DNO: Tsjaikovski’s Maagd komt niet tot leven

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski: De maagd van Orléans. Nationale Opera & Ballet. Nederlands Philharmonisch o.l.v. Valentin Uryupin. Solisten: Elena Stikhina (Jeanne d’Arc), Allan Clayton (Koning Charles VII), Nadezhda Pavlova (Agnès Sorel), Vladislav Sulimsky (Dunois), Andrey Zhilikhovsky (Lionel), John Relyea (Aartsbisschop), Oleksiy Palchykov (Raimond), Tigran Matinyan (Minstreel) e.a. Regie: Dmitri Tcherniakov. Gezien: 12 november 2025 (première), Muziektheater, Amsterdam
Door Peter Schlamilch
De Russische operaregisseur Dmitri Tcherniakov (1970) heeft al een lange staat van dienst: hij regisseert sinds de jaren ‘90 opera’s in Rusland, Europa en de VS. Hij tekende in de huidige productie van Tsjaikovski’s De maagd van Orléans, nu te zien bij de Nationale Opera & Ballet ook voor de prachtige decors, of liever: het prachtige decor, want ik kan me nauwelijks nog heugen dat ik in Amsterdam verschillende toneelbeelden heb gezien, zoals dat in de grote operahuizen in het buitenland wel vaak het geval is. Toegegeven: het zag er schitterend uit, die gelambriseerde Russische rechtszaal, compleet met de beruchte, angstaanjagende kooi waarin verdachten in Rusland steevast plaats moeten nemen bij grote processen.

Chocolademelk
Wat die decors echter met het 15e-eeuwse Orléans van doen hadden was ons niet helemaal duidelijk, noch waarom Jeanne al bij het begin van de opera in het gevang zat, terwijl de handeling nog moest beginnen. Het bleek te gaan om de ‘verdeeldheid van tijd, plaats en handeling’, die moderne regisseurs – heel hip – vaak proberen aan te brengen om een eigen stempel op het geheel te drukken. Soms heeft dat inderdaad een toegevoegde waarde, maar in Tcherniakovs regie schiep het niet veel meer dan verwarring, die hij bovendien probeerde op te helderen met allerlei geprojecteerde teksten, zoals ‘Jeannes visioen’ en ‘De 11e week van het proces’. Deze opgeknipte tijdlijn had, heel misschien, best zinvol kunnen zijn, maar in steeds hetzelfde decor, dezelfde kleding en belichting werkte het niet, en het resultaat was dan ook een chaotische vertelling waar geen touw meer aan vast te knopen was. Waarom beschrijft Jeanne haar schaapskudde en de wuivende bossen terwijl ze in een rechtszaal zit, en waarom kan ze eigenlijk ongehinderd haar kooi verlaten? Waarom woont Koning Charles in diezelfde rechtszaal (weliswaar een stukje gedraaid, maar who cares?) en waarom vindt de grote veldslag ook in die rechtszaal plaats, net als, tenslotte haar executie? Het zal allemaal wel aan uw scribent liggen, maar hij kon er geen chocolademelk van maken.

Brandstapel-vuurtje
Ook de kleding was van de regisseur en ook die was prachtig, op de Wibra-outfit van Jeanne zelf na – zo gaat de sjeu er wel een beetje vanaf. Dat de regisseur het nodig vond om haar in het openbaar gynaecologisch te laten onderzoeken was een lelijke en domme stijlbreuk die leidde tot een ongeloofwaardig gevecht met haar overweldiger, terwijl ze geen onderbroek aan had. De keuze om tijdens het prachtige slotkoor een zwart doek te laten zakken, waardoor de klank verstomde en de zangers voor Piet Snot stonden te zingen was een misdaad tegen de muzikaliteit. We snappen het wel: er moest na al die slaapverwekkende toneelbeelden natuurlijk een effect gecreëerd worden, maar het brandstapel-vuurtje dat we kregen voorgeschoteld ontsteeg niet de pyrotechniek die elke middelbare school tegenwoordig bij de eindmusical kan produceren, en dan hebben we het nog niet eens over de kinderachtige teksten die op dat doek werden geprojecteerd: een uitleg dat Jeanne tot de vuurdood wordt veroordeeld, maar dat hadden we dan al echt wel zien aankomen – zo onbekend is het verhaal van Jeanne d’Arc nu ook weer niet. Het luide boe-geroep voor de regisseur aan het eind van de voorstelling wekte dan ook geen verbazing.

