The Kick-Off van de Cello Biënnale 2022 één groot feest!
Gehoord: 18 april, Muziekgebouw aan ’t IJ en Bimhuis, Amsterdam
Kaartverkoop 9e Cello Biënnale, van 20-29 oktober 2022, start vandaag!
Door Wenneke Savenije
Er is geen betere gastheer in het Nederlandse muziekleven dan cellist Maarten Mostert, de inventieve bedenker van de mega-succesvolle Cello Biënnale, het leukste en meest veelzijdig geprogrammeerde muziekfestival van Nederland en misschien wel van de hele wereld, dat op 20 oktober 2022 voor de negende keer van start gaat in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam. Twee jaar geleden gooide corona roet in het eten en ging slechts een deel van het festival online. Nu kan en mag het gelukkig allemaal weer en dat leidde ondanks het prachtige weer op Tweede Paasdag tot een overvol muziekgebouw vol concertgangers van alle leeftijden, zònder mondkapjes en bóórdevol enthousiasme.
Het feest begon anderhalf uur later dan ‘normaal’ met Bach & Breakfast. Maarten Mostert, die niet van Hollandse zuinigheid houdt, had gelijk groots uitgepakt. Niet alleen stond hijzelf als vanouds sinaasappels uit te persen en koffie en croissants uit te delen aan alle gasten, dit keer waren er ook schalen met hardgekookte eieren en paasbroden met roomboter en spijs. In de hal stonden weer kraampjes opgesteld met instrumentenbouwers, strijkstokken-makers, merchandising voor de Cello Biënnale (compleet met stickers, CB-T-shirts en zachte doekjes om je instrument mee schoon te poetsen) en overal lag het gratis programmaboek voor de komende Biënnale, hingen grote CB-affiches, dwarrelden CB-vriendenfolders rond en er waren zelfs speciale cellostickers op de vloeren geplakt om het publiek de weg naar de verschillende zalen te wijzen. Wat een organisatie in tijden waarin de meeste organisatoren juist extra zuinig zijn om de immense coronaschade weer te boven te komen, chapeau!
De Kick-Off was opgebouwd uit zes kleurrijk geprogrammeerde ‘cello-events’, waarvan alleen de masterclass door Matthias Bartolomey voor studenten, intimi en vroegboekers was gereserveerd. Maar bij de overige programmaonderdelen stond de deur voor iedereen wijd open. En als je er even genoeg van had, kon je lekker in de zon gaan zitten op het terras van het Muziekgebouw aan ’t IJ, dat er zonder wijlen Jan Wolff nimmer was gekomen. Dat is iets om even bij stil te staan, want in het Muziekgebouw aan ’t IJ gebeurt het de laatste jaren.
Om elf uur ’s ochtends ging de Franse topcellist Jean-Guihen Queyras, Artist in Residence van de negende Cello Biënnale, solo van start met een volstrekt eigen lezing van de Eerste Cellosuite van Bach, die ontroerde door zijn puurheid en elegante lijnenspel. De Bach van Queyras stroomde en vloeide als helder water, sprak zangerig en sensitief tot de verbeelding zonder overdreven tempi, ‘authentiek’ aangezette dansbewegingen of heftige articulaties, ontwapende door subtiele dynamische schakeringen en Queyras’ goudeerlijke, transparante en genuanceerde toonvorming. Hij lanceerde de Eerste cellosuite van Bach als een zwaluw het luchtruim in, sierlijk en lichtvoetig balancerend op zijn van binnenuit voortgestuwde vleugels, voorwaarts vliegend zonder gehinderd te worden door besef van tijd of ruimte. Het was magisch en in de ware zin des woords een nieuw begin ter ere van de wederopstanding van Jezus, het muziekleven én Bach. Als toegift speelde Queyras een broos en melancholiek volksliedje uit Oekraïne, dat naadloos overvloeide in de warme ‘moederschoot’ van de inventief gefraseerde Prelude van Bachs Tweede Cellosuite
Daarna werden opa’s en oma’s, ouders en kinderen door cellist en goochelaar Pepijn Meeuwes en cellist Emile Visser getrakteerd op de muzikale theatervoorstelling Cello! Cello! Ma Non Troppo, waarin de cello met veel fantasie van alle kanten werd belicht. Wat heeft zo’n oude cello wel niet allemaal meegemaakt, wat kun je er allemaal op spelen, hoe kun je samen muziek maken zonder ruzie te krijgen en hoe klinken een cello en een zingende zaag? Gelardeerd met de nodige goocheltrucs en andere wonderbaarlijke zaken, hingen zelfs de allerkleinste en alleroudste bezoekers aan de lippen van Meeuwes en Visser, die er een even grappige als educatieve voorstelling van hadden gemaakt.
Het middagprogramma stond in het teken van het thema van de negende Cello Biënnale: The Cello Moves, letterlijk en figuurlijk. Choreograaf Remi Wortmeyer, die al eerder een choreografie maakte op het melancholieke Andante uit de Cellosonate van Rachmaninoff, bedacht speciaal voor de Kick-Off een nieuwe choreografie op Janaceks Pohadka (sprookje) voor twee solisten van het Nationale ballet: Riho Sakamoto en Timothy van Poucke, die vanwege een blessure last minute vervangen werd door Remi Wortmeyer zelf. Celliste Ella van Poucke en pianist Caspar Vos speelden Janaceks ‘sprookje’ ingetogen en betoverend, terwijl beide dansers een gracieus ‘liefdesspel’ van aantrekken en afstoten bedreven op de muziek. Daarna excelleerde Ella van Poucke met haar bloedmuzikale ambachtelijkheid in de weerbarstige Sonate voor cello solo, op. 25 nr. 3 van Hindemith. Opnieuw met Caspar Vos aan de piano zong ze daarna op haar cello ingetogen maar juist daardoor ontroerend het Andante van Rachmaninoff, waarop de dansers Martin Kortenaar en Riho Sakamoto elkaar in universele danstaal innig omarmden en de eeuwig dóórstromende liefde verklaarden.Na de pauze gaf het Mantagni Quartet, aangevuld met cellist Benjamin Kruithof, een indringende en gestroomlijnde uitvoering van het schitterende Strijkkwintet in C van Schubert.
Eind van de middag stal het tien jaar geleden voor het eerst door de Cello Biennale gelanceerde en inmiddels beroemde jazz/rockduo BartolomeyBittman de show in het overvolle Bimhuis, waar ze met hun aanstekelijke composities een stevige jazz- en rockwind door de donkere zaal lieten waaien op hun cello’s en de mandola van Bittman. Af en toe werden er muzikale oerkreten uitgestoten en er klonk ook een steunbetuiging aan het Oekraïense volk. Zowel het oude als het jongere publiek deinden met hun hoofden mee op d opzwepende muziek van het avontuurlijke duo, dat geestige klankvondsten introduceerde als woest door de lucht slaan met een kostbare strijkstok: Zzzafff, Zzzzafff, Zzzafff….
Het slotconcert van de Kick-Off was geheel gewijd aan de Ultieme Romantiek. Al meteen was het muzikaal genieten geblazen bij het Cello Biënnale Kwintet, bestaande uit Kalle de Bie, Lidy Blijdorp, Anastasia Feruleva, Ella van Poucke en Alexander Warenberg, allemaal jonge Nederlandse cellisten die – mede dankzij het Nationaal Cello Concours, dat elke editie een vast onderdeel van de Cello Biënnale vormt – solistisch al hun sporen hebben verdiend. Elkaar muzikaal alle ruimte gunnend, speelde het kwintet eendrachtig en sfeervol een fascinerend werk over opgang en ondergang van de Oekraïens-Nederlandse componist Maxim Shalygin, gecomponeerd in opdracht van Festivals for Compassion, ter ondersteuning van de Oekraïense kunstenaars, het Oekraïense volk en iedereen die lijdt onder de gevolgen van een zinloze oorlog. Lekker zwelgend en warm sonoor klonk het kwintet daarna in Crisantemi van Puccini, gevolgd door de speelsere dialectiek van de instrumentale Suite uit La Bohème.
Daarna maakte de jonge Nederlandse mezzosopraan Maria Warenberg als een geboren diva met veel flair en een charismatisch stemgeluid haar ijzersterke opwachting in drie aria’s van Puccini (E l’uccelino, Terra e Mare en Sole e amore), na de pauze gevolgd door twee virtuoos gezongen Mozart-aria’s (Ah scostati!… Smanie Implacabili en Deh per questo istante solo) uit Cosi fan Tutte en La Clemenza di Tito.
Aan haar Mozart-aria’s vooraf gingen Waldesruhe, op. 68 voor cello en orkest op. 68 en het Rondo, op. 94 van Dvorak, bevlogen gespeeld door Benjamin Kruithof, de winnaar van het Nationaal Celloconcours 2020, die werd begeleid door het Symfonieorkest van het Conservatorium van Amsterdam o.l.v. Sander Teepen. De samenwerking verliep niet vlekkeloos en de getalenteerde Kruithof wilde muzikaal zóveel bijzondere dingen doen dat hij af en toe zijn beoogde doel voorbijschoot (bijvoorbeeld door melodieën zo fraai te willen modelleren, dat ze een beetje wegvielen bij te nadrukkelijke pianissimo’s), maar het enthousiasme van solist, orkest en dirigent maakte weer veel goed.
Tot besluit van de avond speelde Jean-Guihen Queyras met het conservatoriumorkest het ‘celloconcert der celloconcerten’, het altijd weer tot tranen toe ontroerende Celloconcert van Schumann, dat tijdens de lockdowns zo prachtig werd opgenomen door Ella van Poucke en het Phion Orkest. Maar helaas leek er sprake te zijn van een soort onverenigbaarheid van zielen tussen componist en solist, die elkaar maar niet ‘ten diepste’ leken te willen verstaan. Mogelijk was het een ongelukkige momentopname, want Queyras bewees met zijn Bach en zeker ook in zijn prachtige toegift, opnieuw het Oekraïense volksliedje dat overliep in het langzame middendeel uit Haydns Celloconcert, hoe hartverscheurend mooi en verfijnd hij op zijn instrument kan zingen. Maar tussen hem en Schumann boterde het niet helemaal, alsof iets in de intens romantische, overgevoelige en over-emotionele taal van Schumann de solist een beetje afschrikte, zodat hij deels en maar nauwelijks hoorbaar ‘blokkeerde’, wat zich vertaalde in een niet altijd zuivere intonatie (vaak aan de lage kant) en enigszins moeizame fraseringen. Het klonk niet slecht, maar ook niet werkelijk overtuigend en meeslepend. Dat Queyras veel beter kan en zich misschien wel het meest natuurlijk kan uiten in barokmuziek, vroeg-romantiek en moderne muziek, bleek niet alleen uit zijn toegift, maar zal ook te horen zijn tijdens zijn vier concerten en masterclass op de negende Cello Biënnale in oktober!
Info & tickets:
https://www.cellobiennale.nl/nl/
Steun De Nieuwe Muze! Lees ons, volg ons, like ons en neem een abonnement op www.denieuwemuze.nl