Winteravonden aan de Amstel bracht muzikale warmte in sombere tijden
Gehoord: 11 & 12 december, Kerkzaal Hermitage, Amsterda
Afgelopen zondag sloot Anna Azernikova haar sfeervolle festival Winteravonden aan de Amstel af met een feestelijk verrassingsconcert, waarvan het programma van tevoren niet bekend was gemaakt. Met de bonte avonden op school nog in het geheugen, bereid je je dan voor op een aaneenschakeling van melige stukjes waarin het festivalthema Moskou-Parijs! – met als centrale figuur de Russische impresario Sergej Diaghilev, beroemd geworden door zijn Ballets Russes in Parijs – nog één keer de revue passeert. Maar dat bleek onterecht: Azernikova had artistiek gezien alles uit de kast getrokken om er echt een bijzondere middag van te maken.
Slava Poprugin, een inspirerende en veelzijdige Russische pianist die al een aantal jaren in Nederland woont, opende de middag met de swingende Ragtime van Stravinsky waarin hij op aanstekelijke wijze uit zijn dak ging. Daarna kwam de schrijver Arthur Japin voorlezen uit zijn roman Vaslav, waarin hij beschrijft hoe de beroemde Russische danser Vaslav Niinski op het hoogtepunt van zijn roem zijn optreden staakt en tegen zijn publiek zegt: `Nu is het kleine paardje moe’. De rest van zijn leven brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken. De danser wordt in de roman beschreven vanuit zijn vrouw Ramola, de stoker Peter en zijn vroegere geliefde Sergej Diaghilev. ‘Wanneer gaan dromen over in wanen en zelfbedrog’, verzuchtte de danser bij monde van Japin. Maar Anna Azernikova liet zich door Niinski’s sombere gedachten al evenmin uit het veld slaan als door de coronamaatregelen en zong begeleid door Poprugin blijmoedig en met humor drie Russische liederen: de Leeuwerik van Glinka, Tsjaikovski’s ‘Mijn licht, mijn engel’ en een komisch lied over de Koekoek.
Daarna deed de hoge kunst van het altvioolspel zijn intrede op Winteravonden aan de Amstel. Ingeleid door interviewtjes met spreekstalmeester Anne-Marie Jansen speelden de altviolisten Dana en Mikhail Zemtsov niet alleen bloedmuzikaal maar ook virtuoos en sonoor op hun maar al te vaak een beetje belachelijk gemaakte instrument, dat echter indien goed bespeeld absoluut niet onderdoet voor de viool en de cello.
Dochter Dana liet haar fraaie instrument expressief zingen en huilen in de Capriccio in c op. 55 ‘Hommage a Paganini’ voor altviool solo van Vieuxtemps, waarna ze samen met haar minstens zo begaafde vader Mikhail een veeleisend duo van hun beider leraar Michael Kugel speelde, gevolgd door een door haarzelf gemaakte bewerking van een Mexicaans liefdesliedje voor twee altviolen.
Opnieuw trad Arthur Japin naar voren om passages voor te lezen uit zijn roman Kolja waarin een doofstomme jongen de hoofdrol speelt, die door Tjsaikofski liefdevol onder zijn hoede wordt genomen. In het boek speelt ook Diaghilev weer een rol. Mooiste uitspraak: ‘Angst is een gebrek aan voorstellingsvermogen.’
Weinig musici die een bijdrage leverden aan het festival bleken daar last van te hebben, voor zover ik ze tenminste heb gehoord. Zo vertolkte de getalenteerde Russische celliste Anastasia Feruleva met oermuzikale verbeeldingskracht stukken van Borodin, Prokofiev, Rimsky-Korsakoff en Stravinsky, waarbij pianist Frank van der Laar uitstekend gedoseerde pianistische munitie leverde.
Severin von Eckardstein, een geboren poëet aan de piano, diepte betoverende klankwerelden op uit de oude Bechstein vleugel uit 1898 tijdens zijn al eerder gerecenseerde solorecital, zonder twijfel een van de muzikale hoogtepunten van het festival. En nadat violiste Anastasia Kozlova en celliste Maya Fridman met pianist Poprugin op het verrassinsgconcert totaal onbekende maar waanzinnig goed gecomponeerde stukken van Krein, Roslavets, Skrjabin en Sviridov, die tijdens het Stalinistische regime de hoek in werden gedreven, tot de verbeelding hadden laten spreken, dook Serverin von Eckardstein nog een keer op om met celliste Lidy Blijdorp en violiste Nadia Wijzenbeek het altijd weer schitterende Pianotrio van Ravel in fascinerende kleurschakeringen te vertolken. Direct daaraan voorafgaand speelde Blijdorp een van haar successtukken voor cello solo: de opzwepende Tarantella van de Australische componiste Kate Moore, waarbij ze omringd werd door twee elegant bewegende ballerina’s in geometrisch bedrukte kostuums die zo weggelopen leken te zijn uit de Comedia dell’Arte.
Azernikova mag in volle tevredenheid terugkijken op de noodzakelijkerwijze drastisch afgeslankte maar toch bijzonder geslaagde 9e editie van Winteravonden aan de Amstel.
Wenneke Savenije
Tot besluit van Winteravonden aan de Amstel 2021 volgen er op 27-28 december nog twee familieconcerten met de muzikale kerstvoorstelling Schilderijen van een tentoonstelling (Moessorgski?) door Frank Groothof in de OBA.
Info: