Vilde Frang indrukwekkend in Eerste Vioolconcert van Sjostakovitsj
Gehoord: 17/5 Concertgebouw Amsterdam
Door Wenneke Savenije
‘Muziek is een middel dat donkere dramatiek en pure verrukking, lijden en extase, vurige en koude razernij, melancholie en wilde vrolijkheid kan uitdrukken – en de subtielste nuances en wisselwerkingen van deze gevoelens die woorden niet kunnen uitdrukken en die onbereikbaar zijn in schilderkunst en beeldhouwkunst.’
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Hoe hou je als componist stand in een wereld waarin creativiteit als een misdaad worden beschouwd? Waarin elke spontane artistieke uiting kan worden opgevat als provocatie tegen de Grote Leider van een angstaanjagend schrikbewind, waarin arrestaties, deportaties, onteigening, verraad, verdachtmakingen, vernederingen, schijnprocessen, bedreigingen en sociaal isolement aan de orde van de dag zijn en belangrijke kunstenaars tot zwijgen worden gebracht, als ze al niet naar een strafkamp worden gestuurd?
Zjdanov
Kort na de Tweede Wereldoorlog liet Stalin de eerzuchtige partijbons Andrej Zjdanov huishouden tegen de ‘literaire kliek’ in Leningrad, wat uitdraaide op de verbanning van ‘reactionaire individualisten’ als dichteres Anna Achmatova en de schrijver Boris Pasternak. Daarna richtte Zjdanov zijn giftige pijlen op de filmindustrie en de muziek. Kunstenaars werden geacht de zegeningen van de ‘socialistische heilstaat’ uit te dragen en het Centraal Comité bepaalde of ze daarin geslaagd waren. Wie in de ogen van het Kremlin dwarslag of kritische geluiden uitte werd aangemerkt als ‘anti-Sovjet’ en verbannen. Dat de even getalenteerde als originele Dmitri Sjostakovitsj in deze duistere tijden voorzitter was van de Componistenbond van Leningrad, was een voor- en nadeel. De componist kon zich relatief veilig wanen, zolang hij zich muzikaal gezien maar gedeisd hield en geen al te opvallende controversiële keuzes maakte. Sjostakovitsj probeerde zich aan te passen zonder zijn ziel aan de duivel te verkopen.
Verscheurd
Innerlijk moet de componist, die buiten de Russische grenzen pas gerehabiliteerd werd nadat zijn door Solomon Volkov opgetekende Memoires in 1979 waren gepubliceerd, zich volledig verscheurd hebben gevoeld. Hij zocht (en vond) artistieke uitwegen in het universeel maken van het menselijke lijden in algemene zin, maar werd in 1948 op het Eerste Congres van de Russische Componistenbond evengoed slachtoffer van Zjdanov en zijn apparatsjiki. Hij werd van vage en ongrijpbare zaken als ‘formalisme’ en ‘antivolkskunst’ beschuldigd en verloor zijn baan als docent aan het conservatorium. Wat tot aan de dood van Stalin in 1953 overbleef was het componeren van filmmuziek en patriottistische werken.
Meesterwerk
Geen wonder dat Sjostakovitsj zijn heftige en beladen Eerste vioolconcert (1948), waaraan hij in 1947 begonnen was, wijselijk in een la liet liggen totdat zijn vriend David Oistrach, de violist voor wie hij het vioolconcert geschreven had, er in 1955 de première van gaf in Leningrad. De Russische pers zweeg de uitvoering dood, maar toen Oistrach nog datzelfde jaar de Amerikaansen première speelde o.l.v. dirigent Dmitri Mitropoulos in Carnegie Hall was het succes zó groot, dat het ‘bevrijde’ Eerste vioolconcertinternationaal furore maakte, nu ook in de Sovjet-Unie aan een zegentocht begon en officieel mocht worden gepubliceerd. ‘Het mooiste vioolconcert dat in New York is gehoord sinds de laatste oorlog’ schreef The Times Magazine; ‘Alle aspecten van een meesterwerk’ noteerde The American Record Guide; ‘Oistrachs meesterschap is volledig onthuld in dit werk’ schreef The Richmond Times-Dispatch… Zowel de componist als de violist kregen de erkenning die ze verdienden.
Vilde Frang
Bijna zeventig jaar later is het Eerste Vioolconcert van Sjostakovitsj nog niets van zijn huiveringwekkende zeggingskracht verloren, zeker niet als het beladen werk zo ijzersterk wordt uitgevoerd als door de Noorse topvioliste Vilde Frang en het Concertgebouworkest o.l.v. de ervaren allrounder Smyon Bychkov, die in de jaren zeventig werd opgeleid door de Russische pedagoog Ilya Musin in het toenmalige Leningrad. Nog altijd is de legendarische opname van Oistrach exemplarisch voor de manier waarop Sjostakovits’ concert gespeeld zou moeten worden. Zonder haar eigenheid te verliezen of een ‘copy cat’ te worden, kwam Vilde Frang daar inhoudelijk dichtbij in de buurt. Ook haar uitvoering werd gekenmerkt door een soms hartverscheurende intensiteit, een smetteloze techniek, zuiverheid van intonatie en een goudeerlijke muzikale intentie. Het was duidelijk dat ze zich volledig heeft ingeleefd in de verhulde dramatiek, de verfijnde lyriek, de ironie, het bijtende sarcasme en de menselijke tragiek van de vierdelige partituur, niet alleen mentaal maar juist ook emotioneel. Maar de heftige inhoud en de ogenschijnlijk evenwichtige vorm bleven steeds in evenwicht.
Humaan
In de sombere Nocturne waarmee het concert opent, had hier en daar een iets minder warm vibrerende toon wellicht nog meer expressie gegeven aan de duister golvende melodieën, die Frang prachtig uitspon. Op ijle momenten leek ze wel moederziel alleen te dwalen in een door de volle maan beschenen bos vol wilde dieren, in andere passages klonk haar klaagzang humaan, universeel en nobel, waarbij Bychkov en het Concertgebouworkest haar alle ruimte gaven. Maar in het jachtige Scherzo groeide het orkest uit tot een dynamische partner in crime, zodat de complexe dialogen tussen viool en orkest hardvochtig en met scherpe randjes de zaal in werden geslingerd. In de langzame Passacaglia speelden zowel de soliste als de verschillende instrumentengroepen uit het orkest hun indringende partijen met een prachtig coloriet, afwisselend uiting gevend aan eenzaamheid en melancholie, en dan weer aan sarcastische protesten tegen de onwrikbare werkelijkheid, uitlopend op een reusachtige solocadens, die door Frang werd gespeeld alsof het een compleet soloconcert binnen de kaders van het Eerste vioolconcert betrof. Het klonk aangrijpend en gepassioneerd, waarna de violiste en het gedreven opererende Concertgebouworkest in de quasi vrolijke Finale musiceerden alsof hun leven ervan afhing, wat prachtig weerspiegelde wat er in de Kafka-achtige wereld die Stalin had gecreëerd in de componist moet zijn omgegaan toen hij dit werk schreef. Strekking: in deze hel op aarde zal uiteindelijk toch het volk overwinnen.
Rachmaninoffs zwanenzang
Voorafgaand aan Sjostakovitsj profileerde Bychkov zich als ervaren gangmaker in de levenslustige Ouverture Carnaval van Dvorak, die door het Concertgebouworkest met smaakvolle muzikale uitbundigheid de zaal in werd geslingerd. Na de pauze volgde een meesterlijke, door Bychkov uit het hoofd gedirigeerde lezing van de verrassend energieke en flamboyante zwanenzang van Rachmaninoff, de Symfonische dansen op. 48 uit 1840, waarin de componist vol heimwee terugkeerde naar de muzikale Umwelt van zijn jeugd in Rusland. Zelf noemde Rachmaninoff, die drie jaar na de voltooiing ervan overleed, de Symfonische dansen zijn ‘beste werk’ en Bychkov en het Concertgebouworkest deden er alles aan om het ook zo te laten klinken.
Wenneke Savenije
Info: