Simply Quartet sensationeel op Februari Festival
Bekende en onbekende hoogtepunten van Schubert op Februari Festival Amare
Openingsavond Februari Festival 23-27/2 Schubert
Gehoord: 23/2/Nieuwe Kerk, Amare, Den Haag
Enkele uren voordat Poetin ’s nachts het sein gaf voor de rampzalige Russische invasie in de Oekraïne, verkeerde het klassieke muziekminnende publiek, dat na alle lock downs eindelijk weer naar concerten kan gaan, in de Nieuwe Kerk in Den Haag in de zevende hemel. Corona leek naar de achtergrond te verdwijnen en de wereld kon weer openbloeien, speciaal voor de muziek- en cultuurminaars die zo ongelooflijk veel hebben moeten missen de afgelopen twee jaar. Ook het Februari Festival was aanvankelijk nog afgelast vanwege de coronaregels, maar last minute bleek het woensdag jl. toch nog in zijn volle, fraai geprogrammeerde glorie van start te kunnen gaan dankzij alert handelen onder de vleugels van Amare. Wie meer van Schubert wil weten moet deze week nog vooral de Nieuwe Kerk in Den Haag gaan bezoeken, want daar klinkt zijn mooiste kamermuziek, gespeeld door voortreffelijke (jonge) musici.
Met werken van Franz Schubert (1797-1828) als rode draad, betekent het Februari Festival voor de bezoekers een weldadige terugkeer naar de verheven wereld van schoonheid en intimiteit, dromen en poëzie, tragiek en verfijning, een ‘metafysische’ wereld waarin je even kan ontsnappen aan de waan van de dag en het tranendal op deze aarde. Want als iemand erin geslaagd is om tijdens zijn armoedige en kortstondige leven de meest ontroerende, aangrijpende en fijnzinnige werken te componeren, dan wel de getalenteerde Schubert die geboren was voor de muziek.
Nadat hij op 31-jarige leeftijd stierf (niet aan de syfilis, maar aan de tyfus; zie daarvoor het zeer overtuigende artikel van neuroloog W.J. Feikema in het februarinummer van De Nieuwe Muze www.denieuwmuze.nl), liet Schubert een ware schatkamer achter aan voltooide en onvoltooide werken, waaruit het Februari Festival nu -naast de bekendere kamermuziekwerken van Schubert- juweeltjes heeft opgediept.
Het eerste concert begon met twee stukken voor piano vierhandig: ‘Lebensstürme’ Duo in a klein. Op. 144, D 947 en ‘Grand Rondeau’ in A groot op. 107, D951, overrompelende werken die Schubert drie jaar voor zijn dood componeerde en die de componist vermoedelijk zelf voor zijn vrienden zal hebben uitgevoerd in de intimiteit van de huiskamer. Maar de ‘scoop’ van Schuberts muziek reikt oneindig veel verder. Zijn van Sehnsucht doordesemde muziek reikt naar de sterrenhemel en verklankt de geheimen van het bestaan en de diepste emoties die mensen ervaren. De voor Schubert zo typerende overgangen van licht naar donker, van lyriek naar dramatiek en van smachtende romantiek naar luchtigheid, bepalen het verloop van beide quatre mains, die door het Geister Duo met elegante intensiteit werden vertolkt.
Daarna zong sopraan Tinka Pypker met ontroerende overgave en een steeds overtuigender klinkend stemtimbre vier door Aribert Reimann in 1936 bewerkte Mignon-liederen op teksten van Goethe voor sopraan en strijkkwartet. Het raadselachtige personage Mignon uit Goethe’s 8-delige Wilhelm Meister’s Lehrjahre, afkomstig uit ‘het land van de citroenen’ (Italië), waarvan niemand weet of ze een meisje of een jongen is, antwoordt op de vraag wie haar vader is: ‘De grote duivel is dood.’ Mysterie, sinistere duisternis, verlangen en eenzaam dolen zijn bepalend voor de atmosfeer van deze Schubert-liederen, waarin een ad hoc strijkkwartet o.l.v. violist Jeroen Dupont zich manifesteerde als ‘sfeer tekenaar’ en waardige duo partner van Pypker, zodat Schubert ijl, geheimzinnig en breekbaar oprees in de kerk.
Na de pauze volgde een ware muzikale sensatie, dankzij het fantastische Schubert-spel van het jonge en briljante ‘Weense’ Simply Quartet, dat een adembenemend mooie, bezielde, energieke, gedreven en fijngevoelige lezing gaf van Schuberts Strijkkwartet in G groot, op. 161, D887, waarin Schubert – om met musicoloog Huib Ramaer te spreken, die met veel gevoel voor humor en tragiek de programmatoelichtingen en de mondelinge inleidingen verzorgde – zich niet zozeer manifesteert als de ‘Schubert van het lied’, maar meer als ‘een klankschilder die op geniale wijze googelt met motieven.’ Ramaer: ‘Zonnestralen priemen over de kim. Zoekend tasten de strijkers het hoofdthema af boven de zachte beving van een tremolo. Wiegend dient zich een heerlijk tweede thema aan. Al snel blijkt het warmbloedige gegeven slechts aanleiding voor een uitdijende waaier van kleuren. Markante ritmische contouren, pizzicato’s en tremolo’s omlijsten lyrische verzuchtingen’. Enzovoorts. Nimmer hoorde Schubert dit schitterende strijkkwartet, dat hij in 1826 componeerde, in première gaan, want dat gebeurde pas in 1850 in Wenen door het Hellmesberger-kwartet. Maar dankzij het Simply Quartet – opgebouwd uit een Chinese primarius en altviolist, een Weense tweede violiste en een Noorse cellist, zie voor interview eveneens het februarinummer van De Nieuwe Muze) – werd Schuberts orkestraal aandoende strijkkwartetavontuur van kosmische proporties zó indringend, geconcentreerd, dynamisch, fel, teder en bevlogen ten gehore gebracht, dat de bevrijding van Schuberts muzikale droomvlucht uit het benepen burgermansbestaan ook het publiek anno 2022 ‘openbrak’, om samen met Schubert en Simply Quartet een duizelingwekkende reis door de metafysische wereld te maken.
Wenneke Savenije
Info komende concerten: