. Hierbij had Rijnvos een beeld voor ogen van de Gateway Arch in de Amerikaanse stad St. Louis. Hij vertaalde deze naar muziek, door vier op elkaar volgende bogen te bouwen van boventonen, die zich langzaam opstapelen tot een hoogste punt en vandaar weer afdalen. Ankerpunten zijn de tonen Bes, A, C, B, ofwel B-A-C-H in hun Duitse benaming.
GETAL ACHT
Kazimierz Serocki is zelfs voor veel liefhebbers van moderne muziek niet echt een household name, maar de Frans-Amerikaanse Edgard Varèse heeft een haast mythische status. Hij schreef geschiedenis met zijn uitspraak ‘muziek is georganiseerd geluid’ en zocht zijn leven lang naar nieuwe klanken. Begin twintigste eeuw componeerde hij een aantal baanbrekende stukken voor uitzonderlijke bezettingen, die ook vandaag nog hypermodern klinken.
Zoals Octandre voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn, trompet, trombone en contrabas uit 1924. De titel verwijst zowel naar de acht uitvoerders als naar een bloemensoort met acht meeldraden die noch met elkaar, noch met de stamper zijn verbonden. Met zijn grote intervalsprongen, schijnbaar onsamenhangende structuur en hevige contrasten is het een weerbarstig stuk dat het publiek tijdens de première in 1924 in verwarring bracht.
Het getal acht speelt een cruciale rol in de opbouw van Riflesso sull’incontro, verklaart Rijnvos. Er zijn acht korte secties met elk een centrale toonhoogte, ontleend aan de naam Edgard Varèse. De notenreeks E D G A [r] D [v] A [r] E S [e] vormt niet alleen het harmonisch fundament, maar klinkt ook als melodie in de fluit (S staat voor de toon Es). Verder bestaat het stuk vooral uit gebroken akkoorden, pulserende patronen en ‘kreupele herhalingen’.
OCTANDRE VERHULD
Net als in het origineel zijn er stevige dynamische contrasten. Acht keer flitst een flard Octandre voorbij. Dit verklaart ook de titel zegt Rijnvos: ‘Het Italiaanse woord incontro betekent niet alleen ontmoeting of kruising, maar ook snijpunt: als een chirurg heb ik acht citaten uit Octandre door mijn eigen stuk gesneden.’
Ook dit keer had Rijnvos tijdens het componeren een icoon uit de beeldende kunst voor ogen: ‘Ik vergelijk Riflesso sull’incontro enigszins met wat Christo destijds heeft gedaan met de Pont Neuf in Parijs en de Reichstag in Berlijn: een ingepakte compositie die nog vaag herkenbaar is in de contouren.’
Thea Derks
Let op:
Ik mag je als lezer van mijn blog 40% korting aanbieden op de entreeprijs.
Voer bij het winkelmandje deze actiecode in: Poppe1703
Ik hoop je te zien bij dit bijzondere concert!
Info Thea Derks: