Kleztory brengt brengt aanstekelijke mix van klezmermuziek, jazz en klassiek

Gehoord: 24 juli 2025, Kleine Zaal, Concertgebouw, Amsterdam

Door Wenneke Savenije

 

Feest!

Afgelopen week was het feest in het Concertgebouw. De Canadese klezmergroep Kleztory uit Montréal zette de Kleine Zaal in vuur en vlam met een overrompelend programma, waarin ze authentieke klezmer combineerden met invloeden uit de klassieke muziek, jazz, gipsy en ‘wererldmuziek’, resulterend in een feest voor alle zintuigen. Als een wervelstorm vlogen de emoties door de zaal, van melancholiek en droevig tot hypdervrolijk en uitbundig, uitgedrukt in de oeroude taal van de klezmorim, maar dan gestoken in een eigentijds jasje. Alles uit het hoofd en louter instrumentaal, maar met hun ontwapenend expressieve ‘songs’ en spectaculaire dansritmes maakten ze een energie los in de zaal, die zich al van het begin af een uitte in meeklappende handen en meestampende voeten. Kleztory heeft spontaniteit en improvisatie hoog in het vaandel staan, dus hadden ze het programma vlak voor het concert volledig op zijn kop gezet. Wat er nu precies gespeeld is weet ik niet, al werden bijna alle nurmmers ingeleid met charmante praatjes door een van de ‘bandleden’, die allemaal op hun eigen instrument – Airat Ichmouratov op klarinet, Elvira Misbakhova op (alt)viool, Mark Peetsma op contrabas, Melanie Bergeron op accordeon, Raphael D’Amours op gitaar en jazzmusicus David Ryshpan op de piano – virtuoos en meeslepend musiceerden. Naast ‘traditionals’ klonken er ook veel eigen composities in klerzmerstijl. Oprichter Airat Ichmouratov spande als musicus de kroon en haalde louter inspirerende melodieën en spectaculaire riedels uit zijn klarinet, waarmee hij de rest van het ensemble tot ongekende hoogte opzweepte. Het werd een fantastische avond, die uitliep op een Vriendenloterij Zomerconcerten-discofeest in de hal, waarbij een deel van het vaak wat oudere publiek van het Concertgebouw ongeneerd aan het dansen sloeg.

 

 

Terug in de tijd

Stap in een tijdmachine, ga terug naar de 19e eeuw en maak een reis naar Odessa, de snelgroeiende havenstad waar een smeltkroes aan volkeren samenleefde: Russen, Oekraïners, Joden, Grieken, Armeniërs en andere gemeenschappen. Een derde van de bevolking was Joods en dat was letterlijk te horen aan de klezmermuziek die gespeeld werd op bruiloften, religieuze feesten en partijen, op pleinen en in cafés. Ontstaan in de Asjkenazische Joodse Gemeenschappen van Centraal- en Oost-Europa, ontwikkelde de   klezmermuziek zich buiten de religieuze zang in de synagoge tot een insturmentale taal waarin zonder woorden emoties konden worden uitgedrukt. Het woord klezmer komt van het Hebreeuwse ‘klei zemer’, wat letterlijk ‘instrument van het lied’ betekent.  De klezmorim (de muzikanten die klezmer speelden) konden huilen van verdriet, lachen van vreugde, zwoel zuchten van verlangen en sensueel zwelgen in melancholie op hun instrumentarium, dat vaak bestond uit viool, altviool, klarinet, cimbaal, accordeon en contrabas, waaraan in de loop der tijd ook blazers, drums en gitaat werden toegevoegd.

 

 

Op het gehoor

De klezmer, die op het gehoor werd doorgegeven en gespeeld zonder dat er bladmuziek aan te pas kwam, vermengde zich in steden als Odessa met Sefardische en Ottomaanse muziek (via migratie en handelsroutes), Slavische volksmuziek (waaronder Poolse mazurka’s en Russische romances), de virtuoze en sterk ritmische zigeunermuziek van de Roma, Griekse en Moldavische dansstijlen en Balkanmuziek met zijn asymmetrische ritmes en doina’s (een introspectieve muzikale improvisatie die diepe emoties uitdrukt, gespeeld door één muzikant die met veel glissandi, tremelo’s vibrato en uithalen zijn ziel laat horen, waarna snellere dansstukken als de  freylikhs of bulgar volgen). Dat leverde een ware schatkist vol muzikale rijkdom op, die gelukkig nooit helemaal verloren ging.

 

 

Klezmer en wonderkinderen

Klezmermuziek zingt, huilt en danst op multiculturele wijze. Als die tijdmachine echt bestond, zou ik erin stappen om in Odessa, in de 19e eeuw het episch centrum van Joodse volksmuziek en muzikaal talent, te gaan luisteren naar de klezmermuziek en het vioolspel van de Joodse wonderkinderen die op les zaten bij mijnheer Pyotr Stolyarsky (1871-1944), een leraar met een welhaast mythische status, die o.a. de legendarische violisten David Oistrah en Nathan Milstein opleidde. Joodse ouders stuurden hun hongerige kinderen erheen in de hoop dat ze echt talent zouden hebben, zodat ze een kans hadden aan de armoe te ontsnappen en samen met hun familie te stijgen op de sociale ladder. Of ik zou terugreizen naar de 15e eeuw om in Krakau de wijk Kazimierz te gaan bezoeken, waar een bloeiende gemeenschap van Asjkenazische Joden er een religieus én seculier muziekleven op nahielden, dat pas verdween toen de nazi’s tijdens de Tweede wereldoorlog vrijwel de gehele Joodse bevolking deporteerden en vermoorden, wat nagenoeg het einde van de klezmercultuur betekende.

 

 

Op drift vanuit de Pale of Settlement

Ik zou ook een bezoek brengen aan het Russische Rijk in de 18e en 19e eeuw, waar de Asjkenazische Joden zich enkel mochten vestigen in de Pale of Settlement (Oekraïne, Polen, Litouwen, Moldavië, Wit-Rusland), zodat de kleurrijke klezmercultuur daar opbloeide, totdat de klezmorim door pogroms tijdens het Tsaristische bewind en later etnische zuiveringen en systematische onderdrukking tijdens het Stalinistische regime op de vlucht sloegen of werden vermoord. De klezmorim stopten met spelen of stapten uit lijfsbehoud over op de Russische volksmuziek. De jiddische cultuur en de klezmer gingen ondergronds, maar reisde over de oceanen mee naar het Westen tijdens de Joodse emigratie naar de VS, Zuid-Amerika en Canada, en Oostwaarts over land naar Palestina, vooral tussen 1880 en 1920, waarna o.a. in New York weer een bloeiende klezmercultuur ontstond, die zich organisch vermengde met de Amerikaanse jazz en bigbandmuziek. Klezmerpianist Pete Sokolow: ‘Klezmer in New York was nooit alleen muziek — het was geheugen, migratie, heimwee en hoop, gespeeld in 2/4-maat. Elke noot vertelde een verhaal dat de boot overleefde.’

 

 

Revival

Gaandeweg raakte de klezmer uit de mode om bijna van het toneel te verdwijnen, maar in de jaren zeventig begon in de VS en Israël een ware revival van de traditionele klezmer, vaak vermengd met jazz, klassiek, pop en wereldmuziek. Tweede generatie emigranten werden nieuwsgierig naar hun culturele erfenis. Ook in Polen ontstond in de jaren ’90 nieuwe belangstelling voor klezmer, wat o.a. tot uiting kwam in de oprichting van het Krakow Jewish Culture Festival, waarop de klezmermuziek centraal staat. In de cafés en restaurants van de wijk Kazimierz wordt weer klezmer gespeeld. Hetzelfde gebeurde in steden als Moskou, Sint-Petersburg, Odessa en Kiev. Nieuwe generaties ontdekten hun verloren erfgoed en speelden klezmer of mengvormen daarvan op straat en op festivals, zodat er sprake is van een krachtige heropleving van de klezmermuziek, al klinkt die nu vaak anders dan 150 jaar geleden in de Joodse dorpen, de zogenaamde shetl. In steden als New York, Buenos Aires, Berlijn, Krakau en Amsterdam wordt klezmer bestudeerd én onderwezen. Dat geldt ook voor Montréal, de thuisbasis van ensemble Kleztory, waar conservatoria, universiteiten en muzikale festivals klezmer opnieuw omarmen. In de woorden van fiddler Alicia Svigals, in 1986 oprichter van de politiek geëngageerde Klezmatics: ‘In New York werd klezmer een tweede geboorte: wat in Europa bijna verdween, kreeg hier een nieuwe stem — luider, vrijer, maar nog steeds huilend van binnen.’ Missie van de Kleztory: ‘Door innovatieve arrangementen die het origineel respecteren, heeft Kleztory een uniek en toch authentiek muzikaal pad uitgestippeld.’ En zo klonk Kleztory ook in het Concertgebouw: uniek, inspirerend en toch authentiek!

Wenneke Savenije

 

 

Info:

www.zomerconcerten.nl

 

 

Luisteren Kleztory:

https://youtu.be/smhx5i6FTWs?si=zgosdcG7rG4zPpr_

 

You May Also Like

Ana Carmen Balestra: onthoud die stem!

Michael Kelly’s Nozze di Figaro in kamermuziekformaat

Orchestra Sinfonica di Milano – Tjeknavorian analytisch en meeslepend

Opernhaus Zürich – Terfel en Kaufmann laten wanhoop en bloed rijkelijk vloeien in Tosca