Anna Fedorova speelt Rachmaninoff zoals je hem graag wilt horen

Greek Youth Symphony Orchestra o.l.v. Dionysis Grammenos, m.m.v Anna Fedorova, piano. Werken van: McMillan, Rachmaninoff en Brahms. Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, 6 augustus 2025
Door Willem Boone
On-modern
De orkestrale Vriendenloterij Zomerconcerten lijken een beetje volgens een vast format te verlopen: een vleugje moderne muziek – soloconcert – symfonie. En waarom ook niet zou je denken, zeker als de Grote Zaal van het Concertgebouw er vol door zit? Zo ook het concert van gisteravond door het uitstekende Greek Youth Symphony Orchestra (waarvan de meeste leden wel ‘jong’, maar niet ‘piepjong’ zijn!). Het opende met Larghetto for Orchestra uit 2017 van de in 1959 geboren James MacMillan. Bij het ontstaansjaar verwacht je al snel ‘moderne’ muziek, maar eigenlijk was dit circa vijftien minuten durende werk verrassend on-modern. Het was geschreven in een behoudend idioom en het begon met een sonore inzet van de strijkers die even herinneringen aan het bekende Adagio for stringsvan Barber opriep. De blazers van dit orkest klonken al even fraai en behoudens een enkele fortissimo-uithaal was het algehele karakter van deze compositie vooral ingehouden. Het had als geheel, vooral door het aandeel van de koperblazers, iets plechtigs, maar tegelijk ook iets dreigends. Dat laatste werd veroorzaakt door de wiegende strijkers die ‘onder’ de blazers klonken. Het vormde een interessant begin van dit concert en dirigent Grammenos had met zijn elegante slag zeker een aandeel in deze uitvoering.

Rachmaninoff in donkere kleurschakeringen
Daarna volgde een van de minst bekende concerten van Rachmaninoff, het Eerste pianoconcert in fis opus 1, een jeugdwerk uit zijn conservatoriumtijd dat niettemin weinig twijfel liet bestaan over zijn talent als componist. Later, in 1917 herzag hij dit stuk grondig en kortte hij het net als zijn Vierde pianoconcert grondig in. Doordat hij zelf een groot virtuoos was, wist hij als geen ander hoe je voor piano moest schrijven. Direct het begin getuigt de inzet van de piano daarvan met een cascade aan octaven. Soliste Anna Fedorova zorgde ervoor dat deze bij haar stond als een huis. Zij speelde haar veeleisende partij met flair en haar toon had in alle gradaties présence. Met de muziek van deze componist is zij inmiddels zeer vertrouwd: van hem voerde zij zowel in het Concertgebouw als op CD zijn vier pianoconcerten en de Rapsodie over een thema van Paganini uit. De uitvoering van het Tweede pianoconcert op YouTube kreeg inmiddels miljoenen views en bereikte bijna legendarische status. Zij speelt Rachmaninoff zoals je hem graag wilt horen: met gevoel, maar onsentimenteel, met oor voor de charme die er zeker ook in besloten ligt en niet alleen maar virtuoos of hemelbestormend. In de cadens was haar spel zeker stormachtig met een diepe klank, maar het werd nergens pompeus. Orkest en dirigent vormden bijna ‘potige’ partners. Fraai was de donkere inzet van het orkest in het Andante. Fedorova speelde haar partij alsof ze deze improviseerde en het eind was dromerig. Ook in het afsluitende Allegro vivace liet de soliste horen dat ze goed thuis is in de donkere kleuren van Rachmaninoff en samen met dirigent en orkest klonk het slot uitermate vurig. Daarna speelde zij een toegift die, hoewel stilistisch anders, hier goed bij aansloot: de Danza ritual del fuego uit El Amor Brujo van de Falla. Een stuk waar ‘vuur’ centraal in staat en de rode jurk van de pianiste leek er eveneens goed bij te passen. Met haar opwindende spel wist ze in elk geval in de zaal voor een hoge temperatuur te zorgen!

Lichtvoetige, mysterieuze en ruige Brahms
Na de pauze liet het Griekse orkest horen ook in de muziek van Brahms goed thuis te zijn. De inzet van het Allegro con brio was stormachtig. Opvallend was de relatief lichte klank die Grammenos aan het ensemble wist te ontlokken, een beetje op dezelfde manier waarop Sir John Eliot Gardener dat een paar seizoenen geleden bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest deed (inmiddels bij DGG op CD verschenen). Brahms klonk in elk geval minder ‘zwaar’ dan je hem vaak hoort. Mooi was het pianissimo slot van dit eerste deel. In het tweede deel, Andante, imponeerden de warme strijkers en heldere blazers. Het vormde een intiem moment, dat soms zelfs aan kamermuziek deed denken. Ook hier trof de elegante slag van de dirigent. Hij liet het orkest in alle delen natuurlijk spelen met tempi die ademden. Zo was het derde deel, Poco allegretto, ‘werkelijk’ een allegretto. Het orkest legde er gevoel in zonder maar een moment te ‘schmieren’. Kennelijk vond het publiek dat ook, want het begon spontaan te applaudisseren na dit deel. Voor mij heeft de muziek van Brahms vaak iets ‘geheimzinnigs’ en dat legden orkest en dirigent er beslist in, net als een bepaalde ruigheid die al net zo kenmerkend is. Heerlijk klonken de zwelgende strijkers, begeleid door de pizzicati van de contrabassen. Het was al met al een overtuigende uitvoering van deze kortste symfonie van Brahms, die niet eens zo heel vaak in concertzalen klinkt!
Willem Boone

https://www.concertgebouw.nl/vriendenloterij-zomerconcerten