Violiste Bomsori Kim maakt succesvol debuut in Nederland
Concert: Tsjaikovski & Prokofiev, Residentie Orkest o.l.v. Michal Nesterowicz m.m.v. Bomsori Kim, viool,
Gehoord: 10/11 Amare Den Haag, herhaling 11/10 Concertgebouw Amsterdam
Door Elger Niels
De Koreaanse violiste Bomsori Kim flonkert al enkele jaren als Venus tussen de rijzende sterren aan het strijkersfirmament. Dat ze gisteren pas haar Nederlands debuut maakte is mogelijk te wijten aan het ingevroren concertleven tijdens de pandemie. Wie haar inmiddels al via kanalen als Youtube, Medici TV en ook de BBC Proms kent zal hooggespannen verwachtingen hebben gekoesterd.
Hetzelfde gold in elk geval ook voor Sven Arne Tepl, artistiek directeur van het Residentie Orkest, die Kim en dirigent Michal Nesterowicz uitnodigde om Tsjaikovski’s Vioolconcert te vertolken. Ze mochten rekenen op een aanzienlijk onthaal want de concertzaal van het Haagse Amare was tot de nok toe gevuld.
Werden ook mijn verwachtingen ingelost? Merendeels wel. Tsjaikovski’s Vioolconcert is niettemin een lastig stuk om volledig recht te doen. Het ene moment herken je een glimp van Mozart, met een grijns van Rossini, het andere bevind je jezelf op het Russische boerenland of middenin één van Tsjaikovski’s meeslepend georkestreerde symfonische landschappen. Zowel van solist als orkest worden kameleontische vermogens verwacht. Bomsori Kim beschikt tenminste over de precisie en het raffinement om in dit concert de feilloze virtuoos op spitzen te spelen. Maar het decor dient wel te worden aangepast aan haar, in vergelijking met de Vengerovs, Repins en Znajders van de wereld, toch wat intiemere toon. De kaarten zouden allicht beter geschud zijn als het orkest kleiner bezet was geweest. Misschien iets om een volgende keer te realiseren. Daarvan zal het zeker komen, want er viel meer dan genoeg te beleven om het publiek in laaiend enthousiasme te doen ontsteken. Na het eerste deel barstte al applaus los, maar de meeste wonderen openbaarden zich in het tweede en derde deel.
Hier gaf het orkest dan ook een bewonderenswaardig staaltje dynamische evenwichtskunst ten beste. Maestro Michal Nesterowicz stuurde de balans tussen de instrumenten met inzicht en doelmatigheid. De rijzige Pool is misschien niet ’s werelds meest flamboyante podiumpersoonlijkheid, maar hij weet wel precies wat hij wil. Zoveel tekent zich ook af in een robuuste en toch gedetailleerde slagtechniek, waarbij hij de handen liever vrijhoudt dan een baton te gebruiken.
Het beloofde veel voor het programma na de pauze: Serge Prokofievs beladen Vijfde symfonie pendelt evenals Tsjaikovski’s Vioolconcert tussen symfonie en ballet, maar de neo-klassieke accenten en Frans getinte waterkleuren uit vroeger werk zijn hier niet langer terug te vinden. Wel aanwezig is meer dan een hint van Romeo & Julia – het scherzo Allegro marcato is zelfs deels weggelopen uit een vroege versie van dit ballet. Ook manifesteert zich de invloed van Rachmaninoffs Toteninsel in het Adagio. Nieuwe pasteltinten, die zich in Prokofievs latere werk zouden vestigen zijn vooral present in de opzet van de hoekdelen.
Met al die elementen is het polystilistische overgangswerk niet eenvoudig onder een boog te zetten. Nesterowicz slaagde erin door zijn betoog in de afzonderlijke delen groot op te zetten, maar de epische energie zorgvuldig te doseren tot de bulderende klankuitspattingen in de finale. Hij bracht Prokofievs karakteristieke ‘knip-en-plak’ meerstemmigheid vaak verrassend naar buiten, zodat er een sterke stuwing vanuit ging.
Een aanhoudende ovatie maakte duidelijk dat het publiek ook Nesterowicz graag zal zien terugkeren.
Elger Niels
Info: