Violiste Simone Lamsma en dirigent Elim Chan inspirerende combinatie

Antwerp Symphony Orchestra o.l.v. Elim Chan m.m.v. Simone Lamsma in werken van Ravel, Saint-Saëns, Borodin en Stravinsky. Gehoord: 16/8 Serie VriendenloterijZomerconcerten, Concertgebouw, Amsterdam

 

Door Wenneke Savenije

Op haar website verklaart de eigenzinnige topdirigente Elim Chan (1986): ‘Eigenlijk wilde ik bij de FBI werken.’ In een interview met Thea Derks uit 2020 maakte ze die boute uitspraak enigszins begrijpelijk: ‘In mijn hart wilde ik zeker een muzikale carrière, maar ik had niet genoeg vertrouwen in mezelf. Ik was er gewoon niet van overtuigd dat ik het zou redden. Bovendien was ik als jongere ook erg geïnteresseerd in psychologie en forensisch onderzoek, en was ik een grote fan van televisieprogramma’s als Crime Scene Investigation en detective- en misdaadverhalen zoals Sherlock Holmes. Bovendien wist mijn vader uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om als kunstenaar een goede boterham te verdienen. Voordat hij met pensioen ging, gaf hij les in kunst en design.’ Desondanks besloot Chan piano, cello en compositie te gaan studeren aan het Smith College in Massachusetts. Toen ze daar het Dies Irae uit Verdi’s Requiem moest dirigeren, was er geen weg meer terug: ‘De ervaring schokte me echt – toen ik midden in die enorme klanken stond, voelde ik voor het eerst hoe rauw en impactvol de kracht van muziek kon zijn. Ter plekke wist ik: dit moet ik echt doen, ik kan niet meer weglopen voor muziek. Dus stapte ik over – en de rest is geschiedenis.’

 

 

 

 

In 2014 won ze de Donatella Flick dirigentenwedstrijd en daarna nam haar carrière al gauw een hoge vlucht. Terecht. Want de felle, muzikale, bekwame en intelligente Elim Chan, die op dit moment de chef-dirigent van het Antwerp Symphony Orchestra is, blijkt ondanks haar nog jonge leeftijd en tengere Aziatische gestalte op haar enerverende concerten steeds weer een verpletterend dirigeertalent. Door niets of niemand zal ze zich laten begrenzen in haar onstuitbare opmars naar de top van de Olympus der Dirigenten, al is het haar daar helemaal niet om te doen. Ze wil ‘gewoon’ de muziek doorgronden, de kleuren, texturen en ritmes vinden om het drama en de spanning in de muziek naar voren te brengen. En dat niet alsof ze college geeft, maar spontaan doorvoeld en beleefd vanuit de energie die de muziek zélf genereert. Met haar tomeloze inzet dringt Chan fel gesticulerend, of soms juist met sierlijk golvende armbewegingen, door tot de ziel van een compositie. Ze gaat er zo in op dat haar flexibele lichaamstaal het verlengde van haar intense muzikale beleving wordt. Ze staat niet muzikaal correct met haar baton te zwaaien vóór het orkest, maar wordt één met de muziek en sleurt het orkest door de intrigerende overtuigingskracht van haar felle en heldere gestiek als vanzelf mee in haar fascinerende ontdekkingsreizen. De resultaten zijn exceptioneel.

Dat Chan veel van Debussy’s driedelige Daphnes & Chloe, suite nr. 1 uit 1913 houdt, was te horen aan de het fascinerende kleurenpalet waarmee ze als in één lange ademtocht dit sfeervolle en schilderachtige stuk neerzette. De zon ging op, de geliefden vonden elkaar en het verhaal liep uit op een dans die ontaarde in een bacchanaal. In de vertolking van Chan, die het orkest probleemloos meesleurde in haar sfeergevoelige beleving van de muziek, werd dit verhaal niet alleen herkenbaar maar ook emotioneel doorvoelbaar. Gracieus boetseerde ze de lijnen, in beweeglijke ritmes bouwde ze de spanning op en bijna klapwiekend met haar armen bedwelmde ze in lyrische passages met een tovervijver aan weelderige klankkleuren.

 

 

 

 

Topvioliste Simone Lamsma (1985) voegde zich bij Chan en haar orkest om fier, warmbloedig en superieur een lans te breken voor een van haar lievelingswerken: het aan Pablo de Sarasate opgedragen Derde Vioolconcert in b, op. 61 (1880) van Saint-Saëns. Lamsma opende hoog op de g-snaar en onttrok daarmee diepe en zinderde klanken aan haar viool, waarmee ze de openingsfrases en vol passie de zaal in slingerde. In het vervolg ontsponnen zich gloedvolle dialogen met het orkest, waarbij Chan de violiste dankzij haar wakkere inlevingsvermogen naadloos kon volgen en ondersteunen. Beide dames luisterden naar elkaar met een open mind en feilloze oren, zodat er een ware explosie van talent op gang kwam.

Door de verfijning van haar vrije en persoonlijke fraseringen, deed het spel van Lamsma denken aan de grote violisten van weleer, terwijl alles wat ze deed om Saint-Saëns tot leven te brengen tegelijkertijd ook heel eigen klonk. Lamsma vertaalde haar loepzuivere virtuositeit in een zangerig verhaal vol verrassingen en contrasten (accenten, rubati, dynamische schakeringen enz.). In het dansante tweede deel leek ze bijna schuchter te zoeken naar een overtuigende intieme lyriek om haar emoties te uiten. Maar na afloop van het concert vertelde Lamsma op de Meet & Greet dat ze pas sinds vier weken een nieuwe viool bespeelt, een Guarnerius del Gesu waarop ze deels haar weg nog moet vinden om optimaal expressief te kunnen spelen. Haar klank was van een zilverachtige kwaliteit, die nu al zo mooi klonk dat de chemie tussen Lamsma en haar nieuwe instrument garant staat voor schitterend vioolspel in de nabije toekomst. Na de vrije intro van het derde deel leefde Lamsma zich uit in woeste dialogen, waarbij ze samen met Chan en het Antwerp Sympohony Orchestra nooit de balans en de cadans uit het oog verloor. Zo verdedigde Lamsma met haar sublieme vioolspel het vaak wat meesmuilend ondergewaardeerde meesterwerk van Saint-Saëns te vuur en te zwaard, waarmee duidelijk werd dat in de muziek alles staat of valt met ‘The ear of the beholder.’ Als toegift speelde Lamsma subtiel en ingetogen de Sicilienne van Von Paradis.

 

 

 

 

Na de pauze liet Chan haar orkest uitbundig feestvieren in de onstuimige Polovetzer-dansen (1869-79) van Borodin, die doordrenkt zijn van een melancholieke ondertoon. Sluitstuk van het bijzondere programma was de fantasierijke vertolking van Stravinsky’s muzieksprookje De vuurvogel (1919), waarvan de even efficiënt als expressief dirigerende Chan geen detail of nuance ontging, zodat ze met haar orkest door de partituur reisde als een handelsreiziger in verrassende, betoverende en bedwelmende ‘verhalen in klank’.

Wenneke Savenije

 

 

 

Info volgende concerten in de serie:

www.concertgebouw.nl

https://www.elimchan.nl

https://simonelamsma.com

You May Also Like

Pianiste Fedorova spetterend in Ravel en Brussels Phiharmonic o.l.v. Volkov dansant in Tsjaikovski

Torre del Lago Puccini: Turandot met prachtig verstild einde

Carmen in Verona: een lust voor het oog

Twee versterkte concerten tartten het sensitieve gehoor