Verrassende Haydn door Nicolas Altstaedt en het Orkest van de 18e Eeuw
Haydn: Concerto in C, Symphony No. 60, Symphony No. 97. Gehoord: 14/5 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam. Herhaling: 15/5 De Doelen Rotterdam, 16/5 TivoliVredenburg Utrecht,
17/5 Grote Kerk Den Bosch.
Door Wenneke Savenije
‘Haydn is zo’n grote componist omdat hij je elke dag verrast met ieder stuk dat hij geschreven heeft,’ zegt topcellist Nicolas Altstaedt, die ook dirigeert sinds hij in 2014 zijn vriend Adam Fischer opvolgde als artistiek directeur van de Österreichische-Ungarische Haydn Philharmonie: ‘Nadat je 35 symfonieën gedirigeerd hebt denk je dat je door hebt hoe Haydn werkt, zijn trucs, surprises en misleidingen…. Maar hij probeert elke keer weer iets nieuws. Er is nooit iets voorspelbaars in zijn muziek. Het klinkt nooit saai. En als het al saai geschreven lijkt, dan is er altijd veel humor. Ik zou Haydn graag hebben ontmoet. Door zijn muziek spreekt de mens, die bij al zijn talenten en vaardigheden altijd nederig is gebleven.’
Altstaedt, gekleed in een informele zwarte designblouse met wijde Turkse broek, kwam op kousenvoeten het podium op, klemde zijn met darmsnaren bespannen cello tussen zijn knieën en zette met zijn barokstok kordaat in met het openingsakkoord van Haydns Celloconcert in C, dat hij al vaak heeft gespeeld en met de Kammerakademie Potsdam o.l.v. Michael Sanderling heeft opgenomen voor de Movementos Edition van Genuin. Wat volgde was een enigszins extremistische ontdekkingstocht naar de diepste geheimen in de muziek van zijn geliefde Haydn. Dat leverde schitterende momenten op dankzij Altstaedts altijd tot de verbeelding sprekende fraseringen, prikkelende articulaties, contrastrijke dynamiek en verrassende tempi. Maar omdat de cellist neigt naar het extreme, klonken de pianissimo’s soms zo zacht dat het leek op fluisteren met een hand voor je mond, terwijl de fortes af en toe iets weg hadden van paukenslagen. Spannend was het zeker en zelden heb ik het laatste deel van Haydns Celloconcert in C zo extreem snel en toch gaaf en glashelder horen spelen. Bravo! Maar af en toe miste ik melodie en zangerigheid, dieptewerking in kleurnuances en klankschoonheid. Bij dit alles was de wisselwerking met het Orkest van de 18e Eeuw, dat duidelijk geënthousiasmeerd raakte door de solist, uiterst levendig en geanimeerd.
Na zijn solo-optreden dirigeerde Alstaedt de curieuze zesdelige Haydn-symfonie nr. 60 ‘Il distrattto’, waarbij hij zich op de bok bewoog zoals getrainde beoefenaars van Tai-Chi zich regelmatig in parken en op pleinen manifesteren. Gewoon de maat slaan is wel het laatste wat de cellist, die als kind al partituren zat uit te pluizen, interesseert. Altstaedt dirigeert niet de noten, maatstrepen en metronoom cijfers, maar de in de noten verborgen dynamiek en beweging van de muziek, die hij als het ware van binnenuit naar buiten projecteert. Daarbij schuwt hij extreme accenten, op scherp gestelde contrastwerkingen en soms bizar snelle, langzame of hoekige tempi niet, zodat ‘papa Haydn’ onder zijn leiding veranderde in een levenslustige en onstuimige jongeman. Het moment waarop het hele orkest op last van de partituur, die vol grappen en grollen zit, in de finale de weg kwijtraakt en eruit vliegt kwam zo onverwachts dat het effect optimaal was. Haydn zelf distantieerde zich later van zijn jeugdige grapjes en betitelde deze symfonie uit 1774 als ‘oubollige flauwekul’.
Daarna volgde een prikkelende vertolking van Haydns Symfonie nr. 97, die zeventien jaar later ontstond. Ook hierin weer bijzondere effecten, zoals het ‘sul ponticello’ van de strijkers in de derde variatie van het Andante, of de zachte solo van de concertmeester, waar Haydn bij schreef: ‘Je mag even opvallen, maar hou het wel bescheiden he.’ Altstaed en het orkest van de 18e Eeuw gingen er vol in en speelden het geanimeerde werk vol enthousiasme en schwung, totdat er iets ongelooflijks gebeurde wat niet in de partituur staat voorgeschreven: de met zijn hele lijf met de muziek meebewegende Altstaedt ging letterlijk een stap te ver en knalde tegen de lessenaar op de dirigentenbok aan, die met partituur en al in het orkest viel, maar gelukkig nog net niet de cello’s raakten die ervoor zaten. Haydn zou zich vermoedelijk rot gelachen hebben, want het was een heel komisch gezicht. Maar het orkest van de 18e Eeuw speelde door alsof er niets aan de hand was, Altstaedt herpakte zich razendsnel en begon weer op de muziek mee te dansen, zodat de symfonie zich levendig en charmant voortzette in de tijd, waarna Altstaedt bij wijze van toegift nog een keer zijn uitzonderlijke talent op de cello demonstreerde in het betoverende Adagio van Haydns Celloconcert in C.
Foro’s: Hans Hijmering
Info:
https://orchestra18c.com/tour-179-may-2022/
https://www.nicolas-altstaedt.com
Steun De Nieuwe Muze! Lees ons, volg ons, like ons en neem een abonnement op www.denieuwemuze.nl, waarop vele recensies en artikelen.