Plínio Fernandes laat zijn gitaar ingetogen zingen

Plínio Fernandes Gitaar. Werken van J.S. Bach, Heitor Villa-Lobos, Rafael Marino Arcaro (wereldpremière) en andere Zuid Amerikaanse componisten. Gehoord: Concertgebouw Amsterdam, 5 augustus 2025.
Door Suus Blanke
Zachte klanken uit een elegante dame
Je hebt musici die meteen de muziek de zaal inslingeren, waardoor je aan je stoel genageld zit, en je hebt musici die het oor van de luisteraar hun instrument intrekken. Zo een musicus is de Braziliaanse gitarist Plínio Fernandes (1994). Niet alleen omdat zijn gitaar nu eenmaal zacht klinkt, maar vooral door zijn manier van musiceren. Dat vergde veel concentratie van de luisteraars in de uitverkochte Kleine Zaal van het Concertgebouw. Want alle geluiden musiceerden mee, zoals elke lichaamsbeweging en zelfs het ingespannen ademhalen van sommige luisteraars. Het hoesten klonk als een kanonschot, waar iedereen van opschrok. Er ging slechts één keer een telefoon af, gelukkig op het ‘juiste’ moment (als waarschuwing). Dat was tijdens de eerste aankondiging van Fernandes, nadat hij als introductie een inleidend werk had gespeeld, dat niet op het programma stond. Helaas kon ik de naam van de componist niet verstaan, maar ik vermoed dat het Sérgio Assad was, een beroemd Braziliaans gitarist.

Fernandes speelde, in tegenstelling tot het concert van Tamatito op 2 augustus j.l., onversterkt en zat eenzaam op het podium met zijn gitaar, die met behulp van een speciale steun, op zijn linkerbeen rustte. Het karakter van de gitarist is misschien wat introvert, waardoor ook zijn tekst en uitleg zonder microfoon bijna niet te verstaan was. Wat ook niet hielp was dat een aantal mensen in het publiek steeds herhaalden dat ze het niet konden horen, waardoor de omgeving de handen achter de oren moesten houden om nog iets te kunnen opvangen. Heel jammer, want de ogen van de musicus glommen wanneer hij sprak over de componisten en hun muziek, terwijl het meeste publiek de welkome informatie daarover mistte.

Fernandes liet zijn gitaar als een elegante, eenzame dame, liefelijk zingen in een zomerse sterrennacht, zoals ik in mijn jeugd leerde van de grammafoonplaat ‘De Ontdekkingstocht van Piccolo en Saxo’, verteld met geaffecteerde stem door Cruys Voorbergh. Na de ontmoeting van juffrouw gitaar met Piccolo, Saxo en andere leden van het orkest, vertrekt de elegante dame wederom de eenzaamheid in omdat ze daar zo van houdt. Zo nu en dan, zal ze zich in de toekomst weer bij het orkest voegen. Fernandes, samen met zijn eigen elegante dame op het podium, riepen bij mij de herinnering op aan deze fantastische, educatieve, oude opname.

Van voetballer tot musicus
Fernandes zelf leek met zijn inmiddels gekweekte snor, getrimmed baardje en eenvoudige kleding uit foto’s van de jaren zeventig weggelopen. Ik zag hem denkbeeldig zitten voor muren vol graffiti van een metrostation. Of in de ruime akoestiek van de doorgang onder het Rijksmuseum, met een opengeklapte gitaarkoffer waar mensen hun overgebleven muntjes en papiergeld in kunnen gooien, terwijl de gitarist onverstoord doorspeelt en het gebeuren toch gadeslaat. Waarschijnlijk heeft Fernandes tijdens zijn jeugd in Sao Paulo veel op straat vertoefd. In een filmpje op youtube, dat onderaan dit artikel staat, vertelt hij dat hij namelijk liever profvoetballer was geworden. Maar dat is pas echt moeilijk, omdat er in Brazilië op elke straathoek wel een nieuwe Neymar te vinden is. Zijn vader was amateurgitarist en in het huis waar Fernandes opgroeide stond vol gitaren. Toen hij daar op begon te spelen heeft zijn vader hem meegenomen naar een gitaarleraar en zo is zijn muzikale reis begonnen.

Door aanmoediging van familie en met financiële steun van de Braziliaanse overheid, vestigde Fernandes zich in Londen waar hij van 2014 tot 2020 studeerde aan de Royal Academie of Music en o.a. bevriend raakte met Sheku (cello) en Braihma (viool) Kanneh-Mason. Beiden spelen op de cd Saudade, die Fernandes maakte bij het platenlabel Decca, waar hij sinds 2021 onder contract staat. Toen covid uitbrak nam de familie Kanneh-Mason hem liefdevol op in hun muzikale huishouden. Toch kreeg de gitarist in Londen een identiteitscrisis en legde zich naast de Europeese- ook op de Zuid Amerikaanse muziekcultuur toe, om zichzelf weer terug te vinden. En van deze muziek konden wij in het Concertgebouw genieten.

Preluderende gitarist
Fernandes ging zitten op zijn stoel op het podium alsof hij thuis was en begon meteen te preluderen op zijn instrument. Deze muziek bleek dus naderhand niet op het programma te staan, maar het was goed om als luisteraars ons oor naar de gitaar te verplaatsen. Voor de pauze klonken nagenoeg alleen Preludes van J.S Bach (1665-1750) en de Braziliaan Heitor Villa-Lobos (1887-1959). Fernandes wist heel helder en duidelijk de melodie uit de gitaar naar voren te halen, met daaronder de begeleiding. Wie ooit gitaar heeft gespeeld, weet dat dit echt een kunst voor specialisten is. Een aantal akkoorden spelen, door met de vingers de snaren tussen de fretten op de toets in te drukken en dan met je rechterhand lekker op de snaren te rammen, heeft een geweldig effect, maar is uiteindelijk niet zo heel erg moeilijk. Maar je linkerhand razendsnel in de meest vreemde houdingen over de toets laten vliegen, terwijl je tegelijkertijd met de rechterhand een verfijnde klank op de juiste snaar eruit moet zien te tokkelen, is andere koek. Bij Fernandes hoorde je heel vaak de klank van de toets meeklinken, terwijl hij zijn linkerhand verplaatste. Meestal is dit heel storend, maar in zijn geval vergaf je hem dit onmiddelijk, omdat hij zo mooi en muzikaal speelde. Daardoor liet je dit nare bijgeluid als een extra begeleiding van de muziek meevibreren en misschien werd het gepiep van het verschuiven van positie van de linkerhand wel versterkt door de akoestiek van de kleine zaal.

Bach-inspiratie in een muziekdoosje
De gitarist speelde zo verfijnd en ingetogen, dat het leek of de muziek uit een klein speeldoosje kwam met een enorm arsenaal aan klankkleuren. Ik herkende de Prelude, Fuga en Allegro BWV 998 van J.S. Bach. Maar doordat de muziek van deze grootheid heel vaak is vercommercialiseerd, klonk het ook een beetje eenvoudig en goedkoop. Alle andere Preludes waren van Heitor Villa-Lobos en minder bekend voor mij, waaronder Vijf preludes uit 1940, die volgens de gitarist ieder een eigen karakter schilderen. De eerst gespeelde Preludio (Introduçiõ) kwam uit Bachiana Brasileira nr. 4 (1930-1936), die de componist oorspronkelijk voor piano schreef. Villa-Lobos studeerde in Parijs en moest na terugkeer in Brazilië, vanwege de revolutie, Braziliaanse muziek schrijven om zo de nationale trots te verhogen. Vanwege zijn enorme liefde voor zijn grote voorbeeld J.S. Bach, steunde hij compositorisch op diens werk. Omdat Villa-Lobos gelijkenissen zag in de muziek van deze Europeaan met de volksmuziek van zijn vaderland, bracht de componist deze samen tot klinken in zijn negen Bachiana Brasileira.
De inspiratie van Bach keerde na de pauze nog één keer terug in de Bachianinha nr. 1 (ca. 1967) van Paulinho Nogueira (1929-2003), bewerkt door de eerdergenoemde Ségio Assad (1952), die ook verantwoordelijk was, naar ik heb begrepen, voor alle andere bewerkingen deze avond.

Wereldpremière van Miniaturen
Tot nu toe had Fernandes het gehele concert uit zijn hoofd gespeeld, maar voor de wereldpremière Four Miniatures for Guitar (2025) werd er toch een muzieklessenaar op het podium gezet. Tijdens het eerste miniatuurtje klonk er alleen heel hoog en heel laag een herhalende ritmische melodie. De tweede was heel kort met lekkere ritmes die wij allen van de gitaar kennen. Het derde was dromerig om in de het vierde miniatuurtje over te gaan in snelle akkooorden.
Fernandes had deze muziek minder goed in de vingers, maar dat kon de vreugde van verantwoordelijk componist Rafael Marino Arcaro (Sao Paulo 1990), die achter in de zaal zat, niet drukken. De componist nam na afloop een grote sprong om op het podium te komen, zodat Marino Arcaro samen met zijn bevriende gitarist Fernandes het luide applaus in ontvangst kon nemen. En terecht, want gitaristen hebben er een goed repertoirestuk bij gekregen, waarvoor ze wel alle regionen van de gitaar moeten beheersen.

Zuid Amerikaanse identiteit
De muziekstandaard werd weer weggehaald voor de resterende muziek uit Zuid-Amerika, zoals volgens Fernandes het allerbeste lied aller tijden Beatriz (1982) van Edu Lobo (1943). Er werden ook drie dansende vrouwen, Tatiana, Andreína, Natalia, verklankt in Drie Venezuelaanse walsen (1938-1940) van Antonio Lauro (1917-1986). Muziek van de enige vrouwelijke componist was Gracias a lavida van de Chileense Violeta Parra (1917-1067). Vele grootheden als Mercedes Sosa, Joan Baez en Plácido Domingo zijn met hun vertolkingen Plínio Fernandes voorgegaan. Tot slot klonk Xodó da Baiana (1950) van Dilermando Reis (1916-1977) en Assanhado (1961) van Jacob do Bandolim (1918-1969).
Fernandes moest naar het einde van het concert steeds vaker zijn gitaar stemmen. Hij zei dat hij last had van het klimaat in de volle zaal. Het probleem van een soloconcert geven was volgens de gitarist, dat je de halve tijd moet stemmen en de helft van de speeltijd op een vals instrument zit te spelen. Volgens mijn oren en tijdsbeleving viel dat allemaal wel mee. Wel had ik gehoopt op meer warme, zomerse en opzwepende ritmes op deze wat koude, regenachtige zomeravond. Die kwamen eindelijk bij de drie Venezuelaanse walsen van Lauro, klanken die ik herkende van muziek uit het Caribisch gebied. Maar daarna keerde Fernandes terug naar zijn ingetogen toon, waarop hij zijn elegante dame, liefelijk liet zingen. Dankbaar was Fernandes, dat hij in het Concertgebouw had mogen optreden.
Suus Blanke

Info:
https://www.concertgebouw.nl/vriendenloterij-zomerconcerten
Introductie filmpje van Plínio Fernandes:
https://www.youtube.com/watch?v=hE_hl5huKNM
Opnames:
Bach en Villa-Lobos, allen in de bewerking van Sérgio Assad, zijn vertegenwoordigd op de cd Bacheando.
Een groot aantal van de Zuid Amerikaanse werken zijn terug te luisteren op de cd Saudade.

Informatie de cd’s en mooi opgenomen video’s staan op de website van Plínio Fernandes:
https://www.pliniofernandesmusic.com/
Website componist Rafael Marino Arcaro:
Op 16 augustus speelt Plinio Fermandez een concert met Lucie Horsch in Polen:
Op zondagochtend 31 mei 2026 speelt Fernandes een korter vergelijkbaar soloprogramma in Eindhoven:
https://mge.nl/agenda/plinio-fernandes/
Ook komend seizoen 25/26 heeft het Concertgebouw weer een serie Meesters op de gitaar:
https://www.concertgebouw.nl/concerten-en-tickets?keyword=meesters%20op%20de%20gitaar