Sterke en excentrieke componistes

In 2011 verscheen van Paul Griffiths de derde editie van zijn boek Modern music and after, over muziek van na 1945. Later verklaarde Griffiths dat hij de kritiek deelde dat het boek voornamelijk handelt over blanke mannen waarop hij de opmerking maakte, waarschijnlijk niet vergoelijkend bedoeld, dat het nu onmogelijk is voor één persoon om een echte wereldgeschiedenis te schrijven. Waarom dat laatste juist is, demonstreert Mollesons nieuwe boek. De schrijfster, onder meer programmamaakster bij de BBC, wijdt tien hoofdstukken aan tien componisten uit alle continenten: Julian Carrillo (Mexico), Ruth Crawford (VS), Walter Smetak (Brazilië), José Maceda (Filipijnen), Galina Oestvolskaya (Rusland), Emahoy Tsegué-Mariam Guèbru (Ethopië), Else Marie Pade (Denemarken), Muhal Richard Abrams (VS), Eliane Radigue (Frankrijk) en Annea Lockwood (Nieuw-Zeeland).

Centraal in elk hoofdstuk over componistes staat de vraag: hoe het vak te verenigen met het opvoeden van kinderen? Molleson is geëmancipeerd, feministe en moeder, de componistes waren allen zeer geëmancipeerd, maar niet altijd feministe en moeder. Bij alle componisten (mannen en vrouwen) staan voor Molleson twee zaken voorop: waarom componeren? Hoe muziek maken in een cultuur die componisten niet altijd waardeert? Alle besproken figuren waren of zijn sterke en excentrieke karakters met een scherp observatievermogen en een grote liefde voor het muzikaal buitenissige. Molleson had contact met de nog levenden, houdt van haar karakters en besteedt de meeste aandacht aan de levensloop van haar onderwerpen: lieden die zoals te verwachten veel kritiek over zich heen kregen, maar niet bij de pakken gingen neer zitten. Over de muziek zegt ze helaas minder en dan alleen in grote lijnen (muziekvoorbeelden ontbreken), maar het boek noemt vele composities en opnamen. Voor de lezer is een vraag: in hoeverre zijn deze lieden representatief voor hun tijd, plaats en omgeving?

Die vraag is het beste te beantwoorden in de hoofdstukken over Oestvolskaja en Crawford, omdat we over de cultuur van hun landen veel meer weten, vooral omdat die landen sterke banden hadden en hebben met Europa. Nog steeds is denk ik in Europa de bekendste Braziliaanse componist Villa-Lobos, juist omdat hij zich liet inspireren door westerse muziek. Bovendien, niet alle componisten timmerden aan de weg of hadden een pleitbezorger. Radigue is een tijdgenote van Boulez, maar in boeken over Franse muziek ben ik haar niet tegengekomen. Mollesons boek had denk ik niet geschreven kunnen zijn voor de politieke dekolonisatie en culturele emancipatie van niet-westerse volken vanaf ca. 1960. In hoeverre er in de politiek zelfstandige staten inmiddels een eigen muzikale identiteit bestaat en hoe de niet-Europese componisten in dit boek zich daartoe verhouden, laat Molleson vrijwel onbesproken, ongetwijfeld omdat zij beseft dat een boek daarover geen boek wordt maar een plank. Wat we wel krijgen zijn intrigerende portretten, vol humor en empathie geschreven, van leuke fascinerende eenlingen die deden wat ze wilden op een hoogst muzikale wijze. Ook zonder antwoorden op verderstrekkende vragen is dit een zeer boeiend boek.

Emanuel Overbeeke

Boek:

Kate Molleson:

Sound within sound

Faber and Faber

ISBN 978-0-571-36322-2

354blz., € 26.95

You May Also Like

Mozarts ‘improvisaties’

Mozart was een revolutionair

Mozart was voor alles operacomponist

Muziek uit de doos van Pandorra