Strijkkwartet Biënnale Amsterdam trekt 13.600 bezoekers

Australian String Quartet met Lou Benett

Gehoord: 27/1-3/2, Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Renaissance

De Strijkkwartet Biënnale zit erop en oprichter en artistiek directeur Yasmin Hilberdink mag tevreden zijn. Maar liefst 13.600 bezoekers bezochten het strijkkwartetfestival, dat van 27/1 tot en met 3/2 het Muziekgebouw aan ’t IJ omtoverde in een kleurrijke schatkist vol bekende en onbekende strijkkwartetmuziek in alle genres en stijlen, gespeeld door 24 strijkkwartetten van over de hele wereld, waarbij ook de jongere generaties uitgebreid aan bod kwamen. Er klonken premières en wereldpremières en er werden verbanden gelegd met zang, dans en beeld. Hilberdink: ‘Deze vierde editie van de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam heeft al onze verwachtingen overtroffen en opnieuw laten zien dat het strijkkwartet springlevend is. De jonge generatie musici omarmt dit krachtige en geliefde genre en heeft dat tijdens deze Biënnale ruimschoots laten horen. Hun aanwezigheid op het podium heeft vele harten beroerd, waaronder die van veel jonge luisteraars. Daarnaast hebben we met trots de alom bekende ensembles als het Danish String Quartet, het Australian String Quartet, het Doric String Quartet en het Jerusalem Quartet mogen meemaken in het schitterendste repertoire, waaronder de zes meesterwerken van Bartók. Ook jonge topkwartetten als het Leonkoro Quartet en Simply Quartet hebben hun opwachting gemaakt, onder meer in strijkkwartetten van Haydn en Beethovens late strijkkwartetten. In onze beleving vindt er een renaissance plaats van het strijkkwartet. Dat hebben we tijdens deze editie bevestigd gezien.’

 

 

Het ideale strijkkwartet 

Wie zelf de Strijkkwartet Biënnale heeft bezocht en de boeken van Leo Samama (Het Strijkkwartet) en Wilhelm Korthals Altes (Strijkkwartetten in Nederland) heeft gelezen, kan niet anders dan het met Hilberdink eens zijn. Het strijkkwartet is hot, lijkt voor veel musici een ideale manier om te midden van alle drukte en chaos om ons heen een eigen wereld te creëren, is geliefd bij het publiek en prikkelt moderne componisten tot nieuwe werken. Het was ook Leo Samama die samen met cellist Stefan Metz, oprichter van het Orlando Festival, aan de wieg stond van de nu door violist Marc Danel geleide Nederlandse Strijkkwartet Academie, waar jonge strijkkwartetten deel- of fulltime opleidingen kunnen volgen. Zou de wereld zijn opgebouwd volgens de wetmatigheden van het strijkkwartet, dan zou er alleen nog maar eendrachtig gestreden worden voor het ‘goede, schone en ware.’ Geen enkele andere formatie in de muziek vergt zoveel van zijn musici als het strijkkwartet, waarin vier individuen met 8 handen 16 snaren bespelen alsof het één instrument zou zijn, waarmee je alle kleuren en menselijke emoties kunt uitdrukken om de luisteraars in het hart te raken. Dat veronderstelt instrumentale en muzikale gelijkwaardigheid van alle vier de strijkers, die het in een uiterst verfijnd en tijdrovend proces al repeterend proberen eens worden over de inhoud van een partituur.  Daarbij draait het om spelen en samenspelen, naar jezelf en naar elkaar luisteren, geven en nemen, het samen proberen te brengen tot een samenhangend en uitgebalanceerd geheel, in de hoop tot de best mogelijke uitvoering van een bepaald werk te komen. Maar elk concert is slechts een momentopname, de concentratie van het publiek en de akoestiek van de zaal hebben effect op de uitvoering en er gaat ook altijd wel iets mis. Dat betekent nóg meer studeren om nog verder omhoog te stijgen op de ladder naar de muzikale hemelpoort, die steeds langer wordt naarmate je als strijkkwartet beter in de gaten krijgt hoe genuanceerd, diepzinnig en verfijnd de taal is die je zo volmaakt mogelijk met zijn vieren wil ‘spreken’. Aan dat verlangen naar volmaaktheid komt nooit een eind, omdat strijkkwartet uiteindelijk mensenwerk is en mensen zijn nu eenmaal onvoorspelbaar en gelimiteerd. De musici spelen per definitie nooit perfect, alleen de partituur wijst de weg naar het Ideale.