Onbeholpen noten
Was de regie er een om heel snel te vergeten, de waanzinnige kwaliteit van de zang bleef nog lang in mijn oren nagalmen, want wat werd er een potje goed gezongen, zeg! In de eerste plaats door het geweldige koor van de Nationale Opera, dat de vele massascènes uitmuntend en lekker galmend-Russisch ten gehore bracht. Nadeel was wel dat de regisseur in al zijn wijsheid had besloten de meeste koorscènes met de schouders naar het publiek te laten zingen, een basisfout die niet alleen de klank danig beïnvloedde, maar ook een rare psychologische afstand tussen toneel en toeschouwers schiep – dirigenten zouden deze ongein moeten verhinderen. De dirigent van dienst, de Rus Valentin Uryupin, zette een geweldig en expressieve ouverture neer, maar verloor gaandeweg de avond zijn geestdrift een beetje, waardoor Tsjaikovski’s uiterst onbeholpen noten meestentijds een beetje verzandden in een academische uitvoering zonder veel vlees en bloed.

Echte hartstocht
Dirigent Uryupin is heel communicatief, maar gaat niet ‘diep genoeg’ om de opera echt tot leven te wekken, en dat is echt wel nodig: hoewel Tsjaikovski net zijn geweldige Evgeny Onegin had voltooid, zijn de noten van De Maagd bijna altijd inspiratieloos en voorspelbaar. Er ontbreken grootse en meeslepende melodieën, toch een kenmerk voor de geniale Rus, en áls ze er zijn hebben ze een iets te hoog Vader Jacob-gehalte om te ontroeren, hoewel de echte fan ervan zal smullen. Enerzijds vond ik het een voorrecht om het werk voor het eerst te horen, anderzijds had dit waarschijnlijk niet op ons nationale operahoofdpodium gehoeven: een uitvoering in de Zaterdagmatinee was beter geweest, temeer omdat ook het libretto uiterst zwak is. Dat vond de componist overigens zelf ook, getuige zijn eigen uitspraken uit de jaren na de compositie: ‘Het is een grandioos, maar koud onderwerp. Ik voel geen liefde voor Jeanne zoals ik die voelde voor Tatjana [uit Onegin], en ‘Ik heb het gevoel dat ik een grote fout heb begaan door dit onderwerp te kiezen. Het is te groot, te zwaar, en ik ben er niet in geslaagd het te verlevendigen met echte hartstocht.’ Ook zei hij: ‘Onegin is mijn kind, maar Jeanne d’Arc is een stiefkind.’

Tobberig en schuw
Een laatste uitspraak van Tsjaikovski die ik de lezer niet wil onthouden: ‘Ik werk nu aan een opera over Jeanne d’Arc. Het libretto is zeer zwak, maar ik hoop dat de muziek het goedmaakt.’ Dat laatste is dus helaas niet gelukt, maar de zangers verdedigden het werk te vuur en te zwaard: ster van de avond was de Britse tenor Allan Clayton (Koning Charles), wiens uitspraak ‘Als je je volledig aan een rol overgeeft, kost dat een stukje van jezelf’ ik me helemaal kan voorstellen: hij gaf het publiek, met zijn geweldige, krachtige en stralende stemgeluid, zoveel expressie en emotie dat het inderdaad leek alsof hij een stukje van zichzelf had achtergelaten op het toneel – prachtig om mee te maken. Nadezhda Pavlova zong een uitmuntende Agnès, penetrant en prachtig van klank. Ook Oleksiy Palchykov, die de afgewezen aanbidder Raimond voor zijn rekening nam, zong hemelbestormend, en Andrey Zhilikhovsky (Lionel) was, op een foute inzet na, zeer overtuigend, net als John Relyea, die een magistrale Aartsbisschop presenteerde. Van Elena Stikhina (Jeanne d’Arc) had ik meer verwacht: vorig jaar nog prachtig in Suor Angelica bij DNO, was ze bij de première misschien niet helemaal bij stem: afgezien van enkele grandioze, Puccini-achtige lijnen was ze de rest van de avond wat timide, en kwam er in de ensembles niet altijd bovenuit. Mogelijk dat de regisseur haar dit ook had gevraagd, want haar hele personenregie was nogal tobberig en schuw.

Beeldschone minstreel
Speciale vermelding voor het Russische koorlid Tigran Matinyan die een ongelooflijke Minstreel zong: zo beeldschoon en helder, dat ik hem graag nogmaals in een grotere rol zou horen. Een nog specialere vermelding voor het Nederlands Philharmonisch, dat zó grandioos speelde dat het de uitvoering af en toe de vleugels gaf die ze nodig had: een prachtige strijkersklank, puike en robuuste kopersectie en geweldige blazerssoli (fluit!), een werkelijk vlekkeloze en fenomenale prestatie. De echte Tsjaikovski-fans, en dat zijn er vele, moeten deze voorstelling zeker gaan beluisteren, met af en toe gesloten ogen.

Peter Schlamilch
Info:
Tsjaikovski’s Maagd van Orleans speelt van 12 november – 2 december in Amsterdam, zie verder:
https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2025-2026/de-maagd-van-orleans