Sexy Mozart-duo’s door Thomas Beijer en Nicolas van Poucke
Gehoord: Quatre-Mains van Mozart, 10/10, Singelkerk, Amsterdam
‘Jongens waren we – maar aardige jongens.’ Zo zullen de vrienden Thomas Beijer (1988) en Nicolas van Poucke (1992), die elkaar al kennen uit de pianoklas van Jan Wijn, onder het genot van dikke sigaren en een goed glas rode wijn, vroeg of laat zeker terugkijken op hun kleurrijke bestaan. Net als de Titaantjes van Nescio streven ze er al pianospelend naar hun eigen hoogstpersoonlijke leven te kunnen leiden, niet in de laatste plaats door al sinds hun tienerjaren te roken, te drinken, te praten, opnames te beluisteren en boeken te lezen. En vooral veel te lachen. Waar gaat het leven over, wat is de zin ervan, hoe kun je het zo goed mogelijk aanpakken zonder je iets aan te trekken van andermans verwachtingspatronen?
In Titaantjes trekt Nescio bij monde van Koekebakker gelaten een sombere conclusie: ‘Gods doel is de doelloosheid, het in zichzelf genoeg hebben, dit is voor geen mens weggelegd om bij voortduring te beseffen: hij zal steeds een doel buiten zichzelf blijven zoeken.’ Moraal van het verhaal: alle menselijke streven is zinloos. Wij allen zijn slechts een radertje in het geheel van het universum. Dit eeuwig in gang houden van het universum is Gods doel, het individu speelt in dit grotere geheel geen enkele rol. Maar toevallig zijn Beijer en Van Poucke ook nog hele getalenteerde pianisten, die niet musiceren om te scoren maar omdat ze er werkelijk verschrikkelijk veel van houden en zich een leven zonder muziek niet kunnen voorstellen.
Voor hen is het doel van het leven muziek, maar daarvoor nemen ze wel alle ruimte. Beijer door behalve pianist en directeur van de YPF ook schrijver, tekenaar en cartoonist van een geestig en fascinerend aardappelimperium te zijn, Van Poucke door bijzondere opnames te maken, alles te weten over legendarische musici uit het verleden, de lp met recht en reden boven de cd te verkiezen en als jonge vader desnoods met baby’s op de vleugel concerten te geven. Geen van beiden wil gevangen raken in hokjes, want daar zijn ze nu eenmaal niet voor geschapen. Beijer en Van Poucke zijn van nature origineel, vrijgevochten, stoutmoedig en avontuurlijk en hopelijk zal dat nog lang zo blijven. Niet dat ze nu zo vaak als pianoduo samenspelen, maar áls deze vrienden het een keer doen vliegen de vonken ervan af en is er een vertrouwdheid, energie, subtiliteit en humor, die hun samenspel tot een feest maakt en de geniale Mozart in al zijn facetten op de meest aanstekelijke manier weer tot leven wekt.
Pianist word je niet, dat ben je gewoon volgens beide heren. Aan Joost Galema van NRC Handelsblad vertelde Van Poucke in 2018: ‘Mijn moeder vroeg me op mijn zesde wat ik wilde worden. “Ik ben pianist”, antwoordde ik. “En als hobby lijkt politieagent me wel wat.” In mijn kinderlijke belevingswereld stonden in alle Nederlandse huizen piano’s. Het bleek vreemd te ontdekken dat niet iedereen dagelijks musiceerde.’ Idem dito Beijer: ‘Ik dacht over muziek nooit na als iets waarvoor ik moest kiezen. Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik pianist zou worden.’ Wat hen er niet van weerhoudt om pianisten te omschrijven als ‘zwoegende sukkels’ en ‘kluizenaars met een minderwaardigheidscomplex.’ Maar ondanks hun relativeringsvermogen, hebben zowel Beijer als Van Poucke heel hard gewerkt om – samen met pianisten als Hannes Minnaar en Caspar Vos – boven te komen drijven als de Nederlandse pianotop. Commercieel doen ze het wellicht wat minder goed dan Arthur en Lucas Jussen, maar die zaten dan ook al van heel jongs af aan in de lift. Maar qua pianospel doet het duo Beijer & Van Poucke niet of nauwelijks onder voor dat van de bejubelde broers, zodat zelfs Marco Riaskoff, in wiens vervlogen Serie Meesterpianisten Thomas Beijer dit seizoen eigenlijk zijn debuut had zullen maken, zich naar de Singelkerk begeven had. En daar kreeg hij net als de rest van het publiek geen spijt van, want Mozart zelf kwam óók langs.
Al had Beijer zich voor de gelegenheid uitgedost als een deftige heer en had Van Poucke een chique pak aangetrokken dat begunstigers voor hem hebben laten maken (‘Tegenwoordig ligt de nadruk op verpakking. Dan krijg ik de vraag wat mijn unique selling point is…’), hun spontane, trefzekere en aanstekelijke spel was allesbehalve ‘aangekleed’ en gekunsteld. Op het programma stonden Mozarts Sonate in Bes KV 358, Sonate in F KV 497 en Sonate in C KV 521, die in vier goede handen nog niets aan actualiteit en zeggingskracht hebben ingeboet.
Met Van Poucke als masculiene kracht met zijn voet op het pedaal aan de baskant, en Beijer als verfijnde dichter aan de discant van de vleugel, ontsponnen zich vanuit Mozarts zelden uitgevoerde quatre-mains sonates ‘sexy’ dialogen waar de intelligentie, levenslust, humor, onstuimigheid, poëzie, sensualiteit en oprechte bezieling vanaf spatten. Van Poucke: ‘Ik doe waarin ik geloof, ook als niemand erom vraagt’, en Beijer denkt er hoorbaar hetzelfde over: ‘Veel musici lijken eerst te denken: wat kan ik voor nieuws doen? Wat zal aanslaan? Maar bij kunst staat innerlijke noodzaak voorop, de rest mag daarachter in de rij aansluiten.’Allebei gezegend met een uitstekende pianotechniek, een groot inlevingsvermogen in de muziek en in de ander, en een kleurrijke verbeeldingskracht, slaagden Beijer er Van Poucke erin de van nature kwetsbare noten van Mozart met vitaliteit, verfijning en charme tot leven te wekken zonder ze te bezoedelen met ego vertoon of instrumentale grofheid. Deze vrienden horen samenspelen is een genot. Gelukkig komt er ook nog een album met hun Mozart-duo’s.
Info:
Steun De Nieuwe Muze! Volg ons, like ons, lees ons en neem een abonnement!