Rotterdams Philharmonisch Orkest en pianist Cho: feest van timbres

Gehoord: De Doelen, Rotterdam, 9 juni 2023

Door Willem Boone

Het blijft een schrikbeeld van ieder orkest of impresariaat: een bekend solist die afzegt, waarbij je te elfder ure een vervanger van hetzelfde niveau moet zien te vinden. Dat overkwam ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest met pianist Daniil Trifonov bij het laatste concert van zijn ‘residency’. Als vervanger trad de Zuid-Koreaanse pianist Seong-Jin Cho aan die in plaats van het aangekondigde Pianoconcert in F van Gerschwin het Pianoconcert in G van Ravel uitvoerde. Wat mij betreft een goede wissel, want laatstgenoemde compositie bevat in mijn ogen meer muzikale substantie, zeker in het prachtige Adagio assai.

Om kwart over acht bevond zich nog geen enkele musicus op het podium, terwijl die anders rond die tijd aan het inspelen of aan het stemmen zijn. Het riep een angstig voorgevoel op, maar kort daarna traden alleen de koperblazers, een slagwerker en dirigent Lahav Shani aan voor Fanfare fort he Common Man uit 1942 van Aaron Copland. Voor zover het publiek nog niet geheel gefocust was, gebeurde dat in elk geval na de eerste, geweldige klap van het slagwerk die voor een ronduit apocalyptisch effect zorgde. Daarna mengden de imposante koperblazers van het orkest zich in het geheel. Zij speelden dit korte werk op statige wijze. Vervolgens verschenen ook strijkers, houtblazers en harpisten voor de interpretatie van het Pianoconcert in G van Ravel. Het was trouwens grappig dat voor aanvang van het concert een van de fagottisten (die een lastige partij in het Presto van dit concert heeft!) en piccolospelers al druk aan het inspelen waren. Daarbij waren duidelijk flarden van genoemd pianoconcert te herkennen. Het was tekenend voor de toewijding van de orkestleden! In Ravels Concerto en sol heeft het gehele orkest overigens ook een glansrol, zeker in de hoekdelen wemelt het van de ‘kwetterende’ blazers. Mits jazzy genoeg gespeeld zijn deze onweerstaanbaar.

 

 

 

 

De inzet van het Allegramente maakte direct duidelijk dat dit een ‘brutale’ uitvoering van Ravels meesterwerk zou worden, vooral in genoemde blazerspartijen. Ook pianist Seong-Jin Cho deed daaraan mee in de manier waarop hij zijn glissandi speelde. Bij zijn eerste solo bleek dat hij zijn partij minder subtiel speelde dan je deze vaak hoort, onder ander door een wat nadrukkelijke frasering. Later, bij de cadens van dit deel, werd hoorbaar dat zijn misschien wat koele opvatting eigenlijk wel paste bij deze muziek. Dirigent Shani verdiende eens te meer een groot compliment voor de manier waarop hij het orkest aanvoerde: door alle, goed hoorbare details werd het een groot feest van timbres. Zeker het eind van het eerste deel was indrukwekkend, waarbij alle partijen, vooral de grapjes in de hoorns die nogal eens in een lawaai-saus ten onder gaan, perfect te horen waren. De inzet van de pianist in het Adagio assai was delicaat en hetzelfde gold voor de inzet van de fluit (prachtig gespeeld door Juliette Hurel!), later was de hobo al even fraai, als begeleiding voor de kalme loopjes van de piano. Het spel van de pianist was nog steeds een beetje ‘neutraal’, maar glashelder en het eind van dit deel klonk als een droom. Het afsluitende Presto was brutaal en sprankelend en de pianist liet zich meeslepen door het orkest. Dit was mooi om te zien, want hij lijkt van zichzelf niet het type van een ‘durfal’. Zijn interpretatie paste naadloos in het geheel en dit korte deel flitste bijna nog sneller dan anders voorbij. Als toegift speelde hij een korte compositie van Haendel, waarbij het leek alsof hij fluisterde.

 

 

 

 

Na de pauze speelde het orkest de Pathétique van Tschaikofsky, die zij voor het laatst in september 2021 speelde, toen onder leiding van de in ongenade gevallen dirigent Valery Gergiev. Daar was ik toevallig ook bij aanwezig, zodat het een interessante vergelijking opleverde. Het orkest speelde in een veel grotere bezetting dan voor de pauze, met een afwijkende opstelling. De contrabassen zaten vanuit de zaal gezien rechts, een deel van de strijkers links en de celli in het midden. De inzet van het Adagio was er direct een van een diepe strijkersklank, met daarbij de fagot. Het orkest reageerde wendbaar op de soms driftige gebaren van Shani en klonk soms bijna als een strijkkwartet. Uiteraard heeft het grote affiniteit met de muziek van Tschaikofsky en het riep herinneringen aan de prachtige uitvoering van de Notenkraker van december vorig jaar op. Halverwege het Allegro non troppo was er een gedenkwaardig moment, waarbij orkest en soloklarinettist pianissimo speelden, net voor de forte-uitbarsting die erop volgde. Al luisterend viel op dat de ‘Weltschmerz’ in dit eerste deel, die normaal meer tot uiting in het beroemde laatste deel, Adagio lamentoso – andante komt, ook al niet van de lucht is. Het Allegro con grazia klonk precies zoals de tempoaanduiding aangeeft: met gratie.

 

 

 

 

Shani maakte met zijn lezing duidelijk dat Gergiev zeker niet de enige was die het patent op gedenkwaardige uitvoeringen van orkestwerken van Tschaikofsky had. Het derde deel, Allegro molto vivace, was licht en dansend van karakter, al was de coda verblindend. Deze eindigt met een daverend fortissimo, waarbij een deel van het publiek vrijwel altijd in applaus losbarst, terwijl daarna het smartelijke laatste deel nog moet beginnen. Gergiev loste dat bij bovengenoemde uitvoering op door zonder onderbreking het slotdeel in te zetten. Shani deed dat gisteren niet, zodat er inderdaad applaus volgde en het orkest na een korte pauze verder speelde. Gelukkig klonk dit niet al te slepend, de ‘weltschmerz’ was in dit geval niet ‘hoffnungslos traurig’, om in dezelfde taal te blijven. Opvallend was de nobele benadering door het orkest van muzikale sentimenten die van ver kwamen. Het publiek toonde zich terecht zeer enthousiast en het was hartverwarmend om te zien hoe een aantal orkestleden, die door Shani in het zonnetje gezet werden, toegejuicht werden, bijna op de manier zoals dat na een opera-uitvoering gebeurt. Dit concert was precies wat men aangekondigd had: een ‘grande finale’! Ik kijk alweer naar het volgende seizoen uit, dat de nodige hoogtepunten belooft!

Willem Boone

 https://www.rotterdamsphilharmonisch.nl

https://seongjin-cho.com

You May Also Like

Chansonnier Philippe Elan: ‘In Nederland voel ik me Frans en in Frankrijk Nederlands’

Fantastisch optreden Jeugdorkest Nederland en violiste Rosanne Philippens

Delft Chamber Music Festival zoomt in op de microkosmos

Teken de petitie! Steun Jong Talent opdat de Klassieke Muziek kan blijven voortbestaan!!