RITUAL BELLS AUGUSTUS 2020
Sinta Wullur en Astrid Seriese herdenken Indië met muziek en theater
Gehoord: 15 augustus 2020, Grote Kerk en Koninklijke Schouwburg Den Haag
Nooit eerder waren er zo weinig belangstellenden bij het Indisch Monument in Den Haag om tijdens de nationale herdenkingsdag op 15 augustus met koning Willem Alexander en Mark Rutte stil te staan bij het einde van de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië. Want als gevolg van de maatregelen tegen het coronavirus mocht slechts een klein groepje hoogwaardigheidsbekleders en genodigden de herdenking bijwonen. Ook de omgeving van het monument werd hermetisch afgesloten, mede omdat de strijdbare Aliansi Merah Putih- groep het Indisch Monument kort voor de herdenking had beklad uit frustratie over het koloniale verleden van Indonesië, waarin Nederlandse onderdrukkers de lakens uitdeelden.
Afgelopen zaterdag was het precies 75 jaar geleden dat Japan capituleerde. Maar voor de Indische Nederlanders die daarmee bevrijd konden worden uit de Jappenkampen werd de situatie zo mogelijk nog erger tijdens de Bersiap periode, waarin paramilitaire organisaties en opstandige bendes direct na afloop van de Japanse bezetting met kapmessen en puntige bamboestokken dood en verderf gingen zaaien onder de niet-inlanders, de van ‘collaboratie’ met de Nederlanders verdachte inlanders en etnische ‘vreemdelingen’ als de Chinezen, Molukkers en Japanners.
De Pemoeda’s eisten de onmiddellijke onafhankelijkheid van hun land op. Beweerd wordt dat deze strijdlustige groepering Soekarno ontvoerden en hem al op 17 augustus 1945 dwongen de Republik Indonesia uit te roepen. Dat ging veel te snel. Er ontstond een machtsvacuüm, dat werd opgevuld door nationale comités en groepen revolutionaire jongeren, die gruwelijk huishielden en talloze weerloze burgers martelden, verkrachtten en vermoorden omwille van hun (half) Nederlandse of Europese etniciteit. Al gauw leidde de bloedige en chaotische Bersiap periode tot de gedwongen repatriëring van de Indische Nederlanders, de Indo-Europeanen en de Totoks.
Nadat koning Willem Alexander in Den Haag een krans had gelegd en Mark Rutte, wiens vader in een Jappenkamp heeft gezeten, in een opmerkelijk persoonlijke toespraak had verklaard dat hij opgroeide ‘in een huis vol geuren en smaken die aan Indië deden denken’, barstte vanuit de Haagse Grote Kerk het carillon ter ere van de herdenking los in ‘Tong Tong en Carillon’, een serie nieuwe composities met direct herkenbare invloeden uit de Oosterse gamelanmuziek. Componiste, dirigente en zangeres Sinta Wullur schreef ‘Suka dan Duka’ (vreugde en pijn) en ‘Karimalan’ (geluk, succes), composities die beiaardier Gijsbert Kok met Hollandse nuchterheid en een vleugje Oosterse frivoliteit uit de statige klokkentoren liet dwarrelen, gevolgd door ‘Freedom Bells’ van Renadi Santoso en enkele Indische liedjes. Het geheel is terug te luisteren op https://youtu.be/j9ZED2m7N6Y
Daarna begonnen de musici van Sinta Wullurs gamelanorkest Ensemble Multifoon vanuit de Grote Kerk aan een kleurrijke muzikale optocht richting de Koninklijke Schouwburg (zie https://youtu.be/6nN6fG5cZR4 ), waar om 16.00 ’s middags de muzikale voorstelling ‘Ritual Bells Augustus 2020’ van start ging, naar een concept van Sinta Wullur en zangeres Astrid Seriese, die in de voorstelling zingend en vertellend met gratie de hoofdrol vertolkte.
Sinta Wullur is in Indonesië geboren en verhuisde op haar tiende jaar met haar ouders naar Nederland. Ze studeerde aanvankelijk piano, maar raakte steeds heviger geïnteresseerd in de muziek van haar geboorteland. Met haar unieke hybride instrumentarium Global Gongs, waarvoor ze in Indonesië gamelaninstrumenten liet maken die zowel de Oosterse als de Westerse stemming vertegenwoordigen (chromatische gamelan), riep ze al jaren geleden een muzikale kruisbestuiving tussen de Indonesische en de Europese cultuur in het leven. Ze componeerde er veel muziek voor en maakte prachtige voorstellingen als Temple of Time, een eigentijdse muziektheaterproductie die op 24 juni 2017 tijdens het Holland Festival met succes in première ging. Astrid Seriese is de dochter van een voormalige Nederlandse Knil militair en een Indonesische moeder. Ze is in binnen- en buitenland geliefd als jazz-zangeres, maar houdt zich i.s.m. de Stichting Kleurrijke Karavaan ook bezig met projecten waarbij podiumkunsten worden ingezet om de sociale cohesie te bevorderen, zoals het project Kleurrijke Mama’s in de Haagse Schilderswijk. Ook maakte ze muzikale vertelprogramma’s als ‘De Indië Monologen’, een samenwerkingsproject met gitarist Erwin van Ligten en regisseur Bo Tarenskeen, waarin gastvertellers als Willem Nijholt, Reggie Baaij, Ellen Deckwitz en vele anderen optraden.
Beide dames kennen elkaar al sinds hun studiejaren, dus het lag voor de hand dat Wullur als initiatiefnemer tot de voorstellig ter ere van de Indië herdenking Seriese uitnodigde om met haar een programma te maken. Samen doken ze in de kleurrijke geschiedenis van Indonesië, de literatuur, krantenberichten, poëzie en andere geschriften, waaruit ze een intuïtieve selectie maakten. Zonder al te belerend te willen zijn, kwamen ze tot een onderhoudende muzikale ‘vertelvoorstelling’, die behalve in de theaters ook op scholen niet zou misstaan. Want wie hoort er op school nu ooit over de veelbewogen geschiedenis van Indonesië en de bedenkelijke rol die de Nederlanders daarin sinds de Gouden Eeuw hebben gespeeld? Een enkele leraar Nederlands besteedt wellicht wat aandacht aan Multatuli en het schrijnende liefdesverhaal van Saïdjah en Adinda uit de Max Havelaar, waarin de schrijver laat zien hoe de oorspronkelijke bevolking de dupe werd van de hoge landrentes die ze moesten betalen.
Maar welk schoolkind weet dat er door toedoen van handelszuchtige Nederlanders vanaf de zeventiende eeuw ook in Indonesië slavernij en discriminatie bestonden? Dat de inheemse bevolking door onze voorvaderen werd uitgebuit op de plantages, waar hun vrouwen vaak werden misbruikt? Dat dorpen in brand werden gestoken als de dorpelingen het waagden tegen de vreemde machthebbers of de met hun samenwerkende regenten in opstand te komen, terwijl de oorspronkelijke bevolking niet mocht participeren in het bestuur van hun eigen land en de inlandse kinderen niet eens naar school mochten? Niet voor niets schreef de schrijfster Raden Adjeng Kartini – dochter van de Regent van Japara, die de geschiedenis in zou gaan als een van de grondleggers van het nieuwe Indië – in 1902 over de Europeaan: ‘Vergeef ons dat wij het zeggen, maar u zelf vindt de Europese maatschappij volmaakt? O wij zullen de laatsten zijn, die niet dankbaar het vele zéér goede in uwe wereld zullen erkennen; maar zal u ontkennen, dat tegenover het heel-mooie, het grootse en verhevene in uw maatschappij, veel is dat dikwijls de naam beschaving tot een bespotting maakt.’
Met kleine brokjes geschiedenis, flarden van de literaire verbeelding vàn die geschiedenis, brokjes poëzie en Indonesische liedjes voerde Seriese het publiek mee langs meer dan drie eeuwen Indonesische geschiedenis, van de VOC-periode tot aan de Japanse bezetting en het wapperen van de rood witte vlaggen tijdens de onafhankelijkheidsverklaring in 1945. Maar de door Seriese vol overtuiging gebrachte ‘losse’ verhaallijnen gingen pas werkelijk tot de verbeelding spreken dankzij de sfeervolle, betoverende en soms dreigende of indringend resonerende gamelanmuziek van Sinta Wullur en haar Ensemble Multifoon, dat zich voor de gelegenheid sober had gehuld in zwarte kleding met koperkleurige, sierlijk geornamenteerde ‘kunstkragen’ van Karin Marseille. Misschien nog wel méér dan de goed gekozen teksten, drong Wullurs muziek op de Global Gongs door tot precies die regionen van de menselijke ziel waarin doorgaans de morele verontwaardiging en daarmee het menselijke gevoel voor waarheid, waardigheid en rechtvaardigheid ontspruiten. En dat is veel waard.
‘Ritual Bells’ is in zijn geheel te zien op https://youtu.be/fen2cMeVpOM
Meer info: