Ruysdael Kwartet overtuigend in Cage, Andriessen en Beethoven
Gehoord: 22/11, Uilenburgsjoel, Amsterdam, Sponsored by Splendor
En ineens kon het weer, live concerten geven met maximaal dertig mensen in de zaal. De Uilenburgsjoel in Amsterdam opende haar deuren en het met mondkapjes gewapende publiek stroomde mondjesmaat naar binnen, totdat alle ver uit elkaar geplaatste stoelen bezet waren. Het Ruysdael Kwartet had er al een ronde opzitten toen het op zondagavond aan zijn tweede uitvoering van strijkkwartetten van Cage, Andriessen en Beethoven begon. Om niet in herhalingen te vervallen draaide het kwartet de volgorde van de stukken om, zodat Cage’s meditatieve String Quartet in four parts uit 1950 nu als eerste klonk.
In vier delen ‘verbeelde’ Cage in dit werk de seizoenen: 1) Quietly Flowing Along (zomer), 2) Slowly Rocking (herfst), 3) Nearly Stationary (winter) en 4) Quodlibet (lente). Uit de ijle, schurende, melancholieke en soms dynamische samenklanken (‘gamuts’) maken zich flarden van melodieën los, die er gewoon zijn zonder richting of doel. Cage muzikale insteek in deze periode was ‘de geest te versoberen en te kalmeren, waardoor deze vatbaar wordt voor goddelijke invloeden.’ Zijn String Quartet in Four parts heeft dan ook een hoog ‘zen gehalte’. Wie zich daaraan overgeeft ziet mysterieuze abstracties langstrekken van de beelden, geuren, kleuren, krachten en energieën die de seizoenen typeren en raakt een beetje in trance. Het Ruysdael Kwartet speelde Cage met de vleugels van de sereniteit, zuiver en toegewijd, ontdaan van cerebrale of muzikale dwangmatigheid. Cage bleek ideaal om de uitgehongerde muziekoren in de zaal op een kalme manier te heropenen.
Louis Andriessen liet zich in zijn strijkkwartet Miserere uit 2006-2007, geschreven voor het Schönberg Kwartet en formeel geïnspireerd op het Miserere van Allegri (ABACABAB-vorm), hoorbaar beïnvloeden door Cage, maar bij hem maken zich al gauw dynamische bewegingen los uit de verstilde klankmaterie. ‘De onverwachte noten, de verkeerde noten. Dat zijn de goede noten!’, aldus de componist, die in dit strijkkwartet op aardse wijze vitale ritmiek en turbulentie omarmt. Inspiratie vond Andriessen ook in het boek ‘Melodien’ van Helmut Krausser, waarin de alchemist Castiglio ten tonele wordt gevoerd, die in het 13e eeuwse Italie een queeste onderneemt naar ’26 magische melodieën’. Zo kwam Andriessen tot een reeks van variaties, die door het Ruysdael Kwartet dynamisch en vitaal werden verklankt.
Daarna volgde, als onbetwistbaar hoogtepunt van de avond, een enerverende uitvoering van Beethovens ‘vroege’ Strijkkwartet in c op. 18 nr. 4 uit 1799, waarin de nog jonge componist met onstuitbare energie probeert los te breken uit de ketenen van zijn grote voorbeelden: Haydn en Mozart. Het bruisende resultaat is onweerstaanbaar, zeker als het vierdelige stuk zo aanstekelijk wordt gebracht als door de vier leden van Ruysdael Kwartet, die in alle opzichten buitengewoon goed op elkaar ingespeeld zijn. Zo klonk Beethovens Strijkkwartet in c op. 18 nr. 4 als een meeslepende conversatie van vier intelligente en avontuurlijk aangelegde personen, die het afwisselend volkomen met elkaar eens zijn om elkaar op andere momenten mee te slepen in een verhitte muzikale ‘discussie’ op niveau. Er had wat mij betreft op sommige momenten best voluit gevibreerd mogen worden, maar dat is een kwestie van smaak. Het Ruysdael Kwartet oversteeg dergelijke ‘bezwaren’, door pal te gaan staan voor haar eigen heldere, bevlogen en energieke benadering. Het was een mooi en ontwapenend concert, dat alle zorgen over het virus deed vergeten.
Wenneke Savenije
Info:
http://ruysdaelkwartet.nl/ned/ned-agenda
https://www.uilenburgersjoel.nl/cultureleagenda/
Steun De Nieuwe Muze! Lees ons, volg ons, like ons of neem een abonnement op www.denieuwemuze.nl