Vrolijke semiscenische operaparade met het Orkest van de 18e Eeuw en Mozart
Gehoord: 12/10, Concertgebouw Amsterdam
Eigenlijk had het Orkest van de Achttiende Eeuw, in 1981 opgericht door Frans Brüggen en barokvioliste Lucy van Dael, haar veertigjarige bestaan willen vieren door op tournee te gaan met Mozarts Die Zauberflöte, maar de pandemie gooide roet in het eten. Zo’n complete opera van drie uur lang met een volledige bezetting naar de concertzalen brengen vergt veel voorbereiding en kost veel geld, wat in deze onzekere tijden financieel en organisatorisch te riskant bleek. Reden voor de immer inventieve orkestdirecteur Sieuwert Verster om het over een andere boeg te gooien: hij benaderde regisseur Alexander Oliver en tekstschrijver Don Duyns om een luchtige semiscenische operavoorstelling in elkaar te zetten, gebaseerd op de mooiste aria’s uit Die Zauberflöte en Der Schauspieldirector. Dat leidde tot een komische raamvertelling, waarvan het vederlichte plot niet zou misstaan op een bonte schoolavond.
In de eerste helft van de voorstelling komen een indrukwekkende reeks voortreffelijke zangers auditie doen voor een rol in Die Zauberflöte. Sopraan Roberta Alexander speelt met flair de rol van een pittige producente, die eerst ‘iets van Mozart’ en dan ‘iets Italiaans’ wil horen en er niet voor terugschrikt de nerveuze kandidaten vinnig op hun nummer te zetten. Jammer alleen dat er iets niet helemaal in orde leek te zijn met de geluidsversterking, want zowel de producente als de zangers waren niet altijd even goed te verstaan. Maar met een geïrriteerde uithaal, wegwuivende hand of gefronste wenkbrauwen wist Alexander haar rol ook fysiek te verduidelijken. Dat gold ook voor de auditerende zangers, waarvan er enkele kinderlijke dansjes uitvoerden om indruk op de producente te maken. Als ook op het podium het virus toeslaat, wordt besloten de complete opera in te ruilen voor een eenakter, waarin twee zangeressen elkaar vocaal te lijf gaan omdat ze allebei de allerbeste willen zijn…
Dankzij de indrukwekkende zangprestaties van sopraan Katherine Dain – Madame Herz, die te laat voor de auditie in een regenjas en met haar partituur in een AH-tas komt aanzetten en dan maar helemaal alleen een schitterende Mozartaria zingt- en de brutale stemcapriolen van sopraan Anne Sophie Petit – die voor de pauze als Koningin van de Nacht al een bijna ‘instrumentaal’- virtuoze uitvoering van ‘Der Hölle Rache’ heeft gezongen en schittert als Madame Silberklang – vormde dit tweede gedeelte van het ‘gelegenheidsstuk in tijden van corona’ wat mij betreft het hoogtepunt van de kleurrijke operaparade. Maar ook wat de andere zangprestaties betreft is de voorstelling van het begin tot het eind een succes, omdat er louter uitstekende zangers komen opdraven om bij de lastige producente in het gevlij te komen. Sopraan Ilse Eerens ontroert met haar nerveuze auditie, maar zingt als ze tenslotte gekalmeerd is toch de sterren uit de hemel. Bariton Henk Neven charmeert en imponeert in aria’s van Papageno, tenor Jeroen de Vaal zet een innemende Tamino neer, bas Berend Eijkhout (‘Te jong!’, volgens de kattige producente) imponeert als Sarastro. Wanneer de zelf gekleurde producente niets moet hebben van zijn aria ‘Weil ein Schwarzer hässlich ist’, reageert Eijkhout laconiek: ‘Dan zing ik het toch in het Nederlands!’ Met weglating van die nare zin natuurlijk, waarop de producente hem tevreden in haar armen sluit. Tenor Jan Willem Schaafsma – in de rol van Monostatos en Herr Vogelensang – bemiddelt met vocale verve tussen de rivaliserende zangeressen in ‘Jeder Künstler strebt nach Ehre’ uit Der Schauspieldirektor in de bruisende finale, waarin de sopranen hun ijverzucht inruilen voor de vreugde van het samen zingen.
Beide delen van de voorstelling worden ingeleid door enerverende Mozart-ouvertures o.l.v. de op hoge leeftijd nog altijd uitstekend dirigerende Kenneth Montgomery, die het orkest van de Achttiende Eeuw weet op te zwepen tot vrijmoedig en blijmoedig Mozart-spel, zowel in de aria-begeleidingen als in de orkestsolo’s. Er bestaan diepzinnigere libretto’s en een complete opera graaft doorgaans dieper dan deze enthousiaste Mozart-potpourri, maar de uitstekende kwaliteit van de zangcast en ook het geanimeerde samenspel met het orkest en Montgomery maken alles goed. Opera in tijden van corona is een sprankelend muziekfeest.
Wenneke Savenije
Komende voorstellingen: 16/10 Zwolle, 17/10 Utrecht, 19/10 Eindhoven, 20/10 Den Haag
Voor info & tickets zie: https://orchestra18c.com/tour-174-october-2021/
Steun De Nieuwe Muze! Volg ons, like ons, lees ons en neem een abonnement!