Martha Argerich (84) speelt op haar festival in Hamburg als een jonge godin

Openingsavond Martha Argerich Festival, 20-29 juni, m.m.v. Maxim Vengerov (viool) en Mischa Maisky (cello). Gehoord: 20 juni 2025 Laeiszhalle, Hamburg
Door Wenneke Savenije
Inspirerende bohemienne
Is het de moeite waard om naar Hamburg te vliegen voor de openingsavond van het Martha Argerich Festival in de Grosser Saal van de Laeiszhalle aan de Johannes-Brahms-Platz, de gemoedelijke thuishaven van mede-organisator de Hamburger Symphoniker, waar componisten als Richard Strauss, Prokofiev, Stravinsky en Hindemith hun werken speelden en dirigeerden, het twaalfjarige wonderkind Yehudi Menuhin in 1930 diepe indruk wist te maken en Maria Callas de sterren uit de hemel zong in 1959 en 1962? Het antwoord is een volmondig ja, want niet alleen is de 84-jarige Martha Argerich nog niets van haar eeuwig jonge energie, verbluffend virtuoze pianistiek en fascinerende muzikale toverkracht verloren, de Grand Old Lady van de Piano, die de uitstraling heeft van een bohemienne, weet zich ook te omringen met bekende en minder bekende maar altijd verrassende muzikale persoonlijkheden, die haar inspireren en die, als ze geluk hebben, haar muzikaal kunnen bijbenen of ten minste een klein beetje kunnen evenaren.

Geurende lindebloesem
Bij aankomst in het charmante stadsdeel Eimsbüttel in Hamburg ruikt alles naar bloeiende lindebloesem. De statige neoromantische gebouwen geven de wijk allure en in de kleurrijke Osterstrasse wemelt het van de café’s, internationale restaurantjes en boetiekjes. Het is een wijk voor studenten, kunstenaars, schrijvers en creatievelingen, die floreren temidden van deze relatief groene oase. Met de U-bahn bereik je in een mum van tijd de Elbphilharmonie, partner van het Martha Argerich Festival, of de Johannes-Brahms-Platz, waar het publiek zich op het plein voor de Laeiszhalle al verzamelt voor de openingsavond met Argerich, wereldviolist Maxim Vengerov en meestercellist Mischa Maisky, die werken van Beethoven en Haydn gaan spelen. Er heerst het soort prettige opwinding die je voor aanvang van een concert ook kan aantreffen op het plein voor de Ferenc Liszt Academie in Boedapest. Mensen komen niet om gezien te worden, maar om iets te gaan beleven waar ze enorm van houden: klassieke muziek op hoog niveau

Adembenemende dialogen in de Laeiszhalle
In de neo-barokke Grosser Saal van de Laeiszhalle, omzoomd door rijkelijk in crème en gouttinten geornamenteerde loges, valt het zachte avondlicht door het imposante glazen plafond op het rode pluche van de 2000 stoelen. Om de warmte die de zaal uitstraalt te onderstrepen is het podium met zijn indrukwekkende Beckerath-/Walcker-orgelwand verlicht in rode en paarse kleurschakeringen. En daar stappen ze hand in hand de arena in, twee supertalenten van wereldklasse, ongeëvenaard in hun virtuositeit, expressiviteit, muzikale intelligentie en spontaniteit: Martha Argerich (84) en Maxim Vengerov (50). Nadat Argerich haar festival solo heeft geopend met een ingetogen en serene vertolking van het vierde deel uit Bachs Tweede partita, vallen beide musici eensgezind aan op de Vioolsonate nr. 8 in D, op. 30 nr. 3 van Beethoven.

Na de introductie van het stormachtige openingsthema door ‘klaviertijgerin’ Argerich zou menig violist gelijk al in een kramp schieten vanwege haar razendsnelle tempo, maar zo niet Vengerov, die met zijn kwikzilverachtige allertheid en zijn volkomen natuurlijke muzikaliteit alles wat hem wordt aangedragen meteen oppikt om er op zijn beurt al even virtuoos mee vandoor te vliegen. Zo onstponnen zich adembenemende dialogen tussen deze twee godenkinderen, die met hun briljante en magische spel moeiteloos de grenzen van tijd en ruimte lijken te doorbreken. Alsof ook Beethoven door het glazen plafond was afgedaald naar de zaal, klonk het langzame deel als een driehoekige liefdesverklaring, een teder en bezield gebed voor schoonheid, morele integriteit en wereldvrede. Empathisch ‘begeleid’ door Argerich excelleerde Vengerov in dit deel met een prachtige toonvorming in zangerige diepgang. Daarna sloeg de vlam weer uit de pan tijdens het onstuimige slotdeel, waarin Argerich en Vengerov op enerverende wijze muzikaal boompje verwisselden om, in een wervelstorm van speelse motieven, accenten en dynamische schakeringen, spatgelijk en vrolijk de eindstreep te halen.
Kwetsbare Maisky
Na een overweldigend applaus liep Argerich vervolgens naar de vleugel met topcellist Mischa Maisky (77), die de wereld op 11 juli 2024 via Slippedisc van Norman Lebrecht liet weten: ‘Zoals sommigen van jullie misschien hebben gehoord, heb ik onlangs een ernstige infectie aan mijn ruggenmerg opgelopen, waardoor ik bijna verlamd raakte. Een week geleden ben ik succesvol geopereerd en nu moet ik een lange en zware revalidatie ondergaan. Ik ben optimistisch en hoop van harte dat ik binnen niet al te lange tijd weer helemaal de oude ben.’ Het goede nieuws is dat Maisky, die nog zwak en vermoeid oogde, weer cello kan spelen, maar helemaal de oude was hij zeker nog niet. Argerich deed op aandoenlijke wijze haar best om hem moreel en muzikaal te ondersteunen in de Cellosonate nr. 5 in D op. 102 nr. 2 van Beethoven, maar dat kon niet verhullen dat Maisky af en toe behoorlijk onzuiver speelde en duidelijk de kracht miste om haar te evenaren in temperament en muzikaliteit. Al nooit mijn favoriete cellist vanwege zijn onmiskenbare ijdelheid (doorgaans verkleedt Maisky zich twee of drie keer per concert in een anders getinte zijden blouse), zijn enigszins ‘voos’ klinkende vibrato en zijn nogal breedsprakige fraseringen, viel het nu niet mee om naar hem te luisteren, al was zijn dapperheid bewonderenswaardig. Maar tot mijn aangename verrassing klonken er in het adembenemend mooi gecomponeerde Adagio con molto sentimento d’affetto ineens wel hele mooie en waarachtige passages, waarin Maisky alle geposeerdheid liet varen om werkelijk vanuit zijn ziel muziek te maken. Argerich omlijstte zijn ontwapenende kwetsbaarheid met moederlijke warmte, waarna het snelle slotdeel, Allegro – Allegro fugato, wat meer gelijkwaardig klonk omdat Maisky op temperatuur leek te komen.

Magisch
Na de pauze leefden Argerich en Vengerov zich opnieuw op onnavolgbare wijze uit in Beethovens Vioolsonate nr. 10 in G op 96. De stormachtige intensiteit van de snellere passages werd afgewisseld met hemelse lyriek, waarbij de vonken ervan afspatten. Opmerkelijk was het unieke vermogen van beide musici om met de partituur als leidraad meeslepende verhalen te vertellen en met hun klank wonderen te verrichten. Argerich vermengt haar trefzekere toucher met het licht van de inspiratie, zodat elke glashelder gearticuleerde noot zijn eigen kleurschakeringen krijgt en als het ware ‘openbreekt’ in een fascinerende stralenpracht die organisch samenvloeit met de stortvloed aan noten die ze moeiteloos aaneensmeedt tot rake fraseringen. Vengerov kleurt zijn schitterende toonvorming met een onuitputtelijke rijkdom aan nuances, waarmee hij de diepste emoties uit de muziek naar boven haalt omwille van de expressie die, gefilterd door zijn zuivere inborst en briljant vormgegeven in gulle melodiestromen, altijd puur en nobel, ontwapenend en ontroerend doordringt tot in de verste uithoeken van de ruimte. Betere musici zijn nauwelijks denkbaar en zo klonk ook deze Tiende vioolsonate van Beethoven onweerstaanbaar en magisch. Tot besluit speelden Argerich, Vengerov en Maisky nu samen het Klaviertrio nr. 39 in G, Hob. XV/25, waarbij Maisky werd opgetild door zijn muzikale vrienden, die afwisselend met elegantie en fiijnzinnigheid de leading voice verklankten, todat het drietal ervan doorvloog in het opzwepende, door de Hongaarse folklore geinspireerde slotdeel. Galant hielp Vengerov zijn oudere collega’s het podium op en af. Bij wijze van toegift volgde nog een gevoelig maar niet sentimenteel gespeelde trio-bewerking van Schuberts Lied ‘Du bist die Ruh’. Het was een prachtige avond.

Kleurrijke programmering
Voor de tweede concert van het Martha Argerich Festival stond de mysterieuze Ivo Pogorelich op het programma, maar die moest wegens ziekte verstek laten gaan. Hij werd last minute vervangen door pianiste Yulianna Avdeeva, die in 2010 het Chopin Concours in Waschau won, waarmee eersteprijswinnaar Martha Argerich in 1965 doorbrak. Hoe Avdeeva Sjostakovitsj en Chopin speelde kunt u lezen in de recensie van Willem Boone. Op zondag vlogen wij weer terug naar Amsterdam, waardoor we al bij voorbaat de optredens zijn misgelopen van excellente muzikale paradijsvogels als violisten Yossif Ivanov, Tedi Papavrami, Yuzuko Horigome en Gidon Kremer, cellisten Edgar Moreau en Giedre Dirvanaskaite, pianisten Nelson Goerner en Sara Davis Buchner, jonge pianotalenten David Chen, Victor Demarquette, Georgijs Osokins en Lily Maisky, strijktrio Margulis, gitariste Elisabeth Roma en tromboniste Rita Payés, de Indiase zangerers Kamalini Mukherji met Bengaalse band, de Afrikaanse balafonspeler Aly Keita, het op Stefan Zweigs autobiografische boeken gebaseerde muziekthater ‘Die Welt von Gestern’ van Yaron David Müller en het kleurrijke programma ‘If music be the food of love, play on!’ , met behalve Mischa Maisky o.a. bassist Haggai-Cohen-Milo, gitarist Reinier Baas, Amir Bresler op drumms, en Argerich en Marcin Marecki op piano. Toen we gister hoorden dat Argerich op de derde avond van haar festival spontaan solo is gaan spelen, iets wat ze nog maar hoogst zelden doet, waren we het liefst gelijk weer teruggevlogen naar Hamburg.
Wenneke Savenije
Info:
https://www.elbphilharmonie.de/en/festivals/martha-argerich-festival/1349