 

Doric String Quartet

 

Vervoering

Onderweg draait alles om instrumentale beheersing, muzikale intelligentie, spitsvondigheid, wijsheid, inlevingsvermogen en openstaan voor alle emoties waartoe mensen in staat zijn. Want alleen wat je als kwartet zelf doorvoelt kun je overdragen op het publiek. Uiteindelijk draait de kunst van het strijkkwartet spelen om vervoering en bezieling, om het vermogen om samen zo helder en expressief mogelijk het verhaal van een bepaald stuk te ‘vertellen.’  Dat lukte op veel concerten van de Strijkkwartet Biënnale, waar ieder strijkkwartet zijn eigen karakter, klank en verteltrant liet horen. In de woorden van John Myerscough, de cellist van het Doric String Quartet, die namens alle aanwezige musici – All of us are for a lifetime obsessed with this thing that is called string quartet – Yasmin Hilberdink bedankte voor het grootste strijkkwartetfestival ter wereld: ‘Het strijkkwartet als genre heeft het omvangrijkste repertoire van alle genres. Het is de ultieme vorm van muziek, het beste dat er is. Het is de meest intense manier om door te dringen tot de ziel van de componist.’ En daarmee in potentie ook tot de ziel van ieder mens. Inhoud, diepgang en expressie zijn dan ook nóg belangrijker dan de technische perfectie van een kwartetuitvoering. Om met Beethoven te spreken, die vorm en inhoud van het strijkkwartet in zijn intrigerende late strijkkwartetten tot de hoogst denkbare kunst, zo niet klinkende filosofie heeft weten te verheffen: ‘Eine falsche Note zu spielen ist unwichtig, aber ohne Leidenschaft zu spielen, ist unverzeihlich.

 

 Tetzlaff Quartett

 

Gemaniëreerd spel op slotconcert 

Maar ook daar schuilt weer een gevaar in, zoals zaterdag bleek op de slotavond van de Strijkkwartet Biënnale, die wat mij betreft helaas een dieptepunt vormde van een week vol verrassingen en hoogtepunten. Daarvoor was één man verantwoordelijk, die passie niet ontzegd kan worden: Christian Tetzlaff. Deze violist is behept met een dermate groot ego, dat hij het nodig vindt alle muziek die hij speelt te ‘verfraaien’ met zijn eigen grillige, bizarre en niet zelden hysterische vondsten op het gebied van frasering, articulatie, dynamiek, rubato, tempo’s, timing, spanningsopbouw en ga zo maar door. En de vrouwen waarmee hij zich in zijn kwartet omringd, hebben hem daarbij maar te volgen, want van een eigen inbreng lijkt voor hen geen sprake. Tetzlaff laat zich, zo bleek tijdens de onsamenhangende en chaotische uitvoering van Mendelssohns briljant gecomponeerde Strijkkwartet nr. 2 (1827) door zijn Tetzlaff Quartett, niet leiden door wat er geschreven staat, maar door zijn ijdele behoefte om op te willen vallen met allerlei verrassingen op het gebied van de interpretatie. Ook dat zou nog niet eens zo erg zijn als de man een goede smaak, gevoel voor stijl en balans had, maar daar wordt deze Duitse violist helaas in het geheel niet door gehinderd. Van enig respect voor de componist en de compositie bleek geen sprake, want Tetzlaff volgt doorgaans niet wat er in de partituur staat. Hij ‘misbruikt’ de noten om aandacht te trekken, niet voor de muziek maar voor zichzelf. En zo kon het gebeuren dat Mendelssohns Tweede strijkkwartet uiteenviel in onsamenhangende brokjes chaos, waarbij de muziek door de manierismen en aanstellerigheden van Tetzlaff, die ook nog eens slecht intoneert, niet kon dóórstromen. Steeds weer ontaardden de jakkerende bewegingen in misplaatste rubato’s of overdreven pianissimo’s, waardoor Mendelssohns melodieën niet meer lieflijk maar ronduit kitscherig gingen klinken, harmonische verbanden uit elkaar vielen, misplaatste accenten en onzinnige non-vibrato passages het natuurlijke verloop van de muziek verstoorden, zodat er van deze prachtige, nobele, frisse en organische kwartetmuziek helaas nog maar weinig heel bleef.

 

Signum Quartett

 

Sibelius en Enescu

Dit patroon herhaalde zich bij de robuuste maar ongevoelige benadering van de ruige laatromantiek van Strijkkwartet op. 56 ‘Voces Intimae’ (1900-1909) van Sibelius en de verpletterende Slavische dynamiek van het Octet op. 7 (1900) van Enescu, onder leiding van Tetzlaff uitgevoerd door zijn eigen kwartet en het Signum Quartett, allebei stukken die zo weinig worden gespeeld dat het bijna niemand opviel dat ze zo ongeveer werden verkracht. Maar voor wie de stukken wel goed kent, moet duidelijk zijn geweest dat beide uitvoeringen totaal onrecht deden aan de verpletterende kracht, de ontroerende romantiek, de dynamiek en de onstuitbare vitaliteit van de onderliggende partituren. Sibelius klonk alsof de vaak depressieve Finse componist tijdens zijn eenzame wandelingen voortdurend struikelde over boomstronken en Enescu, die nog een beetje gered werd door de gezondere inbreng van het Signum Quartett, alsof een horde galopperende paarden in de vrije natuur om de haverklap pootje gehaakt werden om vervolgens bijna te verdrinken in het muzikale drijfzand waarvoor Tetzlaff als muzikale wegwijzer garant stond. Natuurlijk, er was kabaal en sensatie, maar de balans tussen vorm en inhoud, de architectuur en spanningsopbouw, het beoogde karakter, de weemoedige sfeer (Sibelius) en onstuimige stemming (Enescu), de kracht en schoonheid van beide werken werd vrijwel teniet gedaan en bijna niemand die dat leek op te merken.

 

Tabea Zimmermann

 

Powervrouw

Eerder die dag klonken er echter opnieuw een aantal hoogtepunten, waaronder het solo-optreden van de Duitse altvioliste Tabea Zimmermann, die tijdens de Matinee met het Doric String Quartet het Derde strijkkwartet van Schumann en Mendelssohns Eerste strijkkwartet uitvoerde. In Benjamins Viola Viola voor twee altviolen legde Zimmermann in spannende dialogen met altvioliste Hélène Clément van het Doric kwartet een muzikale hordeloop af om in eendracht de eindstreep te halen. Daarna schitterde Zimmermann als de ideale altvioliste in haar power-vertolking van Hindemtihs Sonate voor altviool solo, op. 25 nr. 1. Het geluid dat deze vrouw, die in haar hele wezen zo ongeveer een altviool is, uit haar instrument weet te halen is zo ijzersterk, kleurrijk en overtuigend, dat alle altviolisten over de hele wereld zich er een voorbeeld aan kunnen nemen. En daarbij is ze ook nog eens heel integer, spontaan en muzikaal in haar interpretaties. Voorafgaand aan de Matinee maakten drie winnaars van de strijkkwartetconcoursen in Banff, Trondheim en Osaka – Quatuor Confluence, Isidore String Quaret en Quartetto Indaco – in werken van Webern, Ravel, Haydn, Childs, Tailleferre en Beethoven elk met een unieke sound duidelijk dat ze al aan het begin van hun carrière een heel hoog niveau hadden bereikt.

 

 

Bashra El-Turk

 

En na afloop van de Matinee speelde het Dudok Quartet, na een sprankelende vertolking van Beethovens ingenieus geschreven Harpkwartet op. 74 nr. 10, de huiveringwekkende wereldpremière van het in opdracht van de Strijkkwartet Biënnale gecomponeerde Three Tributes van de Libanese componiste Bashra El-Turk, waarin opnames van vrouwen die tijdens de Arabische culturele renaissance van 1850 tot 1920 hun stem lieten horen worden vermengd met intrigerende, rauwe, weemoedige, lyrische en soms angstaanjagende klanken door het Dudok Quartet. Het klonk aangrijpend en mysterieus.

 

Dudok Quartet

 

De stem van God 

Op vrijdagavond presenteerde het Calder Quartet na een gestroomlijnde uitvoering van Schuberts ‘bibberkwartet’, het Strijkkwartet nr. 15, samen met de Amerikaanse bas-bariton Davóne Tines een indrukwekkende uitvoering van de door hemzelf gemaakte voorstelling MASS. Binnen het raamwerk van de katholieke mis, speelt de zanger in dit stuk met de conventies van de klassieke muziek en laat hij thema’s als ras en seksualiteit een rol spelen. Niet zozeer uit politieke overwegingen, maar meer als een persoonlijke zoektocht naar de zin van het bestaan. In zijn Mass combineert Tines muziek van Dieudonnéé, Händel, Sorey, Shaw, Bach, Hogan, Eastman en hemzelf binnen het raamwerk van de eredienst, waarbij op een scherm existentiële vragen worden geprojecteerd die kanttekeningen plaatsen bij de oorspronkelijke betekenis van de mis, zoals Kyrie – What are you worried about? en Agnus Dei – What would you give up to end that worry?’

 

 

Gezeten op een witte cirkelvormige bank op het half verduisterde podium speelde het Calder Quartet The Storm of Life van Igee Dieudonné, waarna Tines tijdens de inzet van Shaws Kryrie langzaam en fraai uitgelicht opkwam om met zijn ongeëvenaarde stemgeluid Leave Me Loathsome uit Händels Semele te zingen, waarbij hij de oecumenische cirkel die het bankje leek te symboliseren gebruikte om simpele maar doeltreffende theatrale handelingen te verrichten. Tines, die met zijn fraai bulderende stem ook heel subtiel de laagte of de hoogte in kan glijden en in Amerika met alle recht en reden doorgaat voor de meest bijzondere en krachtige stem van deze eeuw, zong in alle delen van zijn Mass alsof hij God zelve was, terwijl hij met soepele bewegingen het toneel bespeelde.

 

Davóne Tines

Zijn Mass, waarin West-Europese, Afro Amerikaanse en 21e eeuwse tradities samenkomen, klonk letterlijk ongehoord door de onwaarschijnlijk warme-diepe klank en geweldige expressie van zijn stemgeluid. Op 8 februari zingt Tines nogmaals zijn Mass met pianist John Bitoy in De Doelen in Rotterdam. De tekst van Vigil, het slot van zijn voorstelling, luidt Where there is darkness/ We’ll bring light/ Halleluja.’ Dat geldt ook voor de Strijkkwartet Biënnale, waarvan de vijfde editie zal plaatsvinden van 24 t/m 31 januari in het Muziekgebouw aan ’t IJ, en voor alle strijkkwartetten ter wereld, die bij uitstek excelleren in het in stand houden van hoge morele waarden en in het muzikaal vertegenwoordigen van menselijke waardigheid. De vierde editie van de Strijkkwartet Biënnale was een groot succes

Wenneke Savenije

 

Foto’s: Eduardus Lee, Yuri Andries e.a.

 

Info:

www.sqba.nl

Yasmin Hilberdink

 

 

Info & Tickets concert Davóne Tines in De Doelen op 8 februari:

https://www.dedoelen.nl/nl/agenda/20537/recital-1-mass-grensverleggend-recital-van-bas-bariton/davone-

 

You May Also Like

Katia en Marielle Labeque in magische en holle muziek

Napels – Elektra verzuipt in trage tempi

  Nikola Meeuwsen benadert Mendelssohn als fijnzinnige kamermuziek

Wereldpremière Techno IV – Concert voor Piano en Orkest van Karen Tanaka