Soltani en Bartlett: subliem en eensgezind

 

Kian Soltani – Photographer: Marco Borggreve

Gehoord: Muziekgebouw aan het IJ, 3 maart 2024

Door Willem Boone

 

Vervoering

Bijna 40 jaar geleden hoorde ik cellist Yo Yo Ma voor het eerst in concert: ik herinner me daarvan dat ik direct ‘om’ was toen hij zijn strijkstok op de snaren zette. Alles wat hij deed was ‘goed’ en je kon als luisteraar niets anders doen dan je daaraan overgeven. Met de Perzisch-Oostenrijkse cellist Kian Soltani is het precies zo: hij ís in iedere vezel muziek en versmelt ermee zodra hij begint te spelen. Het lijkt te gaan om een gelukzalige ervaring die door niets verstoord kan worden: tussen hem en de muziek is er slechts ruimte voor toewijding, enorme intensiteit en oprechtheid.

Dat werd direct duidelijk bij zijn inzet van het Adagio en allegro in as opus 70 van Schumann. Als er een woord van toepassing is op het spel van Soltani, dan is het ‘vervoering’. In alles wat hij aanraakt, klinkt vervoering door. De intensiteit is er direct, ongeacht of het om een rustig of stormachtig stuk gaat. Hij speelt meestal met gesloten ogen en grote gebaren, maar soms zie je een lachje op zijn gezicht, alsof hij wil zeggen: ‘Dat is weer mooi gelukt!’.

Het was dan ook een grote luxe om hem dit maal niet als solist bij de Cello Biënnale te horen (waar hij al eerder optrad), maar in een recital met piano, zodat je een hele avond lang van zijn spel kon genieten. In het Adagio stelde de Engelse pianist Martin James Bartlett zich nog discreet op, maar in het Allegro deed hij recht aan Schumanns romantische ontboezemingen. Zijn spel getuigde van grote intelligentie en weerspiegelde op ideale wijze het spel van de cellist. Het gebeurt maar zelden dat je twee musici hoort die zo goed op elkaar afgestemd zijn en elkaar zo naadloos in hun wederzijdse intenties volgen. De pianist verdient een extra compliment voor zijn toonbeheersing die nergens ‘hard’ werd en waarmee hij nooit zijn partner overstemde. Dat is met de lastige combinatie van piano en een strijker plus een volledig geopende klep bepaald geen sinecure.

 

 

Arpeggione

Na het eerste applaus nam Soltani kort het woord en vertelde dat slechts één compositie van het programma oorspronkelijk voor cello geschreven was. Voor de rest was er sprake van bewerkingen, waarbij hij opmerkte dat ‘voor mij alles beter op de cello klinkt.’ Je zou hem bijna geloven, en inderdaad, bij iemand van zijn kaliber zou je ook blijven luisteren als hij bewerkingen van slaapliedjes speelde… Toch is de ene bewerking de andere niet: het Adagio en allegrovan Schumann werd voor hoorn geschreven, maar klinkt uitstekend op cello. Soltani memoreerde dat er van de Arpeggione-sonate van Schubert en de Sonate in A van Franck onder andere versies voor fluit bestaan (de Ierse fluitist James Galway heeft daarvan opnames gemaakt) en daar is de theorie ‘het instrument doet er niet toe’ bedenkelijk, ondanks het hoge instrumentale niveau van deze fluitist.

Van de Arpeggione-sonate van Schubert accepteert inmiddels iedereen uitvoeringen op cello. Sterker nog, deze klinkt zelden of nooit op een arpeggione: een gestreken gitaar met zes snaren. In de programmatoelichting stond te lezen dat uitvoeringen op cello een hoge mate van virtuositeit vereisen en dat ‘de cellist het ondanks alle virtuositeit luchtig moet weten te houden.’ Dat is interessant om te horen, want het werk maakt primair geen virtuoze indruk. Het is eerder lyrisch, dromerig en vooral vriendelijk van karakter. Natuurlijk ontbreken ook hier de zangerige melodieën niet, maar wat in dit werk ontbreekt is dramatiek. Enigszins oneerbiedig gezegd is het fraaie muziek die zorgeloos voortkabbelt. In andere kamermuziekwerken als het Strijkkwintet, het strijkkwartet ‘Der Tod und das Mädchen of het Tweede pianotriowisselde Schubert deze met momenten van dramatiek af. Zeer fraai was de gevoelige inzet van Bartlett en de cellist liet zijn instrument voluit zingen en dat deed hij ook in het korte Adagio, dat inderdaad aan een lied deed denken. Beiden zorgden voor een magisch moment in het Allegretto met pizzicati van de cello tegen omspelingen van de piano.

Na de pauze vertelde de cellist kort iets over het werk van Reza Vali, waarbij hij met gevoel voor ironie opmerkte: ‘I am glad you are still here’, alsof ook maar iemand op het idee gekomen zou zijn om tussentijds weg te gaan! De vier Persian Folk Songs uit 2017 waren het enige origineel voor cello geschreven werk van dit programma, die bovendien voor Soltani zelf gecomponeerd zijn. Vali is een vriend van zijn vader en hemzelf en vermengt in zijn werk traditionele Perzische muziek met moderne, Westerse technieken. Een invloed daarbij was de muziek van Bartok en dit was inderdaad te horen in nr. 2, In memory of a Lost Beloved. Ook hier was het spel hartstochtelijk, terwijl nr. 3, The Girl from Shiraz, fascinerend klonk door de klagende cello met de ijle pianoakkoorden. In nr. 7, Folk Song from Khorasan, stond de pianist op en legde zijn hand op de snaren. De rauwe dramatiek die voor de pauze ontbrak, was er nu wel degelijk. Opnieuw viel op hoe eensgezind deze twee musici speelden.

 

 

Franck

Ten slotte klonk de beroemde Sonate in A van Franck in de bewerking van Jules Delsart, de enige alternatieve versie die door de componist zelf goedgekeurd werd. Het is een versie die alom gespeeld wordt, mede doordat het repertoire voor cello kleiner dan dat voor viool is en dat daardoor een transcriptie van dit meesterwerk meer dan welkom is. Voor mijn gevoel blijft het toch primair een vioolsonate, die ik door het donkere register van de cello minder overtuigend op dat laatste instrument vind klinken. Maar zo er al twijfels zouden bestaan, dan wist Soltani deze bijna te laten verdwijnen door de verzengende intensiteit en muzikaliteit van zijn spel. Ook hier was de dramatiek er in optima forma, in perfecte samenwerking met de pianist. Beiden verplaatsten zich met huid en haar in de materie, waardoor het bijna een cellosonate werd. Het derde deel was het ontroerende middelpunt maar ook het afsluitende Allegretto poco mosso was indrukwekkend door de eensgezinde climaxen, waarbij de pianist krachtig zonder spierballenvertoon speelde en de cellist zijn instrument soms bijna liet ‘huilen’.

Met als toegift een bewerking van Schumanns lied ‘Du bist wie eine Blume’ (door Soltani grappig in het Nederlands aangekondigd!) was de cirkel rond, een klein juweeltje dat jammer genoeg te kort duurde. Dat gold voor het gehele recital: bij zulke musici zou je willen dat ze vooral doorspeelden: Beethoven, Brahms, Debussy, Rachmaninoff …

Willem Boone

Info:

www.muziekgebouw.nl

You May Also Like

Muze van Zuid doorbreekt verwachtingspatronen

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog