Wilmar de Visser & Friends vieren 200e verjaardag van een contrabas

Wilmar de Visser & Friends. Gehoord: 29 mei 2025, Sint Aegtenkapel, Amersfoort
Door Peter Schlamilch
Een verjaardag van een 200-jarige maak je niet vaak mee, maar Wilmar de Visser, solo-contrabassist van het Radio Filharmonisch Orkest, maakte er met zijn ‘friends’ toch een mooi feestje van: zijn contrabas is dit jaar namelijk precies twee eeuwen oud geworden, en dat werd gevierd met een hommage aan zijn bijzondere instrument, in 1825 gebouwd door de Engelse vioolbouwer Bernard Simon Fendt. Zes bekende bassisten bespeelden om beurten deze eerbiedwaardige dame – in het Nederlands in het woord ‘contrabas’, vreemd genoeg, vrouwelijk, in tegenstelling tot de mannelijke cello, maar dit terzijde.
Natuurlijk was het voor de gastbassisten een enorme opgave om niet op hun ‘eigen’ bas te spelen, en dat was soms hoorbaar in de intonatie, die op elke bas weer net iets anders werkt, zeker in de gaandeweg steeds warmer wordende Aegtenkapel. Maar kwaliteit, muzikaliteit, speelplezier en inzet waren er niet minder om.

Flitsende pizzicati
Het instrument klinkt nog altijd als een klok, heeft een heldere, maar lekker ronkende klank en is opvallend wendbaar en flexibel, zeker in de handen van De Visser, die het instrument natuurlijk door en door kent. Wilmar de Visser zegt over zijn contrabas dat het ‘ongelooflijk bijzonder is dat deze contrabas na 200 jaar nog steeds bestaat. In die tijd heeft zij zoveel meegemaakt, en talloze bassisten hebben op deze bas de meest beroemde muziekstukken gespeeld. Dit is een uniek moment om deze contrabas in al zijn facetten te ervaren! Qua klank lijkt ze op de Kennedy die ik in het orkest bespeel, want die heeft een C-extensie, omdat de lage C en D in het Radio Filharmonisch regelmatig nodig zijn. en die zitten niet op klassieke contrabassen. De Fendt is een zeer luxe ‘studeerinstrument’ dat ik thuis gebruik, en voor bijna alle concerten die ik los van het orkest speel. Het geluid is transparant, prettig om naar te luisteren, en zeer gelijkmatig over de verschillende registers verdeeld. Geen zwakke plekken. Dat prettige spreekt mij aan, het is een soort lyrisch geluid dat uitnodigt tot ‘mooi spelen’. Daar houd ik van.’
Het stuk van Maarten Ornstein waarmee De Visser het concert opende, afgelopen Hemelvaartsavond in de schitterende Aegtenkapel in Amersfoort, bevatte direct al een staalkaart van het kunnen van contrabas en bespeler. Mooi gezongen lange, sonore lijnen werden afgewisseld met trefzeker, loepzuivere, zeer snelle pizzicati, alles op een pasacaglia-achtige begeleiding in de piano, uitstekend gespeeld door Henry Kelder. Een mooi, welluidend stuk van een componist die, zelf onder meer basklarinettist zijnde, duidelijk begreep hoe hij het lage register van het instrument ten volle moest benutten.

Ravi Shankar
Daarna was het de beurt aan bassist-componist Claus Freudenstein, die, ook begeleid door pianist Kelder, een eigen bewerking van Eye of the Tiger speelde, het nummer van de band Survivor voor de film Rocky III, over veerkracht, vastberadenheid en het overwinnen van uitdagingen. Popmuziek was Freudensteins eerste grote liefde, zo legde hij uit, en met zijn ruige, Duits-onderhandse stokvoering streek hij er stevig op los.
De in Nederland woonachtige Zuid-Afrikaanse bassist James Oesi vervolgde het programma met een mooi verhaal over de nu 94-jarige pionier van de contrabas, François Rabbath, die als jongeling vanuit Aleppo naar Parijs reisde ‘om contrabassist te worden’, verliefd op het instrument maar met alleen de kennis uit een tweedehands leerboek op zak – al binnen twee maanden overtrof hij zijn leraren op het conservatorium en werd een ware contrabaslegende. Oesi speelde Rabbaths Poucha Dass, een solostuk geïnspireerd door de Indiase raga, waarbij de contrabas de klanken van zowel de sitar (melodie) als de tanpura (bourdon-bas) nabootst. Oesi creëerde met weinig boogdruk en snelle streken sul ponticello (aan de kam) het unieke, flageolet-achtige, exotische klankkarakter van Ravi Shankar, aan wie het stuk is opgedragen.

Intuïtief en spontaan
Jazz-bassist, componist en Boy Edgar-Prijswinnaar Tony Overwater speelde daarna een solo-medley van Pippi Langkous tot George Gershwin, waarna Wilmar de Visser Reza Namavars De Volkoren Trol ten gehore bracht, oorspronkelijk een strijkkwartet over een zich nogal gemankeerd voortbewegende gnoom, waarin De Visser zijn machtige vertelkracht exposeerde: uiteindelijk toch de belangrijkste kwaliteit van elke goede musicus. De Visser speelt beeldend, en je hoorde het afzichtelijke wezen waggelen en tenslotte instorten – De Visser heeft het talent om uitgeschreven muziek toch intuïtief en spontaan te vertolken, alsof ze het moment zelf ontstaat: iets wat niet iedere musicus gegeven is.

Geklop en gebonk
Het eerbetoon werd afgesloten met de Psaume en Pavane uit Ernst Glerums Détaché Music Book, een verzameling van langzame, droevige composities in klassieke stijl voor contrabas en piano (‘de kunst van het loslaten’), gespeeld door de componist zelf, die ook een bekende jazz-bassist is. Helemaal tot slot trad de Fransman Théotime Voisin op (plaatsvervangend solobassist van het Koninklijk Concertgebouworkest), die samen met pianist Henry Kelder de prachtige Aria et Rondo van de Franse neoromanticus Alfred Desenclos met veel passie en inzet vertolkte: een genot voor de bezoekers met wat meer traditionele oren. De toegift bestond uit een komische improvisatie voor zes stevige heren en één contrabas, die ontaardde in een kluwen topmusici die allen tegelijk de oude dame, liefdevol maar gepassioneerd, omarmden met gestrijk, gepluk, geklop en gebonk: het einde van een inspirerende avond, georganiseerd in het kader van ESTA, de internationale organisatie die zich inzet voor de promotie en ontwikkeling van strijkmuziekonderwijs (viool, altviool, cello, contrabas) en die momenteel een conferentie houdt in Amersfoort. Ze ondersteunt docenten, musici en studenten door middel van workshops, masterclasses, conferenties en publicaties.

ESTA
Wilmar de Visser over ESTA: ‘De vibe van de hele conferentie is ook echt geweldig: meer dan 300 professionals die hier rondlopen om te verdiepen, te ontmoeten en uit te wisselen. Het is echt iets heel bijzonders. Ik roep iedere muziekliefhebber dan ook op ESTA op welke manier dan ook te ondersteunen waar mogelijk. Zo belangrijk, meer dan ooit. Een platform voor uitwisseling van kennis en kunde over deze sector!’
Peter Schlamilch
Info: