Pianist David Fray verlicht de Jurriaanse Zaal van De Doelen met stralende Mozart

 

Sinfonia Rotterdam o.l.v. Corad van Alphen, m.m.v. David Fray, piano. Gehoord: 17 mei 2025, Jurriaanse Zaal, De Deoelen, Rotterdam.

Door Wenneke Savenije

 

Mahler & Mozart

Als we Alma Mahler moeten geloven was het laatste woord dat Gustav Mahler op 18 mei 1911 op zijn sterfbed fluisterde: ‘Mozart’. Getroffen door een bacteriële infectie die zijn hartkleppen had aangetast, lag de pas vijftigjarige componist de laatste dagen van zijn leven met hoge koortsaanvallen in het Loew Sanatorium in Wenen. Hij doorstond veel delierachtige momenten, waarbij hij soms orkesten in de lucht dirigeerde. Alma, die tot wanhoop van haar echtgenoot net een verhouding was begonnen met de architect Walter Gropius, kwam regelmatig langs maar werd omwille van Mahlers rust een beetje op afstand gehouden. Ze wisselde haar bezoeken af met hun dochter Anna en Mahlers zus Justine. Toch noteerde ze in haar memoires: ‘Plotseling richtte hij zich nog eenmaal half op, hief zijn hand alsof hij ging dirigeren – en zei: ‘Mozart!’’ Vermoedelijk heeft Alma dit vernomen van Mahlers arts Markus Hajek en het verplegend personeel, die wel aanwezig waren op het exacte sterfmoment. In het manuscript van zijn onvoltooide Tiende symfonie had Mahler nog aangrijpende notites voor haar neergekrabbeld: ‘To love for you! To die for you!’ en ‘Almschi!’  Verscheurd tussen liefde, verlies en het besef van zijn naderende dood, heeft Mahler geen makkelijke doodstrijd gehad. Gevoelig als hij was, had hij de fatale slagen van het noodlot al voorzien in zijn complexe symfonieën, die de luisteraar bedelven onder emoties en demonen en hem meesleuren naar de diepste krochten van de menselijke ziel.

 

 

Hoe mooi dat juist Mahler een grote verering voor Mozart voelde, die hij bewonderde om zijn puurheid en hemelse eenvoud. En hoe bijzonder dat hij die bewondering tot uiting bracht in zijn allerlaatste geprevel. Bijna alsof Mahler – wiens Negende symfonie op 17 mei tijdens het Mahler Festival 2025 zou worden uitgevoerd door de fenomenale Berliner Symphoniker o.l.v. Kirill Petrenko, waarvan ik de registratie de volgende dag alsnog heb beluisterd – me toestemming had gegeven even te ontsnappen aan zijn loodzware muzikale erfenis die van 8-18 mei gepresenteerd werd tijdens het Mahler Festival 2025 in Het Concertgebouw, besloot ik op 17 mei naar Rotterdam te gaan, waar een van mijn favoriete pianisten, de Fransman David Fray, Mozart zou spelen. En ik kreeg er geen seconde spijt van want na dagen Mahler snakte ik naar de verkwikkende essentie van Mozarts engelachtige tovertaal, die magisch is door zijn kwikzilverachtige wendbaarheid, hallucinerende transparantie en vederlichte frases die in een paar noten alles omvatten. Ik wilde weer vrij ademen en vliegen. Mozart voelde als een bevrijding.

 

 

Fray’s existentiele urgentie

Conrad van Alphen, oprichter en dirigent van Sinfonia Rotterdam, is net als ik een bewonderaar van de uitzonderlijke getalenteerde Fray: ‘Wij hebben al eens eerder samengewerkt en ik was meteen onder de indruk van zijn fijnzinnige en gevoelige spel.’  Vertolkten ze eerder samen Chopin, nu stond Mozarts 9ePianoconcert ‘Jeunehomme’ KV 271 uit 1777 op het programma, dat door pianist Alfred Brendel werd omschreven als ‘Een sprong naar de onsterfelijkheid.’ Het concert markeert een keerpunt in Mozarts artistieke ontwikkeling, waarin hij voor het eerst de volle reikwijdte van zijn expressie, vormbeheersing en dramatische instinct liet zien. Het stuk is melodisch en harmonisch gezien rijker en gedurfder dan zijn eerdere pianoconcerten en solist en orkest reageren op elkaar in betekenisvolle dialogen. Het werk opent met een pianosolo, destijds heel ongebruikelijk, die Fray introduceerde als een zanger met diepgang en een filosofische inslag. Meteen was er die existentiele urgentie en die spirituele expressie, die Fray tot zo’n bijzondere musicus maken. Als met een lucifer stak hij met zijn introductie het vuur in het orkest aan, dat zich onder de gedreven leiding van Van Alphen samen met de solist in een opwindend avontuur stortten om op de vleugels van Mozart door de barrières van tijd en ruimte heen te breken om, verlost van de aardse beslommeringen, samen een sensitief spel te kunnen spelen waarin zowel Mozarts vrolijke als tragische kanten aan bod kwamen in elegante fraseringen en verfijnde samenklanken. Bij Fray vergeet je bijna dat hij pianospeelt, omdat de vleugel voor hem geen doel op zich is, maar hooguit een middel om stem te kunnen geven aan zijn ziel. Met zijn sprankelende verbeeldingskracht, zijn zangerige toucher en subtiele dynamische schakeringen kleurde Fray integer, spontaan en hartstochtelijk alle fraseringen, zodat Mozart in zijn meest fijngeslepen hoedanigheid kon stralen als een zuivere diamant, in de hoekdelen ondergedompeld in bruisende champagne, in het tragische middendeel verrijkt met diepe emoties, in de solocadensen inventief en vrijgevochten. Het klonk allemaal prachtig, ontwapenend en inspirerend, niet in de laatste plaats omdat Fray’s benadering van Mozarts muziek zo volkomen oprecht, natuurlijk en doorleefd is. Er volgde nog een toegift in de vorm van de teder, liefdevol en bijna etherisch gespeelde aria uit Bachs Goldbergvariaties.

 

 

Passacaille van Martin

Mozarts ‘Jeunehomme’ werd voorafgegaan door een intrigerende orkestuitvoering van de Passacaille (1944) van de Zwitserse componist Frank Martin, die aanvankelijk voor orgel werd geschreven. In 1952 bewerkte Martin het stuk voor strijkorkest en in 1963 voor volledig orkest. In zijn mystiek getinte soberheid ontvouwt het op een plechtige baslijn gebaseerde stuk zich tot een steeds intensere reeks variaties, waarin de afzonderlijke stemmen gelaagd en meditatief samenvloeien. Van Alphen en Sinfonia Rotterdam brachten het werk als een soort rituele eredienst, een muzikale bedevaart door licht en schaduw, waarbij één eenvoudig thema uitgroeide tot iets groots en verhevens. Het smaakte naar meer muziek van Martin, die een deel van zijn leven in Nederland woonde. Het concert werd besloten met een enthousiasmerende uitvoering van Mozarts Symfonie nr. 29, KV 201, waarin de pas 18-jarige componist de klassieke vorm wist te verlevendigen met de charme, avontuurlijkheid, fijnzinnigheid en innerlijke kracht van zijn unieke persoonlijkheid, waardoor Sinfonie Rotterdam zich soepeltjes liet leiden.

Wenneke Savenije

Foto’s: Marco Borggreve e.a.

 

 

 

Info:

https://www.sinfoniarotterdam.nl

https://davidfraymusic.com

You May Also Like

Ana Carmen Balestra: onthoud die stem!

Michael Kelly’s Nozze di Figaro in kamermuziekformaat

Orchestra Sinfonica di Milano – Tjeknavorian analytisch en meeslepend

Opernhaus Zürich – Terfel en Kaufmann laten wanhoop en bloed rijkelijk vloeien in Tosca