Severin von Eckardstein, Quirine Viersen en Also Baerten aan elkaar gewaagd

Drie solisten die aan elkaar gewaagd zijn in gevarieerd programma

Gehoord: Edesche Concertzaal, 4 juni, 20.00 uur, livestream met 

Door: Willem Boone

 

O, wat een feest was het dat ik in Ede bij een livestream mocht zijn! Dat geluk viel me al ruim een maand geleden ten deel bij een optreden van Hannes Minnaar en ook afgelopen vrijdag mocht ik bij een optreden in het kader van de serie ‘Classical at home’ aanwezig zijn. En niet het minste concert, want hier traden drie prominente musici op, pianist Severin von Eckardstein, celliste Quirine Viersen en fluitist Aldo Baerten, die interessant genoeg nog niet eerder samengespeeld hadden. Drie goede musici samen zijn echter niet altijd een garantie voor succes, ik herinner me diverse muziekfestivals waarbij grote solisten elkaar kort voor het concert ontmoetten, snel repeteerden, het podium op gingen en waarbij je hoorde dat er niet veel gerepeteerd was. Dit keer viel direct de goede balans tussen de instrumenten op: de sonore celloklank van Viersen en de heldere fluittonen van Baerten mengden prachtig met de pianoklank van Von Eckardstein. Een combinatie van piano met een blazer, strijker of zanger kan nogal eens zorgen voor problemen in de balans, aangezien de piano – zeker zoals nu het geval was met een open klep – deze andere instrumenten kan overstemmen. Zo’n combinatie vraagt dus nogal wat van de pianist: Von Eckardstein wist de anderen mooi te ondersteunen, zoals Menahem Pressler dat lang voorbeeldig deed met zijn Beaux Arts Trio.

Het optreden begon met een van de twee trio’s die Haydn voor de combinatie piano, cello en fluit schreef. Het kreeg een frisse uitvoerig en vormde een plezierige start van de avond. Het programma was trouwens veelzijdig en met de ‘Sonata da camera’ van Pierné veranderde direct de klankwereld. Presentator Sander Zwiep vertelde dat de muziek van Pierné in zijn tijd als ‘conservatief’ ervaren werd. Bij zijn inleiding over het trio van Haydn wees hij op het geestige karakter van diens muziek, maar eigenlijk vond ik die kwalificatie meer van toepassing op het derde deel uit de ‘Sonata da camera’. Direct bij het begin van dat stuk waan je je in een ‘Franse’ wereld, al blijft het moeilijk om te beschrijven wat er zo expliciet ‘Frans’ aan deze compositie is. Vaak blijf je steken in stereotypen als ‘lucide’ of ‘spiritueel’, maar die termen komen inderdaad dicht bij het gevoel dat je ervaart. Het was interessant om te zien dat de cello en fluit een prominentere rol hadden dan in het trio van Haydn. De drie delen deden qua vorm klassiek aan, maar ze waren wel gestoken in een modern jasje. In het tweede deel waren soms verwijzingen naar de klankwereld van Ravel te horen, onder meer naar diens ballet ‘Ma mère l’oie’. Als laatste stuk voor de pauze klonk de Tweede ballade van Chopin.  Daarin liet de pianist na het dromerige begin de passie hoog oplaaien. Het was indrukwekkend hoe de vleugel – een fraaie Bösendorfer – die tot dan toe ‘stemmig’  geklonken had ineens zijn stem verhief en als een leeuw kon brullen. Het was al even indrukwekkend om te horen hoe de pianist als het ware twee gezichten liet zien: eerder dat van begeleider en nu dat van solist. Hij zei ooit over zichzelf in een interview: ‘Ik lijk op het eerste gezicht rustig, maar van binnen kolkt het bij mij’ en dat had hij niet beter kunnen illustreren dan met deze compositie van Chopin!

Tijdens de pauze sprak Sander Zwiep kort gesprek met celliste Quirine Viersen. Zij vertelde hoe bijzonder dit optreden voor haar was: voor het eerst sinds een half jaar weer op een podium zitten, nog net in de lockdown, maar goddank met uitzicht op een toekomst waarin beetje bij beetje weer meer mogelijk zal zijn. Het was ontroerend om te horen dat ze zich vooraf zenuwachtig gevoeld had en dat zelfs de vraag ‘Ben ik het niet verleerd?’ door haar hoofd gegaan was. Gelukkig was die angst onterecht: ze had tijdens genoemde lockdown in elk geval een cd met pianist Thomas Beijer opgenomen en verder kon ze voor zichzelf opgelucht vaststellen dat de muziek zo in haar DNA verankerd zat dat ‘je oefenen en spelen niet verleert.’ Daarnaast vertelde ze over het instrument waarop ze speelde, een ‘Joseph Guarnerius Filius Andrae’ uit 1715 die eerder van André Navarra geweest was. Met de hulp van haar leraar Heinrich Schiff en steun uit het Dutch National Instrument Fund werd het instrument haar ter beschikking gesteld.

Na de pauze klonk allereerst ‘Abbiato ajato’, een compositie voor cello en fluit van Villa Lobos waarbij er alweer van een geheel andere klankwereld sprake was. Beide musici konden in dit stuk uitpakken en wisselden elkaar in het eerste deel mooi af qua melodie en begeleiding. Aan het eind liet vooral de fluit een ander geluid horen met soms schelle klanken en ‘blaasgeluiden’.  Het Trio opus 63 van Von Weber vormde de afsluiting: deze componist is door zijn opera’s niet geheel onbekend, maar zijn kamermuziek is dat zeker wel. Het was daarom interessant om ook dit aspect uit zijn oeuvre te horen: de drie musici vonden elkaar direct in het eerste deel met fraai samenspel. Het is als luisteraar een bijzondere ervaring om na te gaan of je de ‘taal’ van een componist herkent en dat was bij dit stuk het geval: het verende ritme van het tweede deel en de virtuoze afsluiting van het vierde deel zorgden voor momenten van herkenning. Daarbij vormde het serene derde deel voor afwisseling: het deed denken aan een herderszang.

Met deze livestream zorgde de Concertzaal Ede voor een buitengewoon veelzijdig en interessant concert dat door het goede samenspel van de drie musici heel geslaagd was. Ook voor mij als luisteraar was het een verademing om weer in een concertzaal te zitten, als ervaring is het toch echt niet te vergelijken met een ‘cd’tje of dvd’tje’- hoewel op zijn tijd heel aangenaam –  dat je op advies van minister De Jonge op kan zetten… Het doet goed om te weten dat de Concertzaal Ede een aantrekkelijk programma voor het komend seizoen heeft met onder anderen beroemde musici als Abdel Rahman el Bacha, Nikolai Lugansky, Luis Fernando Perez en Severin von Eckardstein. Ik kan er alleen maar reikhalzend naar uitkijken!

 

Info: https://www.classicalathome.nl

You May Also Like

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog

Twee versterkte concerten tartten het sensitieve gehoor