The King’s Singers ’tweeten’ er lustig op los
Gehoord: VriendenloterijZomerconcerten, Concertgebouw, Amsterdam
Door Suus Blanke
Het muziekinstrument dat het meest dicht bij de mens ligt is de stem. Dus wanneer er zes geschoolde heren uit Engeland in het Concertgebouw komen optreden, weet je bijna zeker dat het bijzonder wordt…
Wegens ziekte in de familie en van de recensent zelf, is het verslag van het concert, gegeven door The King’s Singers, blijven liggen. Maar omdat de serie Vriendenloterij Zomerconcerten nog in volle gang is, volgt hier de vertraagde recensie.
De geschiedenis van de King’s Singers
The King’s Singers zijn opgericht in 1968. De zes jonge leden die in juli 2023 het podium van de grote zaal betraden waren toen waarschijnlijk nog niet eens geboren. Het is bijzonder dat een succes-ensemble zo lang overleeft, ook al komen er steeds weer nieuwe leden. Misschien omdat het ensemble steunt op een eeuwen oude pilaar van de koor- en zangtraditie in Engeland.
The King’s Singers werd midden jaren ‘60 van de vorige eeuw opgericht door studenten van The King’s College Choir, een onderdeel van de Universiteit King’s College in Cambridge. Het koor zingt daar tot op heden dagelijks in de Kapel, nadat het werd opgericht door Henry de VI in 1441!
Waarschijnlijk was het een soort studentengrap om als groepje van alles te gaan zingen, buiten de King’s College Choir. Dat resulteerde in 1965 in een opname onder de naam; Schola Cantorum Pro Musica Profana in Cantabridgiense. Niet makkelijk te onthouden. Maar Sir Neville Marriner had hen wel opgemerkt en nodigde ze uit een concert te geven. Dat deden ze onder de naam Six Choral Scholars of King’s College Cambridge. Op 1 mei 1968 gaven ze officieel hun debuutconcert in Londen onder de naam die wij kennen: The King’s Singers.
In 1970 had het ensemble zich al gevestigd door samenwerking met de BBC en opname studio’s. Ze vroegen ook componisten muziek voor hen te bewerken of te componeren. Dat laatste is tot op de dag van vandaag een belangrijk fundament onder het ensemble. Vanaf 1972 begonnen de zes zangers te toeren over heel de wereld. Ze maakten meer dan 150 opnames en wonnen Grammy en Emmy Awards. Dus de jonge zangers in het Concertgebouw vertegenwoordigden een inmiddels rijke traditie van The King’s Singers.
Vogelgezang door de eeuwen heen
Voor de pauze stond muziek op het programma die (bijna) alleen vogels
vertegenwoordigde. De zes mannen (2 countertenoren, 1 tenor, 2 baritons en een bas) stonden in een halve maan op het grote podium, met leuke lampen rondom hen heen. Ze zongen van een IPad die keurig opgesteld stonden op een standaard. In de loop van het concert waren deze opeens verdwenen en zongen de zangers de rest uit hun hoofd.
Na een introductie lied, begon één van de leden van het ensemble ons in bijzonder goed Nederlands toe te spreken. Hij bedankte voor het applaus, zei heel dankbaar te zijn in het Concertgebouw te mogen optreden en excuseerde zich dat ze de rest van de avond Engels zouden spreken. Ze klusterde de te zingen werken in groepjes, waarover ze om de beurt iets uitlegden. Het kon desondanks niet voorkomen dat het publiek tussendoor alsnog ging applaudisseren.
De vogels vlogen door alle eeuwen heen. Van de Brits-Amerikaanse Rockband Fleetwood Mac (Songbird), The Beatles (Blackbird) naar de vorige eeuw met muziek van Ravel (Trois beaux oiseaux du paradis), en Poulenc (Pilons l’orge). De laatste was een humoristische tongenbreker. Er klonk één bewerkt lied van Schubert; Flucht, D825. The King’s Singers zongen dit nagenoeg unisono. Terwijl de eerdere liederen (soms afwisselend) één van hen de melodie zong en de rest een begeleiding. Zo nu en dan met één of twee zangers minder, die dan even aan de zijkant van het podium gingen zitten.
Een serieuze noot klonk bij The Phoenix and the Turtle van Huw Watkins (1976). De Fenix en de Schildpad worden verenigd in de dood. Er klonken dalende melodielijnen en glasscherpe dissonanten. Dezelfde muzikale uitdrukking van verdriet als ten tijde van de Renaissance werd gebruikt.
In de middeleeuwen en daarna werd veel muziek geschreven over vogels. Zo klonken o.a. werken van Jacques Arcadelt (Il bianco e dolce cigno), Edward Johson (Come, Blessed Bird) en de geweldige vogelzangimitaties van Clément Janequin (Le chant des oyseaux).
Uit de Nonsens Madrigals van (hedendaags componist) György Ligeti klonk The Cuckoo in the Pear-Tree.Deze Onzin Madrigalen zijn speciaal geschreven voor The King’s Singers en zijn heel erg humoristisch. Zo ook de ten gehore gebrachte koekoek.
Het laatste werk voor de pauze ging niet meer over vogels, maar over het verhaal van de Bremer Stadsmuzikanten. Wat zullen de zangers gelachen hebben bij het instuderen van dit werk van Malcolm Williamson (1931-2003). Want behalve dat ze de haan, kat, hond, en ezel moesten nabootsen, speelden de rovers ook een grote rol in deze muzikale vertelling. Niet alleen met hun zang, maar ook fysiek, verbeelden de leden van de King’s Singers hun personage.
Populair verrassingsprograma
Na de pauze volgde een verrassingsprogramma. Het podium was blauw verlicht en de zangers zeiden dat ze waren blij dat het publiek na de pauze was teruggekomen. Dit jaar eren The King’s Singers de 100ste geboorte dag van György Ligeti (1923-2006), de 400ste sterfdag van Byrd en Weelkes en de 100ste verjaardag van de Disney Studios. Voor Disney was de muziek bij zijn films een essentieel element. Het ensemble heeft onlangs een cd vol gezongen met muziek voor zijn films. Daarom klonk in het Concertgebouw een hit uit The Lion King.
Tijdens het tweede deel van het concert maakten de zangers sowieso reclame voor zichzelf. Ze vroegen geld te storten voor hun Foundation door te verklaren dat zingen ons samenbindt in de huidige tijd. Verder maakten ze bekend dat ze op alle Social Media te vinden zijn. Zelfs op TicToc. Muzikaal vond ik er niet zoveel aan, maar ik ben ook weinig bekend met muziek van Freddie Mercury, Billy Joel en Paul Simon. Op een gegeven moment siste iemand in het publiek: ‘Ze zingen veel te netjes.’ Dat was precies wat het was. The King’s Singers zingen prachtig, afgestudeerd verfijnd, goed verstaanbaar en waar nodig met humor. Maar deze muziek heeft juist meer rafels nodig van zangers die hun doorleefde leed in het leven laten horen. Zelfs het verdriet en de swing van Porgy en Bess op muziek van George Gershwin konden ze niet overtuigend brengen. Gelukkig kwam er een heel humoristische toegift. The King’s Singers zongen als irritant zoemende insekten, die ze om de beurt probeerden dood te trappen. Met dit werk waren ze toch weer op hun best.
Afterparty
Na het concert had het publiek het geluk dat ze hun helden (bijna) konden aanraken in de Spiegelzaal. Het publiek was er dan ook massaal naar toegestroomd. De leden vertelden dat zingen bij The King’s Singers niet voor iedereen is weggelegd. Je moet geen solocarrière ambiëren en bent heel veel samen op reis. Het ensemble is een soort huwelijk. Eén zanger heeft dit verbond 26 jaar vol gehouden. De kortste verbinding was 5 jaar.
Als eerbetoon aan ons Nederlanders en het Concertgebouw, bleek dat The King’s Singers deze avond, speciaal voor ons met oranje sokken op het podium hadden gestaan……….
Suus Blanke
Info:
The King’s Singers komen terug naar Nederland op 11 nov. 2023 in Den Haag (Amare) en op 12 nov. 2023 in Amsterdam (Het Muziekgebouw). Ze brengen daar samen met Fretwork muziek van Byrd, Weelkes, MacMillan en R. Williams.
Hieronder is een voorproefje te beluisteren.
https://www.youtube.com/watch?v=VDV_2QVh5hM&t=14s
The Musicians of Bremen van Malcolm Williamson (1931-2003)
gezongen door een voormalige samenstelling van The King’s Singers.
https://www.youtube.com/watch?v=C57Y7HtiUIE&t=63s
Can you feel the love tonight uit The Lion King,
gezongen door de huidige samenstelling van The King’s Singers.
https://www.youtube.com/watch?v=Gz_2zxo-2w4&t=4s
Voor meer informatie wil hebben: